Lezeres L te D vroeg zich af waarom ik geen aandacht heb besteed aan het zinken van de veerboot Estonia, in 1994 op weg van Tallinn naar Stockholm. Wel lieve lezeres L te D: er zijn zoveel dingen waar je wat over kunt vertellen en die toch dit blog niet halen. Had gisteren bijvoorbeeld nog een verhaal in petto over opschriften van dames- en herentoiletten (kwam weer wat leuke bordjes tegen en naar aanleiding van een vraag van W of ze nu de WC met een M of met een N moest pakken: M staat voor mehed – mannen en N voor naised – vrouwen).
Er is inderdaad een monument in Tallinn dat de 852 slachtoffers van de gezonken boot herdenkt (137 mensen overleefden de ramp): het Broken Line monument. De officiële lezing is dat bij zware zeegang ergens na middernacht water binnendrong op het autodek van de Estonia. Hoe dit precies kwam is niet voor honderd procent duidelijk, maar waarschijnlijk is de boegklep afgebroken door de kracht van metershoge golven. Het schip maakte hierdoor slagzij door binnenstromend water en zonk binnen een half uur. Het verhaal is daarmee nog niet afgelopen: in 2020 werd er onderzoek gedaan met een onderwaterrobot. Er is onder de waterlijn een gat geconstateerd van vier meter, mogelijk veroorzaakt door een aanvaring met een onderzeeër. De Zweedse regering gaat nu de wet aanpassen die het verbiedt om te duiken bij de Estonia (de zinkplek is als massagraf bestempeld en ooit tot verboden gebied verklaard), zodat er opnieuw onderzoek kan worden gedaan naar de oorzaak van de veerbootramp. Tot zover de verzoeknummers.
zondag 18 juli; @ toila
Een erg mooie en verzorgde camping dat Vanamõise Caravanpark in Saue Vald. Waren aanvankelijk 2 van de 100 of zo plekken bezet, later druppelden er nog wat meer reizigers binnen. Ideale uitvalsbasis voor een bezoek aan Tallinn. Sommigen vinden € 24,50 all-in behoorlijk aan de prijs, maar vergelijk het eens met de campingprijzen in Nederland in het hoogseizoen!
De reisleidster had samen met de NKC en Wim van de Harmonie uit Litouwen een route uitgestippeld naar ons point-of-return, het verste punt op deze reis: Toila. Vanaf dat punt hebben we volgens Google Maps nog 2156 kilometer te gaan naar de Kötteldiek in Lichtenvoorde (via de tolweg in Polen), het zullen er ongetwijfeld meer worden. Voorlopig zijn we nog niet thuis. Twee dingen moesten er vandaag absoluut gebeuren: de koelkast aanvullen en de dieseltank vol. Vreemde ervaring bij de Maxima in Saue om kwart voor tien: mochten alle boodschappen afrekenen behalve een paar blikjes bier en een flesje wijn. Arme jongen aan de kassa die in zeer gebrekkig Engels en een paar gebaren op zijn horloge ons duidelijk kon maken dat alcohol (zelfs in kleine hoeveelheden) voor tien uur ’s morgens in Estland absoluut niet verkocht mocht worden. Wij dus onze blikjes en dat flesje wijn terugzetten in de desbetreffende schappen. Regel is ingesteld in verband met het terugdringen van het alcoholisme in Estland. Je mag hier dus pas na 10 uur ’s morgens dronken zijn (of anders nog een restantje van de vorige dag in huis hebben). Heb iets dergelijks ooit een keer in Engeland meegemaakt waar je toentertijd voor half twaalf op zondag geen drank mocht inslaan. Tja, toen moesten we later nog een keertje boodschappen doen bij een COOP, een stuk duurder. Zal ongetwijfeld een blijvertje zijn: "Mogen we al wat drinken? Nee, het is nog voor tienen!"
