Soms heb je van die dagen dat je wel tien A4-tjes vol kunt schrijven over wat je hebt beleefd. Vandaag was zo’n dag, maar ik zal me proberen te beperken. Bremervörde kende ik als het start- c.q. eindpunt van een 250 kilometer lange toeristische autoroute waarin allerlei maritieme bezienswaardigheden als bruggen, veerponten en dammen met elkaar verbonden zijn. De route heet de Deutsche Fährstraße. Staat nog steeds op mijn verlanglijstje.
zaterdag 23 juli: @ appelscha
Als je van Oost-Duitsland naar Nederland gaat moet je drie rivieren over (of onderdoor als je dat liever wilt). Gisteren was de Elbe aan de beurt, vandaag “deden” we de Weser en de Eems, beide via een tunnel. Miep van Google Maps mag je ook niet meer op haar blauwe ogen vertrouwen: ze beloofde ons een kortere weg om een file te vermijden: winst 10 minuten. Doen dus! Staan we even later een kwartier te wachten voor een verkeerslicht. Weg tijdwinst. Een route in westelijke richting, einddoel Appelscha, dat plaatsje waarvan ik nooit kan onthouden of het in Friesland, Groningen of Drenthe ligt. Gemeente Ooststellingwerf, waartoe Appelscha (op zijn Fries Appelskea) behoort ligt dus in Friesland en grenst aan die andere twee provincies.
Is Zweden chauvinistisch wat vlaggen betreft, Nederland kan er ook wat van. Alleen hingen alle vlaggen ondersteboven: blauw boven dus. Kwestie van boze boeren. Ga hier geen politieke discussie voeren, maar moet wel kwijt dat meisje Christianne van der Wal-Zeggelink (VVD-er en minister van stikstof en natuur) wat minder haar haar op de tanden moet laten zien en niet alles top-down moet willen regelen. Overleggen dus Christianne. Het aanstellen van een bemiddelaar in de persoon van Johan Remkes is eigenlijk fout: bemiddelen betekent dat er stront aan de knikker is en dat had voorkomen kunnen worden door op tijd te overleggen. Stop: ander onderwerp.
Om goed half twee parkeerden we Puzzel op camperplaats Appelscha. Een behoorlijk oud plaatsje, voor het eerst genoemd in 1247, toen heette het Appels. De uitgang ‘sche’ betekent bos, vandaar de naam Appelsche of Appelscha. Het dorp heeft lang bij Drenthe gehoord. In 1827 begonnen duizenden arme Friezen het dorp te bevolken om er turf te steken.
Ja, we gingen fietsen. De tocht naar en door het Fochterloërveen was begroot op 35 kilometer. Daar kwamen er tien bij, want we moesten even controleren of de fietsenmaker in Oosterwolde nog bestond. Reden? Men zegt wel eens dat iemand de trappers niet meer rond kan krijgen. Bedoeld wordt dat het dan niet goed gaat. Is helemaal fout: trappers horen horizontaal te blijven staan wanneer je fietst. Het is knap lastig als ze toch ronddraaien, vraag maar aan W. Toen W stopte en ik vroeg wat er aan de hand was kon ik een duidelijke diagnose stellen: gevalletje onwillige kogellagers. Fijn dat Google Maps vertelde dat de dichtstbijzijnde fietsenmaker op 3,6 kilometer te vinden is. Handige knaap die fietsenmaker en hij bevestigde mijn technische conclusie. Weet niet of dat een kwestie was van klantenbinding of dat mijn twee linkerhanden toch niet zo links blijken te zijn. Kortom: twee nieuwe trappers aan de fiets, 15 Euro armer en vooruit met de geit.
Door het Fochterloërveen naar Veenhuizen. Deze plaats heeft voor een belangrijk deel haar bestaan te danken aan de voormalige kinderkolonie Veenhuizen. We leven in 1823 wanneer er door de Maatschappij van Weldadigheid drie grote gestichten voor weeskinderen worden gebouwd. Toen bleek dat er geen wezen genoeg waren om alle slaapplekken te vullen werd besloten één gesticht te herbestemmen voor bedelaars en landlopers.
Een tijd geleden "het pauperparadijs", het debuut van Suzanna Jansen gelezen. Korte samenvatting: Amsterdam-Noord tijdens de crisisjaren; Roza Dingemans, moeder van een door schulden en alcoholisme getroffen gezin, probeert haar waardigheid te bewaren. Ze ontleent haar trots aan een gerucht over een voorname afkomst. Maar is dat werkelijkheid of mythe? Op zoek naar de feiten stuit haar kleindochter, de auteur, op een verborgen geschiedenis: de heropvoedingsexperimenten in het Drentse Veenhuizen waaraan haar voorouders werden blootgesteld. Wat begon als een bevlogen plan om de onderklasse te verheffen veranderde al snel in een fuik. Suzanna Jansen volgt vijf generaties van haar familie. Van bedelaarskolonie Veenhuizen tot wonen-onder-toezicht in de twintigste eeuw. Gaandeweg blijkt hoe de opvoedcampagnes ingrijpen in het leven van Roza Dingemans en haar nazaten."
Ik vind Veenhuizen een wonderlijk dorp. Sinds 1970 leven er geen 'verpleegden' meer. Het dorp telt echter nog steeds drie strafinrichtingen, waarin in totaal ruim 1.000 gedetineerden vastzitten. Veenhuizen is pas sinds 1981 vrij toegankelijk. Daarvoor mochten – naast de gevangenen - alleen het gevangenispersoneel en hun gezin het dorp in. Wie met pensioen ging of een baan buiten Veenhuizen vond, moest verhuizen. De kenmerkende gebouwen in Veenhuizen worden tegenwoordig meer en meer bewoond door burgers die niets van doen hebben met justitie. We waren ooit een keer (in een grijs verleden) in het Gevangenismuseum van Veenhuizen, was best aangrijpend.
En toen was opnieuw het Fochteloërveen aan de beurt, een 2.500 hectare groot natuurgebied, half Drenthe, half Friesland. Het geldt als één van de weinige en best bewaarde hoogveengebieden in Nederland. Eigenlijk is het nog maar een “restje”: sinds 1660 is het gebied grotendeels afgegraven. Men zegt dat het een toeval is dat het Fochteloërveen niet afgegraven is of misschien een gevolg van de geïsoleerde ligging op een provinciegrens. Hoe dan ook: hier is veen, veen en nog eens veen. De heide begon al te kleuren. En natuurlijk kraanvogels. Sinds 2001 broeden ze hier weer. W heeft nog even de uitkijktoren “De Zeven” beklommen om te kijken of ze gespot konden worden, maar nee: geen enkele vogel (ook geen andere soorten) te zien.
V: 182.562; A: 182.810. Rijtemperatuur 16 tot 21 graden. Tijdens het rijden zwaar bewolkt met regelmatig een spetter. Tijdens de fietstocht: half bewolkt en 22 graden. Gefietst: 45,6 km. Zon op/onder: 05:37/21:43 (gegevens Appelscha). Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. We blijven hier en we gaan fietsen. Verrassend toch?