Al eerder heb je kunnen vernemen dat we op dit ogenblik niet meer in Toscane zitten maar in Umbrië (Umbria op zijn Ito’s), het land van Francisus van Assisi, maar die stad gaat het niet meer worden deze tour. Als je op bijgaande kaart kijkt (we zitten bij de blauwe vlek) zie je dat we wel tegen Toscane “schuren”. Wat we van de Umbrië gezien hebben, kunnen we samenvatten met: groen, zacht glooiende heuvels begroeid met wijn- en olijfaarden maar ook zonnebloemen. De regio is genoemd naar een volksstam die zich hier in de zesde eeuw voor onze jaartelling vestigde. De Etrusken en later de Romeinen namen het stokje over.
zondag 18 september: passignano sul trasimeno
Na een periode van warme
nachten nu een van het soort “diggies tegen elkaar” en onder twee dekbedden kruipen.
Het deed deugd, zoals de Belgen zeggen: heb 10,5 uur geslapen (W een uurtje
minder). Nadeel is wel dat je dan ’s morgens even door de reptielenfase heen
moet: wachten tot de zon de binnenkant van de bus voldoende verwarmd heeft, je het aangenaam mag noemen en je lijf op temperatuur is. Duurt even wanneer je
onder grote pijnbomen staat.
Het meer waar ons mobiele huis staat is een natuurpark met de mooie naam “Il Parco del lago Trasimeno”. Volgens betrouwbare bronnen is een deel van het meer en de oevers (Oasi Naruralistica La Valle) een van de belangrijkste draslanden van Europa: ondiep water dat samen met de uitgestrekte rietvegetatie zorgt voor een ideale rust- en broedplaats van tienduizenden trekvogels. Dus tijd voor een fietstocht rond het meer, een tour door Etruskenland. Dit volk stichtte onder meer Castiglione del Lago, weer zo’n dorpje waar je eigenlijk auto’s zou moeten verbieden, maar waar de Italianen er een sport van maken om in nauwe straatjes dubbel te parkeren zodat je er zelfs met een fiets niet meer langs kunt. De Etrusken mogen dan veel gebouwd hebben, het moderne Lidlfiliaal is ongetwijfeld niet van hun hand. We waren er, want de Lidl mocht vandaag onze lunch verzorgen. Rond het meer loopt een fietspad, voor een deel nog in aanleg (inmiddels voor driekwart klaar - zegt men, ik geloof er niks van). Eigenlijk is het een MTB-route, maar in de folder staat dat het ook geschikt is voor e-bikers. Het bestaat uit onverharde paden en enkele stukken normale asfaltweg. De route is uitgepijld en we hebben hem ook op de telefoon staan. Ik vertelde eerder dat het meer smerig is. Dat moet ik terugnemen: het lijkt alleen smerig. Het Trasimeense meer is juist één van de schoonste meren van Italië en is absoluut niet vervuild. Weet je dat ook weer, had dus te snel mijn grote bek weer open. Laten we het erop houden dat het water niet echt uitnodigt om te gaan zwemmen.
In het meer liggen drie eilandjes: Isola Maggiore, Isola Polvese en Isola Minore (liefkozend “Isoletta” genoemd). Een bootdienst onderhoudt een min of meer regelmatige verbinding met de eerste twee. Het laatste eiland is onbewoond privébezit.
Onze “giro in bicicletta intorno al lago” (Italiaanser kan niet) was 63 kilometer lang en in de loop van de dag mocht er steeds weer een laagje kleding uit, kwestie van de ui pellen. Uiteindelijk is het nog 22 graden geworden en met uitzondering van een verdwaald wolkje strakblauw. Na terugkomst (16:00 uur) heeft W het zwembad nog onveilig gemaakt, een heel ander weerbeeld dan gisteren. Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. We gaan een deurtje verder. Waarschijnlijk Siena, maar dat weet je met ons nooit.