Toen we een paar dagen geleden de Languedoc binnenreden werden we ontvangen met een bord “welkom in het land van de Tempeliers en de Hospitaalridders“. Zoiets, maar dan in het Frans inderdaad. Op zo’n moment gaan de hersencellen (voor zover nog aanwezig) in mijn hoofd aan het werk en je snapt onmiddellijk dat ik ter plekke het verschil en de overeenkomsten tussen die twee groepen soldatenmonniken moest weten. Blijkt dat beide hun oorspong vinden in de kruistochten (twaalfde eeuw). Het waren kloosterordes met een militaire tak: monniken-ridders die kloosterregels volgden en tegelijk vochten en als voornaamste doel hadden christelijke pelgrims naar Jeruzalem te beschermen, waarbij de Hospitaalridders (later ook bekend als de Johannieters en de Maltaorde) de nadruk legde op de verzorging van zieken en gewonden. In het begin kon je ze nog goed uit elkaar houden: de Tempeliers hadden een witte mantel met een rood kruis, de Hospitaalridders een zwarte mantel met een wit kruis. Later ook rood op wit. Als je ChatGTP de vraag “wanneer verschoten de hospitaalridders van kleur?“ voorlegt snapt hij je meteen en je krijgt een uitgebreid antwoord dat wordt afgesloten met “Kort samengevat: de Hospitaalridders verscho(o)t(en) van kleur in de eerste helft van de 12e eeuw, toen ze naast hun hospitaalfunctie ook een militaire rol kregen". Tenslotte: de Tempeliers werden in 1312 opgeheven door de paus onder grote druk van de Franse koning die vond dat de ridders teveel in de melk te brokkelen kregen, de Hospitaalridders bestaan nog steeds als de Orde van Malta, actief in zorg en hulpverlening.
Via via kreeg ik de vraag of ik het nog wel leuk vond: mijn blogs kregen een negatief kleurtje. Die vraag werd gesteld door mijn eigen vlees en bloed, vaste lezeres F te P. Heb met mijn geweten (dat is W) overlegd of ik negatief was, antwoord: “Je moppert niet meer dan anders“. Ben me dus van geen kwaad bewust.
woensdag 10 september: @ villeneuve-lès-béziers
Eerst even die “Mezzosopraan die verslaafd was aan macadamianoten“ wegwerken, oftewel de dagelijkse Taaltest maken. Het brood van de receptie was niet weg te krijgen (ja ik klaag) en daarna op de fiets. Al een paar keer in de buurt van Béziers geweest, elke keer wel de negen sluizen bezocht maar nooit echt de stad zelf bekeken. Gaan we vandaag verandering in brengen en ja: we bekijken meer dan alleen de binnenkant van de Lidl, al hoort dat ook tot ons programma. We dompelen ons vanmorgen een beetje in de geschiedenis van de stad, waarvan de oorsprong teruggaat tot de 6e eeuw voor onze jaartelling, toen de stad werd gesticht door Griekse kolonisten. Onder de Romeinen, die de stad Baeterrae noemden, groeide Béziers uit tot een belangrijk centrum langs de Via Domitia, de eerste Romeinse weg die Italië met Spanje verbond. Sporen van deze tijd zijn nog steeds zichtbaar in de omgeving.
Dipje in de geschiedenis is de tijd van de katharen, een religieuze beweging die door de kerk als ketters werd beschouwd. Paus Innocentius III (neem van mij aan dat hij minder onschuldig was dan zijn naam doet vermoeden) was de aanjager van de Albigenzische Kruistocht. Béziers was een bolwerk van de katharen en werd in 1209 aangevallen waarbij het tot een bloedbad kwam waarbij duizenden inwoners omkwamen. De beruchte uitspraak “Dood ze allemaal, God zal de zijnen wel herkennen” wordt vaak met dit drama in verband gebracht.
We waren net een paar weken te laat voor de Feria de Béziers, een jaarlijks vijfdaags festival in augustus. Misschien moeten we daar blij om zijn want tijdens die vijf dagen kun je over de koppen van zo’n miljoen bezoekers lopen. Het feest is gewijd aan de stierenvechttraditie, ook niet helemaal ons dingetje. De randactiviteiten zoals muziek, dans en optochten in Spaanse stijl zijn wel weer interessant.
