noordpolderzijl

noordpolderzijl

dinsdag 12 juli 2022

zomerreis 2022 – 15: nog een heleboel kanaal

Toen we gisteren langs het Götakanaal fietsten kreeg ik actieve herinneringen aan het Caledonian Canal, een soortgelijk project dat voor een deel gebruik maakt van meren. In een grijs verleden, toen ik nog jong en mooi was, heb ik dat stukje van Fort William naar Inverness gelopen samen met mijn zoon. We hadden net de West Highland Road achter de kiezen en nog “een weekje over”. Het Caledonian Canal is in ongeveer dezelfde tijd gebouwd (1802 – 1822), de aanleg van het Götakanaal nam de periode van 1810 tot 1832 in beslag. Architect van het Schotse kanaal was Thomas Telford. Laat deze Thomas nu ook geholpen hebben bij het ontwerp van het Götakanaal. Baltzar von Platen had zijn advies en hulp vooral nodig bij het bepalen van de positie van de sluizen. We hebben het dan over 1808. Vijf jaar later keerde Telford nog eens terug naar Zweden met tekeningen van sluizen en bruggen. Hij had de goedkeuring van de Engelse staat gekregen om de nieuwste technologie te delen. Het meest imposante onderdeel van dat kanaal door Schotland is ongetwijfeld het stelsel van acht sluizen die over een horizontale afstand van nog geen 500 meter een hoogteverschil van bijna 20 meter overbrugt. Dit sluizencomplex heeft de naam Neptune’s Staircase meegekregen. In het Götakanaal liggen totaal 58 sluizen maar het is niet zo spectaculair als de Schotse broertjes. De knappe kop bij deze alinea is Thomas Telford.

dinsdag 12 juli: @ wasserbacken

Vroeg op, ik dan: half zeven. Nature calls, of zoiets. En als je dan de lange weg hebt afgelegd naar het servicehus, daar enige tijd hebt verpoosd en via een ander pad weer teruggekeerd bent, is de behoefte aan slaap verdwenen. Ik was niet de enige: veel vaders en moeders van vooral zeer jonge kinderen waren al druk in de weer: wandelen, spelletjes spelen. Gelukkig ligt de tijd van “eendjes-voeren-aan-het-Nuldernauw-om-half-vijf-’s ochtends” ver achter ons. Dus om zeven uur al buiten aan de koffie “in dat land dat barst van de heuvels, ondoordringbare bossen en peilloos diepe meren waarvan je de overkant alleen vanuit de top van een boom en bij heel helder weer kunt waarnemen”. Inderdaad: niet van mezelf, maar gejat van een of ander toeristenfoldertje. Was tijdens de koffie aan het peinzen over gesprekken die ik een maand geleden gevoerd heb tijdens de neven- en nichtenreünie van W. Hoog (ex-)lerarengehalte toen. Iedereen was het over één ding eens: in plaats van top-down allerlei onderwijsvernieuwingen door te voeren (basisvorming, tweede fase, weer samen naar school – om er maar een paar te noemen) moet het onderwijs teruggegeven worden aan de leraren. Minder vergadermomenten, minder bureaucratische taken, zodat een leerkracht zich kan toeleggen op de kerntaak: het geven van kwalitatief goed onderwijs.


