Öland hebben we verlaten. Twee mooie dagen doorgebracht op dit eiland. Opvallend is dat Zweden dol zijn op vlaggen. In heel Zweden wappert de Zweedse vlag, op Öland wordt deze afgewisseld (misschien wel aangevuld) met de Ölandse vlag (het wapen ziet er hetzelfde uit): een rendier met halsband. Net als op het vasteland is de kust dichtgetimmerd voor overnachtende husbils: overal zie je borden dat je het niet in je hoofd moet halen je moede hoofd te ruste te leggen.
dinsdag 5 juli: @ loftahammer
Als je op bijgaand kaartje kijkt zie je dat we eigenlijk “dom” gereden hebben: 175 kilometer afleggen terwijl je hemelsbreed maar een klein stuk bent opgeschoten. Ja: we hebben de brug genomen en ja: er vaart ook een veerboot tussen Byxelkrok en Oskarshamn. Waarom we die niet genomen hebben, vraag je je misschien af. Punt 1: we wilden in Kalmar op zoek naar een oplader voor Lappie, W vond dat ik gisteravond maar “zielige” indruk maakte. Punt 2: de kosten voor de veerboot met een camper en twee inzittenden zijn ongeveer € 75,00, met de camper rijdend ben je de helft kwijt. Punt 3: vaartijd 1:55 minuten en een half uur van tevoren aanwezig zijn betekent dat het qua reistijd niks uitmaakt. Punt 4: de boot vertrekt twee keer per dag namelijk om 11:00 en om 18:00 uur. Eigenlijk te laat dus.
Door via Kalmar te rijden konden we ook nog fijn een obgl meepikken.
Voor de niet-ingewijden: obgl staat voor “onbenullig grote Lidl”. Fijn
winkelen, alleen even wennen dat het sterkste bier dat ze verkopen 3,5 %
alcohol heeft en dat wijn en sterke drank er niet te koop zijn. Wel een groot
assortiment andere spullen die we nodig hadden. We kunnen weer een paar dagen
vooruit. Een paar kilometer verder konden we een universele adapter kopen. W
beetje boos omdat ik het ding ongetest meenam: “straks heb je vijftig Euro voor
niks uitgegeven en dan word ik echt boos”. Ik heb de gok genomen en ons huwelijk
op het spel gezet. En toen was het een kwestie van E22 rijden. Beetje saai,
maar het schoot wel op. Niet echt autoweg, maar regelmatig stukken met meerdere
wegvakken, zodat je vrachtauto’s en caravans kon inhalen met tempo 100. Af en
toe een regenbui. In zo’n bui zakte de temperatuur meteen een graad of vijf.
Tegen half drie kwamen we op de camping aan camping Tättö
Havsbad, gelegen bij zee op een schiereiland aan de
scherenkust. We kregen de tip van M&E met de opmerking “als je kunt moet je
plek 110 nemen”. Dus we staan fijn op dat plekje, eigenlijk de mooiste plaats
van de hele camping, weer voor zo’n € 31,00 per nacht. Dank M&E, we zullen
vaker naar jullie luisteren. Even tussendoor: Scheren
zijn rotsachtige eilanden geboetseerd door de gletsjers tijdens de ijstijden.
Na het afsmelten van de ijskap zijn de kustgebieden gaan stijgen en kwamen de
eilandjes boven het wateroppervlak. Dit verklaart hun gepolijste, afgeronde
vorm.
Geen
weer en geen tijd om te fietsen. Geen weer: regelmatig een bui en een wind die
aantrok tot kracht 4. Wanneer de zon scheen was het best lekker buiten, maar
toch vaak naar binnen om te schuilen. Geen tijd: de was moest gedaan worden. Je
wilt toch af en toe een schone onderbroek kunnen aantrekken en zo. Woord van de
dag: “torktumlare”, op de (Zweedse) handleiding in het washok afgekort tot “tork”.
Zeg maar droogtrommel.
Een mooie dag: Lappie werkt weer, een mooi plekje en het bier (met 3,5 % dat dan weer wel) is koud. En morgen? Morgen is er weer een dag. Dan gaan we fietsen, je hebt niet voor niets een fietsvakantie. V: 180.207; A: 180.492. Rijtemperatuur: jojoënd tussen 15 en 22 graden, af en toe regen, maar ook soms strakblauw. Mooie luchten! Zon op/onder: 03.59/21:55 (gegevens Loftehammer). Mooi luifeluitzicht: zie foto.