noordpolderzijl

noordpolderzijl

donderdag 11 september 2025

najaarstocht 2025 - 19: een zwarte parel aan de middellandse zee

Culinair expert R te K kwam naar aanleiding van mijn menusuggestie in het vorige blog met nog een omeletvariant aanzetten: omelette norvégienne. Wel lief bedoeld, beste R te K, maar een omelette sibérienne, omelette norvégienne of gewoon “baked alaska“ (drie verschillende namen voor hetzelfde eindresultaat op het bordje) heeft geen ene biet met een gewone omelet te maken (ook niet met bieten trouwens), behalve de naam dan. Hoort tot de afdeling betere toetjes: een dessert met cake, ijs en meringue. Iets met ei? Ja er zit een dikke laag opgeklopt eiwit om het gerecht. Je gebruikt een goedkope rum (duur is zonde) of een andere scheut sterke likeur om het feestje te “overgieten“ en je kunt het vervolgens even onder de grill zetten of de boel in de hens steken. Lekker feestelijk dat laatste. Maar graag geen sissers in het ijs tijdens het opdienen.

donderdag 11 september: @ villeneuve-lès-béziers

De nachten in de bus zijn hier best dragelijk: het koelt af naar zo'n 15-16 graden. Niet teveel lapjes over en het is goed vol te houden. Vanmorgen als eerste van de familie mijn jongste zusje (ze is van 1958) mogen feliciteren via Whatapp en natuurlijk een passende kaart kunnen vinden. 

Schreef gisteren al dat we op de fiets twee kanten op kunnen: naar de écluses (van Fonseranes) of naar “La Perle Noire de la Méditerranée”, de zwarte parel van de Middellandse Zee, Agde dus. Beide al eens eerder bewonderd. Moet nog even een foto van gisteren kwijt. De boerenomelet weet je wel. W vond hem “wel lekker maar niet zo heel erg lekker“, ik vond hem goed binnen te houden. Smaken verschillen en ik kan aardig wat hebben, al ben ik inmiddels buitenshuis “van de vis af“: wordt vaak veel te gaar opgediend en de witte saus smaakte de laatste keer teveel naar gepureerde paracetamol. En wat moet je dan zeggen als ze vragen of het gesmaakt heeft? Ik stel voor dat ze in alle restaurants het bedienend personeel de volgende instructies kijgt: “Vraag nooit: heeft het gesmaakt?“ Dat is namelijk volkomen zinloos.

Net als Béziers is Adge een heel oude stad. Ook hier is de basis gelegd door Griekse kolonisten (ongeveer 525 voor het begin van onze jaartelling). Later namen de Romeinen de stad over en integreerden haar in hun handels- en wegennetwerk. Een van de meest indrukwekkende bouwwerken is de kathedraal Saint-Étienne d’Agde, gebouwd in de 12e eeuw, natuurlijk uit zwarte vulkanische steen. W vond het gebouw eerder op een vesting lijken dan op een kerk, met massieve muren en een imposante toren die eeuwenlang dienst deed als verdedigingspunt. Och ridders, monniken, kerk en kapitaal: in die periode gewoon één pot nat. De huidige kerk werd gebouwd in de negende eeuw op de fundamenten van een oudere romaanse kerk, zelf mogelijk gebouwd op de plaats van een oud Griekse tempel gewijd aan Diana. In de twaalfde eeuw kwamen de fortificaties erbij. Lekkere dikke muren: twee meter dik.


Agde bestaat eigenlijk uit drie delen die samen één gemeente vormen: Agde stad (de oorspronkelijke stad, gelegen aan de rivier de Hérault met het historisch centrum, Le Grau d’Agde (een vissersdorp aan de monding van de rivier, dat nu een rustig vakantieoord is en tot slot Cap d’Agde (de moderne badplaats met een grote jachthaven, stranden en het beroemde naturistendorp).

