noordpolderzijl

noordpolderzijl

woensdag 31 augustus 2022

fluisterend door de biesbosch

De regelmatige lezer weet dat één van mijn bezigheden tijdens het reizen is het opsporen van achtergrondinformatie over de dingen die we tegenkomen. Soms ontdek je dan hele interessante zaken, zoals het boek “Perikelen rond de Groote Waert” van Adriaan van Rijsbergen, een werk van zo’n 100 bladzijden en gewoon te downloaden (http://www.biesbosch.nu/pdf/Perikelen%20rond%20De%20Groote%20Waert.pdf). Interessant omdat ik altijd heb gemeend dat de Sint Elisabethsvloed in 1421 de oorzaak was van het ontstaan van de Biesbosch. Voeger zo geleerd op school Een ziedende noordwesterstorm beukte in 1421 op de door veen en zoutwinning sterk verzwakte dijken. Naar schatting 16 dorpen en 2000 mensen verdwenen die nacht in de woeste binnenzee die ontstond nadat de dijken het begaven.” Van Rijsbergen geeft in zijn boek aan dat deze storm de uiteindelijke druppel was, maar dat er veel meer aan vooraf ging. Hij bespreekt onder meer waarom dat de dijken het water niet buiten de polder (de Groote Waert) konden houden. Weet dat er weinigen geïnteresseerd zijn in een complete boekbespreking, zal het dan ook niet doen, maar in het verhaal van vandaag zullen ongetwijfeld enkele items uit het boek aan de orde komen.

woensdag 31 augustus: @ delft

Naar Delft dus, met halverwege een stop in Drimmelen, in de Biesbosch voor een tochtje met een fluisterboot van Rondvaartbedrijf Zilvermeeuw. Nou ja, voor een fluisterboot maakte het ding behoorlijk wat kabaal. Een tochtje van anderhalf uur over het water, voor het betere vakantiegevoel. Behalve een schipper hadden we de beschikking over een vrijwilliger van Staatsbosbeheer die inderdaad de anderhalf uur heeft staan vol te lullen (gepensioneerd onderwijzer, dan heb je dat), maar ook dingen vertelde die een goede aanvulling waren op de informatie in het boek van Van Rijsbergen en de geschiedenislessen van vroeger. Ik had al verteld dat er tijdens de Sint Elisabethsvloed 2000 mensen verdwenen in de golven. Onze Staatsbosbeheermeneer vertelde dat dat inderdaad in de geschiedenisboekjes staat, maar dat dat onmogelijk het geval kon zijn omdat er in de hele polder toentertijd nog geen 1000 mensen woonden. Ook het aantal dorpen schijnt schromelijk overdreven te zijn. Ook was er geen sprake van één ramp, maar meerdere overstromingen in vrijwel opeenvolgende jaren door dijken die op verschillende plaatsen doorbraken door gebrek aan onderhoud en ook technische onkunde.

Ik heb de route getrackt met Komoot. De grote plas op bijgaand kaartje met de naam “de Gijster” is een van de drie spaarbekkens in het Nationale Park de Biesbosch, bedoeld als opslag van het water uit de rivier de Maas. Het water wordt gebruikt als industriewater op het industrieterrein van Moerdijk en als drinkwater voor de bevolking van (delen van) zuidwest Nederland (onder andere Rotterdam). Overigens heet de Maas hier allang geen Maas meer maar de Amer. De Amer is de voorzetting van de Bergsche Maas en loopt van Geertruidenberg bijna twaalf kilometer via Drimmelen en Lage Zwaluwe naar haar monding in het Hollands Diep. Een bakje kibbeling na de boottocht maakte het vakantiegevoel compleet.








De tweede etappe ging naar onze “huiscamping” in Delft, de Abtwoudse Hoeve. Mooi plekje op een veld dat wij de Kalverstraat noemen, maar ter plaatse de Boomgaard heet. Gewoon niks doen de rest van de middag, een keer wat anders dan fietsen. 

V: 184.096; A: 184.256; rijtemperatuur 19 – 25 graden en half bewolkt; later op de camping 26 graden en licht bewolkt. Wind: noordoost 3. Zon op/onder: 06:51/20:32 (gegevens Delft). Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. We mogen voor naschoolse opvang spelen voor nummer 3 en daarna de hongerigen voeden en de dorstigen laven. Uiteraard gaan we op de fiets naar Pijnacker.