noordpolderzijl

noordpolderzijl

woensdag 14 juli 2021

zomer 2021: oranje, geel en groen – 15: iets teveel natuur?

Al eerder heb ik verteld dat Estland, Letland en Litouwen soms met angstige ogen naar de oostgrens kijken, vooral sinds Poetin de Krim heeft ingepikt. Nu hebben de Baltische staten één groot voordeel ten opzichte van Oekraïne: ze zijn lid van de NAVO en artikel 5 van het verdrag biedt hen de nodige bescherming. Het Noord-Atlantisch Verdrag werd in 1949 getekend door de lidstaten van dat moment, 12 om precies te zijn. De inhoud van het verdrag is nooit gewijzigd, ondanks veranderende internationale verhoudingen en latere toetreding van andere landen tot de NAVO (inmiddels zijn er 30 leden). Artikel 5 is de sleutelbepaling van het verdrag en luidt vrij vertaald “als één van ons wordt aangevallen, worden we allemaal aangevallen en dan ben je verplicht om mee te knokken”. Er is nog maar één keer een beroep gedaan op basis van dit artikel, namelijk na de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten. Nu was niet iedereen er na de onafhankelijkheid van de Baltische landen er erg happig om Estland, Letland en Litouwen lid te laten worden van het “vrije westen”. De aanvragen tot lidmaatschaap van de EU en vooral tot de NAVO hadden heel wat voeten in de aarde. Vooral het laten toetreden tot de NAVO vonden sommige landen wat moeilijk, omdat ze daarmee Rusland voor het hoofd zouden stoten. 

De Russische invloed in de Baltische staten is nog altijd goed merkbaar. Vooral Estland en Letland bezitten een redelijk grote groep Russische minderheden, die voor een groot deel alleen maar Russisch spreken. Uiteindelijk is de toetreding tot de EU en de NAVO er in 2004 toch gekomen en vanaf dat moment ging het rommelen in de regio. Neem bijvoorbeeld de cyberaanval vanuit Rusland op Estland. Aanleiding was het verplaatsen van het standbeeld “De Bronzen Soldaat” van het centrale plein in Tallinn naar de militaire begraafplaats aan de rand van de stad. Voor de meeste Esten is het standbeeld een naar aandenken aan bijna 50 jaar sovjetbezetting, voor de Russen is het een monument dat de gesneuvelde Sovjetsoldaten in de strijd tegen het fascisme herdenkt. Toen in april 2007 de Estse regering besloot het standbeeld te verplaatsen gingen duizenden woedende Russische minderheden uit protest de straat op, gevolg: rellen en plunderingen met gewonden en zelfs een dode. In de maanden erna werd Estland getroffen door cyberaanvallen van Russische patriottistische hackers op de websites van de Estse regering, de media en banken. Bijna een week lang konden deze instellingen geen zaken online doen en konden burgers geen contact met hen opnemen. Poetin wist van niks.

Juist die groepen minderheden waren voor Poetin de reden om in 2014 de Oekraïense Krim te annexeren. De NAVO heeft sinds dat moment haar aanwezigheid in Oost-Europa versterkt om zo haar vastberadenheid te tonen, zowel op land (Enhanced Forward Presence), in de lucht (Baltic Air Policing) als op zee (Standing NATO Mine Countermeasures Group). Aan dat eerste (EFP), waarbij NAVO-troepen gestationeerd worden in de Baltische staten en in Polen neemt ook Nederland deel: we hebben 270 militairen in Litouwen zitten.

