Als je de titel leest denk je waarschijnlijk aan Arles, de plaats waar Vincent van Gogh een deel van zijn leven heeft doorgebracht. Wij hebben Arles geschampt en gaan een klein stukje zuidelijker, naar zee en wel naar Les Saintes-Maries-de-la-Mer, een vissersdorpje met witte huizen, gelegen in het hart van de Camargue. Vincent heeft in juni van het jaar 1888 een uitstapje gemaakt naar dit dorp dat toen ongetwijfeld nog puur was en niet overlopen door de toeristen en waar je tegenwoordig meer campers ziet dan huizen. Hij blijft een paar dagen in het vissersdorp en maakt in die korte tijd negen tekeningen, twee schilderijen met strand- en zeegezichten met vissersboten en een schilderij van van Les Saintes-Maries-de-la-Mer zelf. In een brief aan zijn broer Theo beschrijft hij de kleur van de zee “als van makrelen, dat wil zeggen wisselend – je weet niet altijd of het groen is of paars, je weet niet altijd of het blauw is – want een seconde later heeft de steeds veranderende weerschijn een roze of grijze tint aangenomen”. Enkele tekeningen die hij aan het strand en in het dorp maakte, heeft hij later “thuis” in Arles in schilderijen uitgewerkt. Foto's zijn afkomstig van het Kröller-Müller- en van het Van Goghmuseum.
woensdag 8 september: @ les saintes-maries-de-la-mer
Als de muggen in je rode wijn gaan zwemmen wordt het tijd dat je vertrekt. W was het met me eens en kon zich ook vinden in mijn keuze voor de zee. “Als we maar even gaan shoppen bij een E Leclerc”. Er stonden nogal wat dingen op het lijstje die je bij een doorsnee Lidl niet kunt krijgen, non-foodartikelen dus. Nog even de huishouding doen. Het bevallige kontje in dat groene jurkje is van W die de vloer aan het dweilen is. Moet ook af en toe gebeuren.
Wij vonden E Leclerc in Avignon wel, Google Maps meende dat het op een heel andere plek lag en wel achter een tunneltje van 2,50 meter hoog. “Hoe hoog zijn we eigenlijk?” vroeg W en op dat ogenblik had ik het stuur al omgedraaid. Geen groot verkeer op de weg, alleen kleine auto’s. Toevallig? Gelukkig staat te pas en te onpas aangegeven waar die hypermarkten staan en E Leclerc konden we vinden “direction Nîmes”. Afgestreept van ons boodschappenlijstje: muggenolie voor onze lijfjes, spuitbus muggenspray voor in de bus, usb-adapter voor de sigarettenaansteker, vliegenspray voor het voorruitcleaninggebeuren. Niet gevonden: een tapette à mouche; toen ik er naar vroeg verwees men mij naar de afdeling “presse”, met andere woorden: ik moest maar een krant kopen, daar mepten ze in Avignon altijd de vliegen mee dood. Een wasrekje wel gevonden, maar de duurste te duur en de goedkoopste te gammel, we promoveren nog wel een tijdje een scheerlijn tot wasdraad. Ook zullen we het nog even zonder klein snijplankje moeten doen, de vorige was te goor om nog te gebruiken; bij de hyper waren ze niet op voorraad. En tenslotte: eindelijk weer een schaar die het doet! Wat kan een mens toch gelukkig zijn met kleine dingen. Nog wat nat en droog in het karretje en voor je het weet ben je een uur verder. Nog even gekeken naar de prijzen van een fles Chateauneuf-du-Pape. Het begon met een leuk wijntje voor net geen 17€ en bij het afrekenen van de duurste fles krijg je nog een paar euro terug als je met een briefje van honderd betaalt. Och, ons slobberwijntje is ook goed drinkbaar. Nog even goedkoop tanken (scheelt 30 cent op een liter met een tankstation langs de tolweg) en naar de Camargue.
En toen de camping, camping La Brise in Saintes-Maries-de-la-Mer. We kwamen in de middagpauze aan (volgens de website zijn ze de gehele dag open) en we waren niet alleen: er stond een internationaal rijtje. Natuurlijk ben je niet onmiddellijk aan de beurt als de receptie open gaat (na drie kwartier), nee: dat hele internationale rijtje moet ingecheckt worden. Kortom: half uurtje later was ons een plekje toegewezen. Helaas: occupé, oftewel in gewoon Nederlands “bezet”. Terug naar de receptie, achteraan aansluiten, want er had zich een nieuw internationaal rijtje gevormd. “Helaas, maar kan gebeuren: dit is uw nieuwe nummer”. Gelukkig klopte de plattegrond van de grote camping (zo’n 1100 plekken) en konden we warempel zo maar ons nieuwe plekje vinden. Helaas: ook occupé! W heeft vervolgens zelf het mooiste plekje van de camping uitgezocht (tegenover het zwembad en 50 meter van het toiletgebouw) en sur des jambes hautes naar de receptie gestapt, waar men er 100 procent van overtuigd was dat we overal konden staan, behalve op het door ons gekozen plekje want dat viel in de hoogste prijsklasse en dat je met het armoezaaierskaartje dat ACSI heet, toch meer de periferie van de camping moest opzoeken. Uiteindelijk heeft de cheffin van het zaakje toestemming gegeven om bij wijze van hele hoge uitzondering op deze godenlocatie te gaan staan. Kort samengevat: om kwart over één stonden we voor de poort en om kwart over drie zaten we aan het bier. En dan dat polsbandje, alsof we op een all-inclusive resort zitten. Vroeger kreeg je in een kamp een brandmerk, tegenwoordig beperkt men zich tot een bandje.
Een fietstocht van zo’n 30 kilometer om het hoofd weer koel te maken. Einddoel: de phare de la Gacholle, over de dijk, de “digue de la mer”. Flamino’s, paarden en zoutvlakten. Heen een stevige wind tegen, terug (zelfde weg) een prettig steuntje in de rug. De weg is op zich goed berijdbaar op enkele zandstroken na. Het voordeel van de wind is dat er geen muggen zijn en dat de was, die inmiddels aan de lijn hangt, snel droogt.
Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. We blijven hier.
V:
166.798 Rijtemperatuur: 18 – 27 graden |
overwegend
bewolkt, later aan zee: zonnig, maar veel wind
|
Wifi-index:
96 %; Camping La Brise, Saintes-Maries-de-la-Mer; code campercontact 8166; met ACSI-kaart 18€ plus een paar cent toeristenbelasting |