noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 2 juli 2022

zomerreis 2022 – 6: småland – 2

Las deze week in de Trouw (online) dat ook Zweden een groot gebrek heeft aan werknemers. Niet alleen in het onderwijs, in de zorg en bij de politie maar ook als horecamedewerker, bouwvakker of IT’er heb je morgen een baan. Aan vacatures ook in Zweden geen gebrek. Dit voorjaar had Zweden 185.000 vacatures, 75.000 meer dan in dezelfde periode als vorig jaar. Aan de andere kant is er sprake van een betrekkelijk hoge werkloosheid. Laatste cijfers (mei van dit jaar) 8,5 procent. Het gemiddelde voor de EU ligt ruim twee procentpunt lager. De oorzaak? Werklozen in Zweden zijn te categoriseren in ruwweg vier groepen: ouderen (55+), mensen zonder voortgezet onderwijs, mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking en – verreweg de grootste club: zij die buiten Europa zijn geboren. In deze laatste groep zit een fors aantal laag- of ongeschoolde migranten in het afgelopen decennium massaal door Zweden opgevangen. Deze groep is moeilijk te integreren in de arbeidsmarkt: Zweden hanteert een relatief hoog taal- en onderwijsniveau. Is er dan een langere-termijnoplossing? Zweden moeten linksom of rechtsom worden gemotiveerd van vaardigheden en beroep te wisselen, aldus een of andere hoge pief wiens naam ik niet kan onthouden. De taallessen voor nieuwkomers moeten beter. En: “We moeten onszelf eens gaan afvragen of het wel zo’n goed idee is dat we alle jongeren die daarvoor in aanmerking komen aanmoedigen naar de universiteit te gaan. Sommigen hebben misschien meer baat bij beroepsonderwijs.” Is er eigenlijk veel verschil met Nederland?

zaterdag 2 juli: @ urshult (småland)

Gisteravond is het gaan regenen en eigenlijk deed het dat de hele nacht. Af en toe een klap onweer erbij. We slapen er allebei altijd een beetje onrustig van. In de loop van de ochtend werd het droog. Zweden ziet er ineens heel anders uit in zo’n regenbui: de campinggasten lijken meteen een stuk chagrijniger (nee, wij niet!). In de camper ontbijten heeft ook zijn charme. In de loop van de ochtend tijd voor actie! Opnieuw een fietsrondje. Wel de lange broek en een trui aan, dichte schoenen; regenjas mee: er kan nog een drupje uit de lucht vallen. Deze keer vormde een route van Ed en Margo ons uitgangspunt. E&M zijn dorpsgenoten, W kent M van het vrijwilligerswerk. Het bijzondere is dat E&M reisleiders zijn (geweest?) van groepsreizen van de ANWB, dus alles is in de puntjes voorbereid. Ze reisden een maand voor ons en we kregen een stickie met al hun bestanden en W ontving regelmatige updates tijdens hun reis. Via hen kwamen we er ook achter dat de goedkoopste manier om in Zweden te komen met de veerboot Rostock – Trelleborg was. Wil je hun reisverhaal lezen? Dat kan hier: https://margogo.reislogger.nl/fietsen-zuid-zweden/archief. Krijg je een andere kijk op Zweden: Margo ziet kleuren en ruikt bossen, ik zie wegnummers. Het tweetal is eind juni teruggekomen in Nederland. De fietsroute van ons is geen exacte kopie, want ik heb hem uitgezet in Komoot; ik hou niet zo van routes op papier. Telefoon in de broekzak en zij van Komoot vertelt wel waar we heen moeten.


Het rondje van vandaag was ook niet zo ver als dat van gisteren. Wel hebben we uitgebreid de tijd genomen voor het verkennen van het stadje Tingsryd. De gemeente adverteert met “Tingsryd is heel Småland op één plek! Diepe betoverende bossen, glanzende meren en beekjes, bloeiende weiden en open velden. Rode huisjes, kronkelige weggetjes en prachtige stenen muren. Er is zoveel te zien en te beleven. Welkom in de gemeente Tingsryd! Waar het leven heerlijk is!” De route naar Tingsryd was schitterend, het dorp zelf had niet veel te bieden. Yep, wel een bankomat oftewel flappentap. Is tegenwoordig weinig avontuurlijks aan aan het vinden van zo’n ding. Google even op “bankomat in de buurt”, volg de routeaanwijzingen en klaar is B. Nu heb je hier in Zweden weinig tot geen contant geld nodig: vrijwel alles gebeurt met een pasje. Op de boot kon je al helemaal niet met contanten terecht. Dit in tegenstelling tot Duitsland: W wilde bij het aardoliemuseum in de buurt van Celle de entreebewijzen met een pasje betalen, kon helemaal niet. Toch maar voor een paar Euro’s SEK’s gepind, kan W tenminste aardbeien langs de kant van de weg kopen.

