noordpolderzijl

noordpolderzijl

woensdag 21 september 2022

nazomeren – 16: terug bij de kippen en de kerkklok

Kreeg W gisteren van een fietser verwensend het woord “bandito” toegeschreeuwd, vandaag kreeg ik van een Italiëkenner een paar woorden toegefluisterd waarmee we dit soort Italiaanse emoties goed zouden kunnen pareren. We beginnen met twee onschuldige termen “stronzo” en “cavolo”, iets met drol en kool. Klinkt nog vrij onschuldig. Gaan we verder met “rompicoglioni” (ballenbreker), “coglione” (testikel) en sluiten we af met een opmerking waarmee je elke Italiaan de boom in kunt jagen “Cadere morte!"

Je rijdt op een autoweg en dan klinkt er plotseling een stem rechts van me: “Hadden die Italianen eigenlijk geen koloniën net als Nederland, Frankrijk, Spanje en Portugal?” Had ik me eigenlijk nooit in verdiept, maar je snapt het: dat moest zeker gebeuren. Kan me wel voorstellen dat één van de oorzaken van het ontbreken van (veel) koloniën is dat Italië in de tijd dat er wingewesten werden gezocht nog helemaal niet bestond: het was een verzameling kleine landjes die de handen vol hadden aan het elkaar moeilijk maken. Pas in 1870 werd het land volledig een eenheidsstaat. Dus de weinige koloniën kreeg het land pas na die tijd. Al direct na de stichting van de staat had Italië koloniale ambities: ze wilden graag in de pas lopen met andere Europese landen. Twee landen kregen de Italianen zonder er wat voor te doen in de schoot geworpen: Eritrea en Somaliland werden bij de Koloniale Conferentie van Berlijn (rond de jaarwisseling van 1885) aan Italië toegekend. Eigenlijk schandalig: tijdens deze conferentie werd door veertien Europese landen en de Verenigde Staten van Amerika onbeschaamd Afrika verdeeld. Italië had graag Tunesië willen hebben, maar de Fransen hadden een grotere bek. In 1911 werden Libië en de eilandengroep Dodekanesos aan Turkije (eigenlijk het Ottomaanse Rijk) ontfutseld en een paar decennia later wist het regime van Benito Mussolini Abessinië (in 1935) en Albanië (in 1939) te veroveren. Dit was maar van korte duur want na de oorlog mochten de Italianen alles met uitzondering van Somaliland inleveren. Ze vochten immers “aan de verkeerde kant”. Overigens werd Somalië in 1960 onafhankelijk, dus bleef er “overzee” niks meer over.

Ook liet W nog even de naam Amerigo Vespucci vallen. Is inderdaad een Italiaans ontdekkingsreiziger en cartograaf uit de tijd van Columbus, maar hij was in Spaanse dienst. In tegenstelling tot Columbus was hij ervan overtuigd dat er een nieuw continent was gevonden: “de Nieuwe Wereld” (Mundus Novus). Amerika is vermoedelijk naar hem vernoemd.

woensdag 21 september: @ ronchetto delle rane (bij milaan)

Het wordt kouder in dit land, vooral te merken aan de ochtenden. Even door de zure appel heen bijten en het wordt vanzelf weer warmer. Een saaie rit, voornamelijk over snelwegen met tol. Scheelt uren rijden en de tunnels snijden mooi de pasjes af. Daarvan hebben we er de afgelopen weken genoeg gezien.

Vandaag kwamen we weer eens op een “podere” terecht, zeg maar boerderij en inderdaad: we zijn hier een tijdje geleden ook geweest: Podero Ronchetto. De Ito’s gebruiken liever het woord “agriturismo”, een boerenbedrijf dat niet alleen wordt gebruikt voor landbouw (in de ruimste betekenis van het woord), maar ook wordt ingezet voor toerisme. Zeg maar “overnachten bij de boer”. Een agriturismo mag zichzelf alleen die naam geven als het boerenbedrijf ook nog in werking is. Veel agriturismi in Italië ontstonden in de jaren zeventig, in een periode dat veel boeren het economisch moeilijk hadden. Veel boeren werden gedwongen om op andere manieren hun broek op te houden en besloten om kamers te gaan verhuren, of nog eenvoudiger: campers op het erf toe te laten. Dat laatste is vrij simpel: de erven van boerderijen (veelal met olijf- en wijgaarden) zijn groot genoeg, simpele sanitair unit erbij en incasseren maar. Vaak worden er ook nog andere activiteiten georganiseerd, waarbij wijnproeverijen met stip op nummer één staan. Uiteraard bestaat de mogelijkheid om na afloop de camper vol te laden met dat kostelijke vocht. 

We kwamen weer op Podero Ronchetto terecht omdat het toch op de weg naar huis ligt en omdat we in het restaurantje-om-de-hoek zo heerlijk hebben gegeten. Voor herhaling vatbaar dus. Helaas vol, de Pondera dan. Maar wie W kent weet dat ze op zo’n moment alle charmes in de strijd gooit en met woorden als “geen stroom nodig”, “we waren hier laatst ook al”, “we hebben maar een klein plekje nodig” werden we zonder al te veel problemen in de Kalverstraat geplaatst, net naast de receptie. Koelkast op gas, blijft het bier koud en gaat de gehakt niet door de bus lopen. Goed voor één nacht. Grote voordeel: we zitten precies onder de wifi-antenne, dus een perfect signaal. Kunnen we de nodige gigabytjes opslurpen en blijft mijn KPN-bundel onbelast.

V: 186.401; A: 186.742. Rijtemperatuur 16 – 24 graden, wisselend bewolkt en één keer een paar verdwaalde spetters. Later op de agroturismo ook wisselend bewolkt en 21 graden. Dus eigenlijk beter weer dan dat het tegeltje het weer wil doen geloven. Och: tegeltjes zijn ook maar tegeltjes. Zon op/onder: 07:08/19:23 (gegevens Ronchetto Delle Rane). Een saaie dag. Misschien maakt het etentje de dag goed, maar dat lees je in een volgend verhaal. En morgen? Morgen is er weer een dag. Waarschijnlijk door de tunnel naar Zwitserland en vervolgens Duitsland of Frankrijk. Wordt een stevige zit.