noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 3 september 2022

wereldhavendagen rotterdam – 2

Opnieuw een dagje Wereldhavendagen. Nou ja, we storten ons niet echt in het feestgedruis, in de grote massa slenteren langs de vele schepen hoeft ook echt niet van ons en de feestelijke avondshow met vuurwerk bij de Erasmusbrug vanavond laten we ook aan ons voorbij gaan. Wij zijn dit jaar meer van “de krenten in de pap”. Overigens wordt het festival voor het eerst in een paar jaar weer “volledig” gehouden: in 2021 werd het evenement slechts kleinschalig gehouden, waarbij bovendien een deel van het programma slechts online te zien was en in 2020 gingen de Wereldhavendagen zelfs helemaal niet door. Iets met een virus, geloof ik. Aan de 45e editie toe dit jaar. In alternatieve vorm bestond het al voor de Tweede Wereld, toen alleen nog niet voor Jan-met-de-pet: je moest een hoge pief zijn om uitgenodigd te worden voor het feestje dat diende als reclame voor de Rotterdamse haven. W was een tijdje geleden warm geworden van de volgende wervende tekst op de site van de Havendagen: “In de Rotterdam Wilde Westen fietstour neemt je leuke en deskundige gids je mee Rotterdam West in, een dynamische wijk vol contrasten en initiatieven. 174 culturen rijk en vol leven. Je ontdekt en proeft multicultureel Rotterdam, komt architectonische hoogstandjes tegen, fietst rond in Historisch Delfshaven en verkent de stadshavens van de toekomst”. Meteen geboekt dus, ook al omdat we in 2017 zo’n verrassende fietstocht door een ander deel van Rotterdam gemaakt hebben.  

zaterdag 3 september: @ delft

En de zomer blijft maar voortduren, vandaag weer 27 graden in Delft en omstreken. Waarom zijn we eigenlijk van plan om volgende week naar het zuiden te reizen? Voorlopig tot maandag maar even in het warme Nederland blijven en vandaag onze wildwestfietstocht ondergaan. Via een omtrekkende beweging naar Rotterdam en daar eerst kijken naar “de natte droom van elke glazenwasser”: de Pot van Rotterdam, officieel het Depot Boijmans Van Beuningen. Een blikvanger! Het is een bolvormig spiegelend gebouw waar de volledige collectie van het ernaast gelegen Museum Boijmans Van Beuningen is ondergebracht. De kunstvoorwerpen (zo’n 151.000 stuks) zaten eerst in de kelders van het museum, maar daar was sprake van wateroverlast. De bouw van “De Pot” duurde vier en een half jaar en kostte ietsje meer dan 100 miljoen euro en is nu zo’n klein jaar geopend. We mogen er gratis in met onze museumkaart, maar wees eerlijk: met dit weer breng je niet een deel van de dag door in een museum. Het Museum Boijmans Van Beuningen zelf wordt intussen gerestaureerd en gaat vermoedelijk weer in 2028 open. We hebben met open mond naar de buitenkant van De Pot staan kijken: dankzij de ronde vorm en de grote ramen wordt de skyline van Rotterdam in het gebouw weerspiegeld. Je mag blij zijn wanneer er enorme wolkenpartijen in de lucht hangen: hoe onheilspellender hoe mooier het gebouw ze weerkaatst. Als je twintig rondjes om het gebouw loopt, zie je ook twintig keer wat anders. En de glazenwassers maar poetsen.


De lunch bestond uit een bakje kibbeling verorberd op de kade van de Leuvehaven vlak bij het Maritiem Museum. Dat kibbeling eigenlijk gemaakt moet worden van de resten van kabeljauw hebben ze in Rotterdam nog nooit gehoord. Volgens mij heeft de visboer de goedkoopste witvis die hij kon inkopen gebruikt: koolvis of wijting of zo. De dure standplaats moest verrekend worden in de verkoopprijs, dus samenvattend: schreeuwend duur en niet echt lekker.