Ik schreef al dat Margo andere dingen opvalt en noteert. Zij schreef het volgende over haar fietstocht (vrijwel identiek aan de onze): Wie zegt dat Zweden alleen maar bossen kent, vergist zich. We fietsten door een heuvelachtig landschap, berg op en berg af. Inderdaad geen uitzicht zoals we die van de Nederlandse polders kennen maar wel intieme stukjes weiland of een perceeltje kale rotsige bodem tussen al de fris groene stukken bos. Af en toe een boomgaardje en dan weer een onder de blauwe lucht glinsterend meer. Alles is hier kleinschalig want als je ziet hoeveel grote basalt keien uit de ijstijd hier verspreid liggen, snap je dat van een uitgebreide agrarische sector geen sprake kan zijn. Tegelijkertijd ademt alles rust en ruimte uit. Op de hele rit zijn we niet meer dan 10 auto’s tegen gekomen. In de bermen hoog opgeschoten prachtig bloeiende lupinen in de kleuren paars, roze en wit afgewisseld door fluitenkruid en margrieten.” Klopt helemaal, alleen de lupinen waren vrijwel uitgebloeid en hadden al behoorlijke zaden. Van een margriet heb ik nog even een kunstzinnige foto gemaakt. We kwamen wat meer auto’s tegen, het is tenslotte zaterdag en dan hebben de Zweden ook weekend. Een klein stukje van de tocht volgden we de Sydostleden, weer zo’n langeafstandfietsroute door Zweden, deze loopt van Växjö naar Simrishamn. De tocht van vanmorgen was “anders” dan die van gisteren. Hadden we rond het meer van Åsnen relatief veel niet bestrate paden, vandaag zoefden de banden vooral over voortreffelijk asfalt. Wel heuvelachtig, maar volgens W wordt elke beklimming beloond met een prettige afdaling. Je kunt ook zeggen dat elke afdaling wordt afgestraft met een pittige beklimming, maar als je het zo ervaart schijn je te negatief in dit leven te staan.

Het woord van de dag is “loppis”, we kwamen het in bijna elk dorp tegen. De vertaling “vlooienmarkt” is wel erg ruim: meestal wat oude rommel in een schuur. Zaterdag schijnt in Zweden loppisdag te zijn.

Na ruim 40 kilometer terug op ’t nös, een bammetje, wat luieren in de stoel: krachten verzamelen voor de tweede barre tocht. Deze had als eindpunt Lunnabacken, een oude heidense gebedsplaats die door de eeuwen heen een ontmoetingsplaats is geworden voor bewoners van de streek. Hier vind je het hoogste punt van de omgeving (187 meter boven de zeespiegel) met een mooi uitzicht op het meer van Åsnen. Mooiste fietsroute tot nu toe, wel weer flink wat klim- en daalwerk, maar ook weer een stuk van het oude spoorwegpad. Hier kwamen we (waarschijnlijk vanwege de schaduw) nog wel bloeiende lupinen tegen. Op grote delen geen mens te bekennen. Een biertje en een koffie-met op een terras in Lunnabacken. Over de prijs zullen we het maar niet hebben. Kwam wel tot de conclusie dat het een groot verschil maakt of je öl (Zweeds) of Öl (Duits) bestelt, van dat laatste krijg je echt een vette bek!








Mooie dag, temperatuur oplopend tot 23 graden. 's Nachts regen, maar na 09:00 uur droog. Overdag w
isselend bewolkt, Gewoon aangenaam fietsweer. En morgen? Morgen is er weer een dag. De bemanning van het schip is er nog niet uit: blijven of anker op? Beide heeft zo zijn voordelen, maar stuurman en kapitein verschillen nog wat van mening. Komen we ongetwijfeld wel weer uit.