Onze route voerde ons langs de Jägalawaterval, soms aangemerkt als de Nigagarawatervallen van de Baltische staten. Grootheidswaanzin! Een klein miezerig stroompje van 50 meter breed komt 8 meter naar beneden donderen. Het grote voordeel was dat we niet aan de toeristische kant zaten: onze Miep had ons rustig laten parkeren aan de andere zijde, waar een drietal Litouwse pup tentjes verdekt in de bossen stonden opgesteld. Mag je vrij kamperen in Estland? Heb me daar nooit zo mee beziggehouden. Als het water is neergestort moet het nog 4 kilometer afleggen om in de Finse Golf te stromen. We zijn er eigenlijk op het verkeerde moment: vanwege het noordelijke klimaat in Estland bevriest de gehele waterval in de winter, waardoor het één glinsterende ijsmuur wordt met grote ijspegels. Tussen het bevroren water en de rotswand loopt dan een soort tunnel met aan beide kanten ijs. Maar hiervoor hoeven we in winter niet terug te komen. Op IJsland waren ze mooier.
Onze tweede stop was in Vinistu, waar in 2002 het Vinistu Art Museum zijn deuren opende. Mooie plek aan het water. Het museum bevindt zich in een oud gebouw van de visverwerkingsfabriek van het voormalige visserscollectief van Vinistu. Volgens de website van het museum geeft de permanente collectie een goed overzicht van de geschiedenis van de Estse kunst en biedt een inkijkje in de kunstcollectie van Jaan Manitski die eigenaar is van dit particuliere museum. Samenvattend: het gebouw is mooi, maar de meeste kunstenaars in Estland kunnen ook kliederen, al zaten er af en toe een juweeltje tussen. Elk half uur werd er een buslading rijpere meisjes (en af en toe een krakkemikkig mannetje) gedropt: het museum schijnt onderdeel te zijn van een Visit Estonia tour of zoiets.
Bij onze laatste tussenstop was sprake van gedateerde informatie. W had in haar reisbijbel gelezen dat je het park en de tuinen van Palmse Mõis gratis en voor niks kon bezoeken. Mõis is het Estische woord voor landhuis. Op de parkeerplaats aangekomen zagen we een informatiebord met de mededeling dat landhuis, park en tuinen alleen nog na betaling te bezichtigen waren. Prijzen niet mis: als senioren zouden we nog € 7 per persoon moeten betalen. Laat maar waaien, laat maar gaan. We hebben voldoende aan de volgende omschrijving: "Dit park, het grootste van Estland, biedt een afwisseling van bossen, meren en hoogveen. Het is een van de weinige ongerepte natuurgebieden langs de Oostzee."
Toen het laatste stukje naar Toila. Het is duidelijk merkbaar dat we hier richting Russische grens gaan: vreselijke woonkazernes, naargeestige dorpscentra en veel opschriften in het Russisch. Narva ligt een kleine 45 kilometer naar het oosten en kan worden beschouwd als het centrum van Estlands Russische minderheid: de bevolking (in 2021: 53.424) is hoofdzakelijk Russischtalig. De grens tussen Rusland en Estland wordt gevormd door de rivier de Narva. Hebben we het al gehad over het meest voorkomende verkeersbord in Estland? Geen weg is zo klein of er is wel een plek te vinden waar de bus stopt. Standaard uitdrukking van ons inmiddels: "Gelukkig hebben ze hier in ieder geval een bushalte".
We strijken neer op Mannisalu Camping, die behoort bij een groot Spahotel. Code Campercontact 22.580. De reisleidster had deze camping gekozen vanwege de ligging aan zee. Arme W: na 250 km rijden kom je verhit aan op de camping, mag je je busje parkeren op een 30 meter hoge klif en moet je met een trap naar beneden naar het strand. Heb je eenmaal je badpak aan (moet hier) gaat het bliksemen op zee en wordt de lucht erg donker, dus razendsnel die 250 treden terug naar boven en net voor een zeer ernstige bui weer in de camper. Nat geworden van water, maar niet van zeewater!
Een andere reden om op deze camping te gaan staan is de mogelijkheid om voor 12 € per persoon aan te sluiten bij een Russisch buffet in het Spa-hotel, simpel, want een vrij beperkte keuze: niet verfijnd maar goed te eten. De Russische dame achter de bar vond dat een Riesling tot de categorie droge witte wijn behoorde, het was niet eens Russische Riesling. En morgen? Morgen is er weer een dag, we gaan langzaam maar zeker terug naar Nederland. Via welke wegen? We verkeren nog in een overlegsituatie.
V:
161.372 rijtemperatuur: 22 – 29 gr
|
|
Wifi-snelheid:
93
% Mannisalu
Camping, Toila |