Na de lunch tijd voor onze fietstour door het Wilde Westen. Gids was ene Anne Marie, dol op kunst. Een leuk tochtje door Rotterdam West. De meeste indruk heeft “de brandgrens” gemaakt. Op 14 mei 1940 bombardeerden 90 Duitse bommenwerpers van het type Heinkel He-111 de binnenstad van Rotterdam. Ten oosten van de stad splitste het eskader zich in tweeën: 54 bommenwerpers vlogen rechtdoor en bombardeerden de stad van oost naar west vanaf een hoogte van 750 meter, terwijl de overige 36 afzwenkten naar het zuiden om daarna, vliegend in een bocht van zuid naar noord, hun brisantbommen ook op het stadscentrum te gooien. Vanaf 13.27 uur voltrokken de Duitsers binnen een kwartier - het meest dramatische uit de geschiedenis van de stad - het vonnis over de historische stad Rotterdam. De bommen vielen op het centrum, en delen van de huidige deelgemeenten Kralingen-Crooswijk en Noord. Dagenlang brandde de stad: circa 850 mensen kwamen om en 80.000 werden dakloos. Circa 25.000 woningen en 11.000 andere panden werden verwoest. Een oppervlak van 258 hectare lag in puin.” Sinds 14 mei 2010 (70 jaar na het bombardement) is de brandgrens in de stad fysiek gemarkeerd. Er zijn lichten in de grond aangebracht waarop een icoon staat. In dit icoon zijn vlammen, een silhouet van een Heinkel-bommenwerper er het beeld van Zadkine te zien. Je kunt een boekwerk van zo’n 100 pagina’s downloaden met alle informatie over het bombardement en de brandgrens. Het citaat in deze alinea is afkomstig uit die boekje: https://www.brandgrens.nl/media/over_de_brandgrens/brandgrens_14_mei_1940.pdf. Op de foto in deze alinea een lamp die de brandgrens markeert en op de foto hieronder onze gids Anne Marie, die een plattegrond van Rotterdam aan het duiden is.


Spangen deden we ook aan, een wijk die rond het Spartastadion “het Kasteel” is gebouwd. Even terug in de tijd: Sparta is opgericht in 1888 en werd tussen 1909 en 1915 maar liefst vijf keer landskampioen. Dit werd beloond (in 1916) met het eerste stadion in Nederland. Als herinnering aan het kasteel Spangen dat hier ooit stond (en in 1574 door de Spanjaarden in de fik is gestoken) kreeg de voorgevel trekjes van een kasteel. Spangen was een nette wijk: ambtenaren, onderwijzers en ambachtslieden bevolkten de straten. En Sparta deed het ook nog goed: in 1959 werd het nog landskampioen. Maar vanaf dat moment ging het bergaf met Spangen: huizen werden slecht onderhouden, huisjesmelkers kochten de boel op en de boel verpauperde in een hoog tempo. De enige mensen die er nog wilden worden waren de armsten van onze samenleving, waaronder veel migranten. De deels dichtgetimmerde woningen trokken veel junks en drugsdealers aan. Drugskoeriers uit Frankrijk kwamen dagelijks op bezoek om in het groot inkopen te doen. De toestand verslechterde dusdanig dat zelfs Sparta overwoog om te verkassen naar Capelle aan de IJssel. De overgebleven bewoners begonnen steeds feller te protesteren tegen deze situatie, zelfs de banden van auto’s met een Frans kenteken werden lek gestoken. En let op: de toenmalige burgemeester Bram Peper vond dat goed of keek in ieder geval de andere kant op. Halverwege de jaren negentig begon het tij te keren: de probleemwijk werd aangepakt en het Spangen dat we nu gezien hebben is eigenlijk best weer een leuke wijk geworden.

En ja, dan ga je naar Rotterdam om koeien te kijken. Vooruit: niet de eerste de beste beesten, maar dieren die wonen op de eerste drijvende boerderij ter wereld. Insteek: dierenwelzijn, circulariteit, duurzaamheid en innovatie. Er zit een hele filosofie achter die “Transfarmation” wordt genoemd, in het kort: produceren in steden dichtbij de consument, waarbij het belangrijk is voedselverliezen tegen te gaan, transport van voedsel te reduceren en de kwaliteit van het voedsel te verbeteren. En de koeien? Ze vreten organische reststromen afkomstig uit de stad. Ze verkochten er een lekker biertje en dat ging er sissend in met 27 graden en een tetterende zon.


Een bliksembezoek aan Delfshaven rondde onze fietstour af. Geen probleem want deze wijk (inmiddels Historisch Delfshaven genoemd) hebben we al een paar keer eerder bezocht.


Via een omtrekkende beweging (voor een deel door onbekend Rotterdam en langs Kralingen) ging het terug naar ons huis-op-wielen en met 60 kilometer op de fietsteller, zere billen en blauwe ballen was het weer mooi geweest.

Een mooie dag! En morgen? Morgen is er weer een dag: op naar Pijnacker om de tiende verjaardag van kleinzoon Q te vieren.