 

Prettig fietstochtje: via het Canal du Midi heen naar Agde, daar een beetje crossen en vervolgens door de binnenlanden weer terug. Moet nog een paar dingen benoemen: één ervan is de Ouvrages du Libron. Een bijzonder stukje waterbouwkunde in het Canal du Midi bij Vias, vlak bij Béziers. Ze werden in de 19e eeuw aangelegd om een groot probleem op te lossen: hoe laat je een wilde rivier het kanaal kruisen zonder het kanaal zelf te beschadigen of te blokkeren? Beetje ingewikkeld om het allemaal uit te leggen, eigenlijk moet je het met eigen ogen zien en daarbij komt: mag van W niet te ver in details treden. De Libron is een korte rivier die ontspringt in de heuvels ten noorden van Béziers en uitmondt in de Middellandse Zee. Normaal is het een klein stroompje, maar bij hevige regenval verandert het in een woeste rivier vol slib, zand en keien. Toen het Canal du Midi in de 17e eeuw werd aangelegd, moest men dit probleem oplossen: het kanaal kruiste namelijk precies het dal van de Libron. Aanvankelijk werd het water van de Libron simpelweg over het kanaal geleid via een soort dam en sluisconstructie. Maar telkens als de rivier buiten haar oevers trad, liep het kanaal vol modder en puin. Dit veroorzaakte blokkades en hoge onderhoudskosten. In 1858 ontwierp ingenieur Urbain Magues een ingenieus systeem: de Ouvrages du Libron. Het bestaat uit twee betonnen en ijzeren kanalen die dwars over het Canal du Midi kunnen worden verschoven. Wanneer de Libron overstroomt, wordt haar water door deze beweegbare kanalen geleid, die boven het kanaal worden geplaatst. Zo kan de rivier ongehinderd passeren, terwijl het kanaal schoon en bevaarbaar blijft. In rustige tijden staan de kanalen aan de zijkant en kunnen boten gewoon passeren. En het functioneert nog steeds, met andere woorden: het kunststukje is nog operationeel. Volgens de officiële site van het Canal du Midi / VNF wordt het werk “nog steeds bediend door VNF-agenten in vrijwel ongewijzigde omstandigheden sinds de 19e eeuw”.




Andere highlight: de ronde sluis. In de 17e eeuw, toen Pierre-Paul Riquet zijn meesterwerk, het Canal du Midi, ontwierp, stuitte hij in Agde op een ingewikkeld probleem: hoe verbind je in één keer drie verschillende waterwegen met elkaar? Aan de ene kant lag het Canal du Midi, aan de andere de Hérault, een rivier richting de zee en tot slot een zijkanaal naar de stad Agde zelf. Een gewone rechthoekige sluis zou hier nooit volstaan. De oplossing was briljant én uniek: in 1676 bouwde men een ronde sluis, een cirkelvormig bassin van zwart vulkanisch basalt. Vanuit dat ronde bekken konden de sluisdeuren naar drie richtingen openen, als een soort verkeersrotonde, maar dan voor boten. Het was destijds een technisch hoogstandje, en eeuwen later blijft het een architectonische curiositeit: nergens anders in de wereld bestaat er zo’n constructie.


Door de binnenlanden vlak langs zee (met af en toe een hunkerende blik op het water) terug naar de camping. De dag van W werd helemaal goed toen ze op een bepaald moment aan de ene kant een verzameling flamingo’s zag staan en aande andere kant van het pad een witte vogel die met de voornaam Witte en van achteren Ibis of Reiger heette. Moeilijk van een afstandje te zien wat het precies was en de verrekijker lag zoals gewoonlijk in de bus.

 

Besloten nog een dagje te blijven. Het oorsprokelijke plan Carcassonne bezoeken zit er niet in: mijn benen willen niet echt meewerken heb ik eerder deze week in Béziers gemerkt. Jammer, maar we waren er tien jaar geleden ook al eens.

Met ruim 45 kilometer op de fietsteller konden we in de namiddagstand. W vond dat ze nog niet genoeg gedaan had en deed nog een rondje dorp. Reden: de toastjes zijn op. Absoluut noodzakelijk bij Netflix en NPOstart. Een heel mooie dag, een dag om volkomen tevreden over te zijn. Maximaal 27 graden en opnieuw een dag met alle vormen van bewolking. Om 16:00 uur was het zelfs onbewolkt. Laatste stuk van de tocht ging weer over het fietspad langs het kanaal, weinig beschutting en de wind (sterkte 4) pal van voren, beetje werken. Zon op/onder: 07:21/20:05 (gegevens Villeneuve-lès-Béziers). En morgen? Morgen is er weer een dag. W heeft zojuist bijgeboekt.