woensdag 20 april 2022: @ vincelles (bij auxerre)
Vandaag het tweede deel van die mooie snelweg. We gaan verder door het Centraal Massief. Bereikten we gisteren al de hoogste top (1121 meter bij de Col des Issartets), vandaag ging het langzaam maar zeker naar beneden. De A-75 is de hoogste snelweg van Frankrijk. De aanleg van de weg heeft 2,2 miljard Euro gekost (da’s zo’n beetje 6,5 miljoen per kilometer). De Franse Staat had een potje, de tol voor het viaduct van Millau zorgt ook voor het nodige en ook werd een deel gefinancierd door de opbrengsten van de A9. Was gisteren voor een deel de Lot onze begeleidende rivier, vandaag mochten we het lange tijd doen met de Allier. Ik wist nog een Lidl in Gannat met een uitstekende parkeerplaats en daar heeft W de ontbijt- en lunchspullen voor vandaag gekocht. Ontbijten bij de Lidl, lunchen op een mooie picknickplaats “ergens langs de D977” in de buurt van Varzy. Tussen die twee etenspauzes hebben we iets bijzonders meegemaakt: voor het eerst sinds jaren niet verdwaald in de omgeving van Moulins. En voor het eerst sinds jaren hadden we ook beiden geen gelijk, Moulins ligt aan de Allier en niet aan de Loire (W) of aan de Seine (B). Foto van het uitzicht op het oude centrum van Moulins vanaf de linkeroever van de Allier geleend van Wikipedia. We moeten de stad een volgende keer eens met een echt bezoekje vereren.
Had me zo verheugd op de N151, één van mijn lievelingswegen. Sluiten ze die om een of andere reden voor een groot gedeelte af. Compleet met verkeersregelaars, die kennen ze dus in Frankrijk ook al. Bij Clamency (waar ze zo’n mooie Leclerc hebben) niet linksaf maar rechtsaf zodat we een detour kregen van een half uur. Vezelay (waren we vorig jaar) opnieuw mogen bewonderen en uiteindelijk kwamen we nog te vroeg aan op Camping Les Ceriselles in Vincelles, een plek waar we al vaker gestaan hebben (17 € all-in). Konden pas om drie uur inchecken, maar een vriendelijke beheerder liet ons al eerder een plekje uitzoeken.
Tijd genoeg om nog een eind te fietsen. Schoonzus S te K zal wel zeggen: “Hebben ze weer een Amsterdam-Rijnkanaal gevonden”, maar schoonzus S te K: deze keer is het het Canal du Nivernais. Dit kanaal van 180 kilometer lang verbindt de Loire via de Yonne met de Seine en werd oorspronkelijk aangelegd om hout voor verwarming via vlotten aan te voeren naar de Parijse regio, werd het vrij snel een economische motor voor de streek en een transportweg voor onder andere wijn, granen, steenkool en kalksteen. Voltooiing van het kanaal: 1843. Langs het kanaal loopt een Voie Verte. Mooi fietsen dus, want er zijn nauwelijks hoogteverschillen (al doen de 110 sluizen in het kanaal anders vermoeden). Nu wordt het kanaal alleen nog door de pleziervaart gebruikt. We hebben ooit vanaf de camping naar Auxerre gefietst. Vandaag ging het de andere kant op. Weer een heen-en-weertje, totaal een kleine 30 kilometer, geen zin om terug over wegen met autoverkeer te fietsen.
En toen was het weer raak: de jaarlijkse bijna-dood-ervaring op de fiets. Deze keer stond een steen in de weg. Geen gewoon steentje, een joekel van een steen, in een bocht op het fietspad. Terwijl ik de omgeving aan het observeren was ontmoette mijn voorwiel die steen die gewoon in het midden van het fietspad ligt om auto’s tegen te houden. Neem van mij aan dat deze steen niet alleen auto’s maar ook niet-oplettende fietsers tegenhoudt. W fietste zoals gewoonlijk vlak achter me en zag me voor de zoveelste keer in mijn en haar leven een noodsmak maken. Niets aan de hand, man heel, fiets na wat geduw en getrek ook weer in min of meer oorspronkelijke staat. We hebben het hopelijk weer gehad voor dit jaar wat fietsongelukken betreft. En hoe voelde ik mij? Ik ben heel boos geworden (niet alleen op mezelf, maar vooral op de plaatser van die rotsteen) en dat is helemaal niet gezond (voor mij dan). "Al mijn bloed trok uit mijn hersens, en de neurotransmitters die er normaal gesproken voor zorgen dat ik een uiterst sympathieke en voorkomende indruk op mensen maak, werden geblokkeerd door agressieve rode monsters die mijn ogen veranderden in zwarte gaten. Mijn gelaat vertrok tot een valse grimas en mijn mond was plots een goddeloze scheur des verderfs". Tja je leest nog eens wat, weet niet eens meer waar die tekst vandaan komt. Ik houd er gelukkig alleen maar wat schaafplekken, een paar flinke bloeduitstortingen en vooral een gekneusde ziel aan over.
V: 175.956; A: 176.369; rijtemperatuur 9, dalend naar 7 (hoge gedeeltes van de A-75), daarna oplopend tot 21 graden; zon op: 06:48, onder 20:41 (gegevens Vincelles). Een mooie dag, ondanks de heftige ervaring met de steen. En morgen? Morgen is er weer een dag. Weer een stukje naar het noorden. We hebben het slechte weer tot heden toe aardig ontlopen.