Een mooie camping dat Askeviks, had er nog wel een dagje willen blijven, maar daarvoor hadden we geen programma meer. Nu heb ik dat niet echt nodig (een programma), maar ik ben deze reis niet alleen: W wil actie. Dan zit er dus niks anders op dan verkassen. Niet te ver, daarvoor is het weer te mooi. Zonde om de hele dag aan verplaatsen te besteden. We hadden een aantal plekken aan het Götakanaal geprikt in de wetenschap dat het er erg druk zou zijn, gisteren tijdens onze fietstocht gezien: om twee uur was er nergens meer een plekje te krijgen. Motto van de dag: Haast u Langzaam. We zwerven deze dagen door Västergötland en dat ligt (je hebt het al door) naast Östergötland.
De camperplaats bij Hajstorp was vol, maar er was wel een hele grote P in een wei, waar we Puzzel konden stallen en onze rijwielen gereed maken. Een simpele route: 21 kilometer heen en 23 terug vanwege een uitstapje om boodschappen te doen. Met uitzondering van die boodschappen strak langs het Götakanaal (ik mag dat van W niet meer op zijn Achterhoeks uitspreken maar Jeutakanaal zeggen). Strakblauwe luchten, pas later in de middag begon het een beetje te sluieren. Warm maar prettig fietsweer. De bemanning op de boten had het ook warm. Is trouwens nog best prijzig zo’n tochtje over het Götakanaal: voor een “gemiddelde boot” (12 – 15 meter) betaal je een kleine 1.000 € voor een enkeltje, havengeld, water, vuilnis inbegrepen, prijzen hoogseizoen. Wil je door naar Göteburg komt daar zo’n 100 € bij. Je mag er wel net zo lang over doen als je wilt. Wil je je laten varen kan dat ook: er dobberen een paar passagiersboten op het kanaal en alles is mogelijk: een paar uur tot een complete zesdaagse cruise van Stockholm naar Göteborg (of visa versa). Er varen drie passagiersschepen: de Juno, de Wilhelm Tham en de Diana. De Diana is het “jongste” schip, gebouwd in 1931, eigenlijk zijn het varende museumstukken. De drie boten zijn zo gebouwd dat ze precies in de sluizen van het Götakanaal passen.

Veel bruggen hier zijn van het roltype: ze worden letterlijk op rolletjes teruggetrokken. Heb er verbaasd naar staan kijken: ergens ver weg zit zo’n ambtenaar die meerdere bruggen bedient. En ook dat loopt op rolletjes.


Zestig alnstenar (van die afstandsstenen) liggen er langs het kanaal van Sjötorp tot Tåtorp. Tåtorp is onze eindbestemming. Het Vikenmeer leidt de boten verder richting Forsvik en Karlsborg. Kinderen mochten de sluis naar het Vikenmeer bedienen: er zijn nog twee handbediende sluizen in het kanaal, de andere ligt aan de andere kant van de Vättern. We beschouwden Tåtorp als eindpunt van de wereld en keerden om. We hadden het op de heenweg al gezien: een paar kilometer van Tåtorp heb je twee kanalen. In de jaren dertig van de vorige eeuw werd Bergkanalen aangelegd. Dit kanaal sneed een heel vervelende bocht af. Tussen het oude en het nieuwe kanaal ligt Lanthöjden, Lanthöjden is nu een eiland, volgens W heeft ze er een obelisk gezien. Ze zag wel meer: een paar beelden aan de kant van het water. Het laatste gedeelte van het kanaal is wel vrij smal: er zijn zelfs passeerplekken aangelegd, gemarkeerd door een schitterend bord.




In Töreboda moesten we even een brood scoren, maar niet nadat we kennis hadden gemaakt met veerboot Lina, de kleinste reguliere veerboot van Zweden en volgens mij ook de enige veerboot over het kanaal. Het verbindt het oostelijke en westelijke deel van Töreboda voor voetgangers en fietsers. De korte reis duurt slechts 20-25 seconden. De veerboot wordt met de hand over het kanaal getrokken met behulp van een touw. Wanneer het bootverkeer langs de veerboot wil, wordt het touw losgelaten tot op de bodem van het kanaal en weer opgepakt als het bootverkeer is gepasseerd. Tijdens het winterseizoen wordt de veerboot vervangen door een kleine brug over het kanaal.


Terug in Hajstorp fietsen in- en opgeladen en een overnachtingsplekje zoeken. Dat viel nog niet mee. Toen ik helemaal klaar was met het Götakanaal, was het kanaal dat nog niet met mij: we vonden uiteindelijk een plekje in Wassbacken, waar ik alle leed van W mocht wegspoelen met een echt biertje, sinds Stockholm niet meer geproefd.

V: 181. 328; A: 181.370; zon op/onder: 04:12/22:04. Een mooie dag. Schitterend weer, maar dat zie je ongetwijfeld aan de foto's. Fijn gefietst. Een lekker biertje. En morgen? Morgen is er weer een dag. We hebben nog geen concrete plannen, alleen ideeën. Sluiten we af met het woord van de dag: “Svenska köttbullar”, smaken heel goed bij rödbetssallad. Je kunt ze ook krijgen bij de Ikea.