Uit het Financieel Dagblad van 6 mei 2021 (waaraan een deel van bovenstaand verhaal ontleend is): ‘Als de beer kwaad loopt te brullen, is het wellicht niet het beste moment om de kooi binnen te stappen’, […]. ‘De Baltische regeringen begrijpen heel goed wanneer je je beter stil kunt houden. De Russische bevolking en economie krimpen. Wat het land nog wel kan doen, is snel heel veel soldaten verplaatsen om te provoceren. Vergelijk het met Noord-Korea dat weer een raket lanceert.’ De afbeelding hiernaast is afkomstig uit de NRC.




woensdag 14 juli; @ tehumardi

Toen ik vannacht om drie uur eventjes wakker werd was het al licht. Korte, warme nachten hier op het eiland. Loom weer, maar na een ontbijtje in de schaduw (om acht uur al 26 graden) en het nodige was- en plaswerk op de fiets. We hadden twee opties vandaag: natuur en cultuur. Het is natuur geworden en daar heeft Saaremaa meer dan genoeg van en ook van die steenslagwegen (noemen ze dat geen macadam?). Prachtig fietsen, maar absoluut niet ontspannend. Je bent voortdurend bezig een strook te vinden met weinig wasbord maar vooral zonder stenen. Nu is er gelukkig weinig verkeer, maar dat wat er rijdt rijdt hard. Borden met sõitke tolmu häirimise tõttu aeglaselt (langzaam rijden in verband met stofoverlast) moeten in Estland nog uitgevonden worden. Gelukkig hadden we ook grote stukken asfalt, wel meer verkeer op die wegen maar de ervaring heeft geleerd dat de Esten rekening met fietsers houden en met een grote boog om je heen rijden. Stoppen voor zebrapaden is ook de gewoonste zaak van de wereld voor de Etse automobilist. Nu is het niet druk op Saarema: in 2020 telde het eiland 31.010 inwoners, waarvan 13.000 in de hoofdplaats Kuressaare.

Wat opvalt is het grote aantal bushaltes, de weg is nog zo slecht (of zo klein) of je treft er om de 500 meter een bushalte aan, meestal voorzien van een zeer prettig bushokje dat voldoet aan onze twee pauzeplekcriteria: bankje en schaduw. De kans dat er een bus voor je stopt is niet groot: vandaag pauzeerden we bij een halte die drie bussen per dag verwerkt, gisteren bij eentje waar zeven keer per dag zo’n minibusje langskomt. En één: alle bussen gaan naar Kuressaare en twee: openbaar vervoer op het eiland is gratis. In de Tweede Wereldoorlog werd Saaremaa helemaal ontruimd door de Duitsers, echt kale boel dus met uitzondering van een verdwaalde militair. Het eiland schijnt het vooral van het toerisme te moeten hebben, maar die tak van sport ligt ook hier op zijn gat op een paar verdwaalde Litouwers en natuurlijk Esten na.

Overstekende rendieren? Wist niet dat ze die hadden in Estland, toch een keer nazoeken. Ook het bord overstekende reeën tref je hier aan. W was gisteren zeer verbolgen toen ik een noodstop moest maken voor een ree dat rakelings voor onze bus de weg overscheurde. Nee, ze was niet verbolgen over mij, maar dat ree had een rendier (of nog liever een eland) moeten zijn, want dat bord waren we net gepasseerd.

Nog zo’n vreemde gewoonte: aan de kant van de weg zie je bordjes staan met het opschrift kihelkond. Volgens onze grote vriend Google Translate moet dit een aanduiding zijn voor een parochie. Zou persoonlijk denken dat het gemeente kan zijn, maar gemeente schijnt in het Ests weer alevik te heten. Estlanddeskundigen onder mijn lezers?

Na 53 kilometer was het tijd voor een langere stop en omdat in onze natuur geen lunchtent te vinden was (af en toe een verdwaald huis, maar om daar nu aan te kloppen met de vraag of ze wat te eten en te drinken hebben?) hebben we maar een hapje bij ons eigen camperbusje genuttigd en daarna nog een kleine 15 kilometer langs de zee gefietst. Mooie dag, maar misschien net een beetje teveel natuur: 11 km kaarsrechte macadamweg met aan beide kanten bomen is ook niet echt afwisselend te noemen. Maar het was een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag en gaan we dit eiland verlaten.