Blijven er dus stapels oude stenen over die te bezichtigen vallen. Ik pik er eentje uit, misschien wel het meest markante gebouw van de stad: de kathedraal Saint-Nazaire, al ver in de omgeving te zien want de kerk torent hoog boven de stad uit. Uit de toeristenfolder: “Deze gotische kathedraal, grotendeels herbouwd na de verwoesting van 1209, biedt een prachtig uitzicht over de wijngaarden en de vlakte van de Hérault“. Andere stapels oude stenen zijn het Romeinse amfitheater, de oude brug over de Orb en de smalle straatjes van de middeleeuwse binnenstad. Je kunt een chatbot altijd leuke dingen vragen: “kun je een afbeelding maken van de kathedraal Saint-Nazaire zoals je die ziet als je op een kilometer of vijf van Bézier bent?“ Het nadeel van deze mooie kerk is dat hij boven op een bult gebouwd is en we moesten hem zien. Beetje afzien, dat is volgens W ongeveer hetzelfde als afvallen. Ik denk dat het meer een kwestie is van oorzaak en gevolg.
Wij zijn cultuurbarbaren: we doen boodschappen bij de Lidl. Eigenlijk is dat een doodzonde, want je moet je inkopen doen in Les Halles de Béziers. De markthallen zijn gebouwd in 1891 tijdens de Haussmanniaanse periode en later twee keer gerenoveerd (1987 en 2024). In 2025 werd Les Halles de Béziers verkozen tot “Plus beau marché de France” en dan weet je dat ik niks meer in de melk te brokkelen heb wanneer W zegt: “wij gaan de mooiste markt van Frankrijk bezoeken“. Ik ga voor de stenen, W gaat voor de sfeer, want een markt schijnt volgens ingewijden altijd een gezellige ontmoetingsplek te zijn.
In een Tabac tegenover de Hallen konden we kaartjes scoren voor de kleinkinderen. In dit digitale tijdperk sturen we elk jaar tijdens onze reis een prentenbriefkaart naar onze kleinkinderen. Het leuke is dat bij een paar kinderen die kaartjes in een doos terecht komen en dus worden bewaard. Voor ons is het weer een uitstapje: kaartjes kopen gaat nog wel, maar de plek waar je postzegels kunt kopen is in elk land weer verschillend. In Frankrijk is het gemakkelijk: bij een Tabac verkopen ze alles tegelijk.
De Lidl was er eentje van het megasoort, jammer dat we niet zoveel nodig hadden. Maar toen kwam de ellende: fietspaden in Frankrijk. Sommige hebben de eigenaardige gewoonte gewoon ergens op te houden. Het liefst aan de rand van een snelweg: ja verboden voor fietsers. Dat betekende dat we een heel creatieve terugweg kregen. Nee, ik mopper niet en durf ook niet te klagen. Maar kijk even naar bijgaand plaatje, dat was vandaag een keer onze doorgaande weg.
Na 25 kilometer waren we weer aan de oevers van het kanaal. Beetje bijkomen, kaartjes schrijven. En even posten in het dorp. Nog nooit eerder hebben we de kleinkinderpost zo snel geregeld: vandaag binnen vier uur, soms duurt dat weken. En de rest van de dag? Gewoon vakantie houden. W een beetje zwemmen, ik heb een goed boek. Straks eens kijken of ik een boerenomelet kan maken in mijn nieuwe hapjespan. Hou het een beetje Frans, zei W en deed wat suggesties aan de hand: omelet nature, au fromage (meestal Gruyère of Emmental), aux fines herbes (met verse kruiden zoals peterselie, bieslook en dragon), au jambon, aux champignons. Het wordt een omelette paysanne, maar dan met champignons, paprika, uien en fines herbes. Of het wat geworden is hoor je morgen.
Een mooie dag, verschillende vomen van bewolking en maximaal 28 graden. Wind west 3. Zon op/onder: 07:20/20:06 (gegevens Villeneuve-lès-Béziers). En morgen? Morgen is er weer een dag. We kunnen twee kanten op: naar de écluses (van Fonseranes) of naar “La Perle Noire de la Méditerranée”, de zwarte parel van de Middellandse Zee. Die bijnaam van Agde heeft overigens niks met sierraden te maken maar met de zwarte (vulkanische) basaltsteen, waarmee ze hier hun historische gebouwen hebben opgestapeld. Keuzes, teveel keuzes! Tijd om dit verhaal af te sluiten, tegeltje gevonden speciaal voor dochterlief.