noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 2 september 2022

een middagje naschoolse opvang

Onregelmatige lezeres E te Z appte me dat ik in mijn verhaal over de Biesbosch een woord had gebruikt waarvan ze nog nooit had gehoord, namelijk “industriewater”. Industriewater is water dat bijvoorbeeld wordt gebruikt voor het koelen van motoren en bij de fabricage van papier. Voor veel van die industriële processen is de hoogst mogelijke waterkwaliteit niet noodzakelijk. Industriewater is een verzamelnaam voor diverse soorten water die van een andere kwaliteit zijn dan drinkwater.

G te W vond het jammer dat het verhaal over de Biesbosch zo kort was, als waterman had hij graag meer informatie gehad over de invloed van de Deltawerken op dit gebied. Lees het boek dat ik gisteren genoemd heb en jij krijgt alle info, beste G te W. Een korte samenvatting: het gereedkomen van de Deltawerken (1970) was in eerste instantie catastrofaal voor de Biesbosch. Doordat het Volkerrak werd afgesloten met sluizen viel de getijdenwerking (eb en vloed met een niveauverschil van gemiddeld twee meter) in één klap stil. Het had grote gevolgen voor het dieren- en plantenrijk.

donderdag 1 september: @ delft

Nummer 3 heeft een hekel aan de naschoolse opvang, is hem niet uitdagend genoeg. Maar met twee werkende ouders moet je soms dingen doen die minder leuk zijn. Behalve wanneer opa en (vooral) oma in de buurt zijn, dan vervullen zij de rol van bso en wordt het meteen een stuk interessanter. Een oppasdag dus, maar eerst natuurlijk een omtrekkende beweging. Had met Komoot een leuke route uitgestippeld langs de Rotte, de rivier waar Rotterdam zijn naam aan te danken heeft. Ja, we zijn er al eens eerder geweest en ja, ik heb er ook al vaker over geschreven. Ook over die kikvors aan de oevers van de Rotte, tussen Delft en Overschie (waar de Rotte helemaal niet stroomt) heb ik het nodige al verhaald (in 2017, zie eventueel https://berrynales.blogspot.com/2017/04/dolen-9-pasen-in-delft.html), maar het blijft een mooi gebied. Opvallend in deze regio: groen! In de Achterhoek is alles geel en bruin, hier is het vijftig tinten groen wat je ziet. Kwestie van minder de pomp aanzetten zodat de hoeveelheid water die uit de polder gaat beperkt is?

Einddoel vandaag: de Molenviergang. Jazeker: een kudde van vier molens en wel ten noorden van Zevenhuizen, gebouwd rond 1722 om de Tweemanspolder droog te houden. Het verschil tussen polder en de Rotte is ongeveer 4,5 meter. Omdat een molen het water ergens tussen de 1,2 en 1,5 meter omhoog kan brengen moesten er dus vier molens op een rijtje komen. Tot 1953 hebben deze vier molens hun werk gedaan, een elektrisch gemaal nam de taak over. De molens zijn nog steeds “maalvaardig” en draaien tegenwoordig twee keer per maand (op zaterdag). Daarmee is het de enige nog werkende molenviergang van Nederland. Hulde aan Stichting de Molenviergang. Het enige minpuntje was dat het voerveer dat ons naar de overkant van de Rotte zou brengen volgens het boekje (en de bordjes) wel zou varen, maar in geen velden of wegen te bekennen was. We moesten dus de molens bewonderen vanaf de “verkeerde” oever. Later bleek dat veerpont ’t Verlaat niet alleen de kortste route naar de overkant vaart, maar wanneer de drukte het toelaat ook fietsers op andere plekken afzet. We hadden even het aangeplakte telefoonnummer moeten bellen. Och 2 x 50 cent uitgespaard zullen we maar zeggen. Foto van de veerpont geleend, wij hadden veel mooier weer.


De bodem van recreatieplas de Rottemeren bestond rond het jaar 1000 voornamelijk uit een dikke laag veen. Rond die tijd werd er begonnen om deze vrijwel onbewoonbare veen- en moerasgebieden te ontwateren en in cultuur te brengen. Loodrecht op de Rotte werden ontwateringssloten gegraven. De Rotte loosde dat water vervolgens via de Maas naar de Noordzee. De bevolking groeide en daarmee steeg de vraag naar brandstof. Er was genoeg turf voorhanden: eerst werd het veen boven het grondwater afgegraven, daarna het zogenaamde baggerveen. Dat natte veen werd gedroogd op legakkers: stroken grond die niet werden afgegraven. Na verloop van tijd ontstonden er zo grote plassen water met smalle legakkers erin. Bij storm werden deze stroken land gemakkelijk weggespoeld door het opstuwende water en langzaam maar zeker ontstonden op deze manier grote aaneengesloten plassen.

In de middeleeuwen (vanaf zo’n 800 na Chr.) lag er aan de monding van de Rotte de nederzetting Rotta, de voorloper van wat nu Rotterdam is. Deze stad heeft haar naam te danken aan de dam van 400 meter die men in 1270 in de Rotte legde om het Maaswater buiten te houden. Maar Rotterdam bewaren we tot morgen.

Het oppasgebeuren stelde niks voor. Jongeheer Q kwam pas na drie kwartier na sluitingstijd van school opdagen met een vriendje, pakte wat te drinken, trok zijn zwembroek aan en ging weer henen om juist voor etenstijd weer goedendag te zeggen. Opa kon intussen boodschappen doen en zijn lusten botvieren op een onbekende heteluchtoven voor de drumsticks (viel reuze mee) en een inductiekookplaat voor de boontjes, de gebakken aardappelen en een gourgettesoepje (viel behoorlijk tegen vooral toen de boontjes overkookten en de inductieplaat in storing sprong: volgens dochterlief houdt de plaat niet van water. Uiteindelijk was alles goed binnen te houden. Nu we het toch over boontjes (sperziebonen) hebben: kwam onlangs een leuk stukje tegen over bonen. We eten in ons land al duizenden jaren bonen, maar dan bonenrassen waarvan de schede niet gegeten wordt: witte, bruine, tuin- en kievitsbonen. De sperzie- of slaboon is afkomstig uit Amerika en die is dus pas rond 1500 in Europa bekend geworden. Aanvankelijk werden deze bonen in Europa geteeld voor het winnen van de rijpe bonen. Pas later is men de groene schede als groente gaan eten. Na het eten nog een spelletje met jongeheer Q (opa won, geheel tegen de verwachting van nummer 3 in) en toen op de fiets terug naar ons huis op wielen: zeventig kilometer stond er op de fietsteller.



Een mooie dag! En morgen? Morgen is er weer een dag: we gaan Rotterdam onveilig maken, daar beginnen dan de havendagen. En laat nou de foto van het affiche van de wereldhavendagen en het routekaartje de enige zijn die we zelf gemaakt hebben, de rest van het beeldmateriaal is geleend. We hebben gewoon vergeten foto's te maken.