Båstad ligt in het noorden van Skåne län. Skåne is een ideale fietsregio. Weinig hoogteverschil (beloven de toeristenfolders) en veel prachtig aangelegde fietsroutes. Een “vlakke route” betekent in Zweden toch net iets anders dan wat wij in ons polderland gewend zijn. Eén van die “vlakke routes” is de Kattegattleden en tevens veruit de langste. En bekendste, want de Kattegattleden werd in 2018 nog uitgeroepen tot Fietsroute van het Jaar in Nederland. Het fietspad loopt ruwweg van Helsingborg naar Göteborg over een afstand van 395 km. Kilometers genoeg om te genieten van de adembenemende kustlijn, of zoals de website van VisitSweden schrijft: “De route slingert zich een weg langs de zuidwestkust van Zweden en dus is het onderweg genieten van de prachtige natuur, indrukwekkende kliffen, de pittoreske haventjes, natuurreservaten, uitgestrekte stranden en leuke dorpjes. En… de route is zo goed als autoluw”. Gisteren hebben we al twee stukken afgewerkt. Allereerst een deel met de auto, namelijk van Falkenberg naar Halmstad. De toeristische route – gemarkeerd met een margriet – liep voor een groot deel parallel aan de Kattegatleden. Om de paar kilometer kwamen we een verwijzing tegen naar weer een “Naturresevat". Eigenlijk hoort dit gebied niet bij Skåne maar bij Halland, maar als ik het niet had vermeld, wat het je ongetwijfeld niet opgevallen. Gistermiddag deden we op de fiets Båstad – Laholm. Schreef ik eerder dat de meeste Zweedse dorpen en stadjes sfeerloos zijn, Laholm vormt hierop een uitzondering. Misschien komt dat wel door de kleine klinkerstraatjes en het leuke dorpsplein waar veel Zweden heerlijk in de zon aan het bier zaten, of misschien omdat het stadje al in de middeleeuwen bestond. Vandaag gaan we op de fiets van Båstad naar het zuiden, richting Ängelholm. Volgens Komoot hebben we te maken met een “bergetappe”, we zullen het zien. Voor de volledigheid: kattegat betekent “nauwe doorgang”, het schijnt dat Hollandse zeevaarders die naam hebben bedacht. Hier schrijven ze het met twee T’s. Skåne heeft een eigen vlag: rood met een geel kruis, die wappert overal naast de Zweedse.
zondag 17 juli: @ båstad
Zondagmorgen in Båstad. Acht uur. Bijna tien uur geslapen, het moet niet gekker worden. Het lijf is wel toe aan koffie. Zwaar bewolkt, maar droog. Dat laatste is in ieder geval meegenomen als je veel tijd op de fiets doorbrengt. Een matige westenwind (kracht 3 tot 4) zal ongetwijfeld in de loop van de dag niet alleen het zeewater in het Kattegat onstuimig laten klotsen, maar ook de wolken uiteen blazen, zodat de zon er af en toe tussendoor kan piepen. Stiekem hoop ik op een lamzakdagje, terwijl ik eigenlijk wel weet dat dat er niet in zit. W is gisteren drie keer tevergeefs met een volle zak vuile was naar de tvättmaskin gelopen: elke keer in gebruik. Bijna moesten we naar de plaatselijke Hema of Zeeman voor een nieuwe portie onderbroeken, maar net op tijd kon W vanmorgen beslag leggen op de bij iedereen zo geliefde wasmachine. Gaf mij de gelegenheid de geplande route nog even om te draaien, zodat we aan zee wat meer profiteerden van de wind. De bultjes in bijgaand hoogteprofiel horen bij de Hallandsås of Hallandsåsen, een heuvelrug in het grensgebied van de Zweedse landschappen Skåne en Halland. Het was lange tijd een gebied van struikrovers.
Een mooie fietstocht van zo’n 55 kilometer; veel hoogtemeters, maar dat was bekend. Laat toch het begin van onze fietstocht weer een aantal kilometers over een oude spoorweg gaan, de Bjäre Banvall, langs het oude station van Båstad, hoog langs de flanken van de Hallandsås. De spoorlijn kon worden opgeheven omdat door de aanleg van de Hallandsåstunnel het spoor werd verlegd. Laagje asfalt erover en je hebt er weer een fietspad van 14 kilometer bij. Bij Grevie mochten we de voormalige spoorweg verlaten, mooie uitkijkjes gehad. Eigenlijk goed geregeld in Zweden die fietspaden: op gezette tijden een plek waar je bij hoge nood kunt uitwijken, de band van lucht kunt voorzien of je waterflesje vullen. Ben zelfs al douches langs de fietspaden tegengekomen. Bjäre is de naam van het schiereiland waar we vandaag overheen fietsten. Golf is hier een populaire sport: het schiereiland telt maar liefst zes golfbanen. En weer mochten we er eentje doorkruisen met onze fietsen.
Eén van de toeristische highlights wordt gevormd door de fascinerende kliffen van Hovs Hallar die zich op de noordpunt van Bjäre bevinden. Het was zonnig, zondag en vakantie in Zweden dus je kon over de koppen lopen. Heb je meteen een goed uitzicht op de tot 30 meter hoge kliffen die hier in de loop van de (miljoenen) jaren door golven en wind zijn gevormd.
De route deed me wel denken aan een lange-afstandswandeling die zoonlief en ik in een grijs verleden in Engeland gelopen hebben, het Coast-to-Coastpad. Komoot leek vandaag een beetje veel op de maker van dat genoemde pad, William Wainwright. Die goede man trok niet een rechte lijn van St. Bees aan de Ierse Zee tot Robin Hood’s Bay aan de Noordzee, nee: hij zocht in drie nationale parken (Lake District, Yorkshire Dales en North York Moors) de hoogste punten uit en knoopte die aan elkaar zodat je over 309 kilometer 6.077 meter mocht klimmen (en hetzelfde portie nog een keertje dalen ook, wat nog pijnlijker voor je kuiten is). Miep van Komoot deed vandaag hetzelfde. Af en toe zeiden we tegen elkaar – wanneer we weer eens naar boven waren gestoempt: “Zie je die weg daar liggen? Die hadden we ook kunnen nemen!” Biertje na afloop smaakte goed en we zullen weer prettig slapen.
Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag, dan maken we waarschijnlijk een eind aan ons Zwedenavontuur en verkassen naar Denemarken. Boot, brug? Nog niet mee bezig geweest. Twee woorden van de dag die met elkaar te maken hebben: “förräter” en “efterrätter”. Tussen die twee schafte de pot vandaag een gehaktbal, gekookte aardappelen met jus en gemengde bonensalade. En inderdaad: de wind trok het zwerk open, maar dat zie je ongetwijfeld aan de foto’s.