Een
paar lezers hadden moeite met het woord “ankerop” dat
ik gisteren gebruikte.
W
vond dat het twee woorden waren, heeft ze niet goed. Officieel:
ankerop is het sein tot vertrek (van een ten anker liggend schip);
ankerop gaan betekent vertrekken. Vond nog een mooi plaatje bij dit
stukje namelijk: “schepen
voor anker op een kalme zee”, geschilderd
door Jan
van de Cappelle ergens tussen 1640 en1679 en
te vinden in het Rijksmuseum.
Ben
je weer helemaal bij en tevree.
Vraagje van vaste lezeres L te D: “Wat doen jullie meer: met een bankpas betalen of contant?” Wel vaste lezeres L te D: als het even kan met een pasje, maar op sommige plekken (bijvoorbeeld de camperplaats waar we nu zitten) accepteren ze dat alleen als je boven een bepaald bedrag zit. In dit verband is het interessant een stukje krant aan te halen over het gevoelsmatige verschil tussen contant en met een pasje betalen. Weet niet meer welke krant het was, gelezen op Topics, dat is zo’n verzamelsite met lezenswaardige artikelen uit kranten van die grote Belgische persboer (DPG media): “Er bestaat zoiets als betaalpijn,” legt Ariane Kleijwegt, woordvoerder bij Wijzer in geldzaken uit. “Als je geld op de toonbank legt om iets te betalen, wordt het gebied in de hersenen waar je pijn ervaart geactiveerd. Daarom voelt het niet fijn om geld uit te geven. Dat gevoel krijg je niet als je digitaal betaalt. Dan merk je eigenlijk niet dat je geld uitgeeft. Vooral voor kwetsbare groepen is het dan ook lastiger om grip op geld te houden. Met fysiek geld is het makkelijker om te zien hoeveel geld je nog hebt, hoeveel je nog kan besteden en hoe je dat verdeelt.” Over geld gesproken: het eten heeft gisteren weer eens bijna niks gekost. Er lag nog een paprika, een stukje ham had een eerder gerecht overleefd en met een uitje en wat koude pasta heb je zo een maaltijdsalade gefabriceerd. Daadwerkelijke (nieuwe) kosten: 1 € voor een zak rucola. Iets van Jan Splinter en een winter?
zaterdag 2 april 2022: @ palamós
Vijf graden was de temperatuur in ons busje toen ik om kwart voor acht de grote, blote voeten op het koude zeil zette en toch zin had om op te staan. Blijkt deze kassakraker al te dateren uit 1965, geschreven door Bob Bouber en uitgevoerd door het bandje “Het” met zang van Jacques Zwart. We worden ouder, was toen nog geen 15. Heeft het nog tot nummer 8 gebracht in de Top 40 en in de eerste jaren (1999 tot 2005) ook in de Top 2000 gestaan.
Maar we hebben het niet over lang vervlogen tijden, maar over de dag dat we op de fiets de omgeving van Palamós verkennen. Van de ommuurde, middeleeuwse stad is niet veel overgebleven, af en toe een verdwaald kanon. Vis is eigenlijk het enige dat overbleven is uit oude tijden en speelt hier vandaag de dag nog steeds de hoofdrol. Oeps: vergeet de Santa Maria del Mar, een verzameling oude stenen op gotische wijze op elkaar gestapeld in de vorm van een kerk. Doet me denken aan de Netflixserie Le Cathedral del Mar, maar dat speelde geloof ik in Barcelona. Nou ja, da's hier net om de hoek. De visafslag (elke werkdag vanaf 17:00 uur) hebben we gemist, het is zaterdag vandaag. Vissers schijnen hier ook weekend te houden. Had ik gistermiddag maar niet zo lui moeten zijn.
We zitten aan de Costa Brava, de woeste kust, die begint aan de Franse grens en doorloopt tot aan Blanes, een eindje ten noorden van Barcelona. Lloret de Mar en Tossa de Mar zoek je ook aan de Costa Brava, maar onze fietsen gingen niet zo ver. Halverwege Platja d’Aro was nog wel te doen op twee wielen, Calongo Beach of iets dergelijks. Ziet er allemaal hetzelfde uit, zand en water aan de ene kant en winkeltjes, terrassen en appartementen aan de andere en daar waar geen strand en winkeltjes zijn heb je rotsen. Platja d’Aro is ook zo’n bestemming die volledig op massatoerisme gericht is, behalve in het voorseizoen als je alleen maar bevroren tenen oploopt in zee. 6.500 inwoners in de winter, 80.000 feestvierders en zonaanbidders in de zomer. Ik ben een groot voorstander van massatoerisme. Hoe meer mensen naar dat soort plekken trekken, hoe stiller het elders wordt. In de zomer er met een grote bocht omheen, in het voor- en naseizoen is het acceptabel.
Het is een kris-krasfietstocht geworden. Uiteindelijk kom je aan elke kant van de stad een hoge bult tegen die mij er van weerhield om een bergetappe van de Tour de France, oh nee hier heet dat de Vuelta, na te bootsen. Toch nog 25 kilometer weggetrapt en na een bezoek aan de Lidl “thuis” weer opgezocht. Het leven is hier een stuk goedkoper dan in Frankrijk, W zag het aan het brood, ik aan de prijs van het bier. Je ziet: we benaderen een probleem altijd vanuit verschillende disciplines, dat maakt ons zo’n ijzersterk team! W heeft later in de middag nog een uitgebreide tippel gedaan, ik hoefde niet mee want de vissers hadden weekend.
Een frisse dag, terwijl toch de zon volop scheen. Warmer dan een graad of 12 is het niet geworden vandaag. In de kiepstoel in de zon, uit de wind was het redelijk uit te houden; verdween de zon even achter een boom (wolken waren er niet vanmiddag), was het koud. De loofbomen dragen hier al blad! En morgen? Morgen is er weer een dag, dan maar weer een eindje naar het zuiden. Er zijn al diverse opties boven komen drijven. Overigens: blijven is ook een optie, er wordt hier morgen een carnavalsoptocht gehouden. We zagen dat een deel van de straten in de wijk Santa Cristina de Aro wordt afgezet in verband met het “carnaval van de vriendschap”.