noordpolderzijl

noordpolderzijl

maandag 25 april 2022

terug op ‘t nös

maandag 25 april 2022: @ home

Volgens berekeningen van W zijn we na 40 overnachtingen weer teruggekeerd op de Kötteldiek. 

Voorlopig is het even goed geweest. Volgens mijn berekeningen hebben we er precies 5.580 kilometer over gedaan om het cirkeltje rond te krijgen. Eén van mijn familieleden sprak onlangs de gedenkwaardige woorden: “Ik blijf het raar vinden dat je zoveel kilometers aflegt om uiteindelijk weer op je uitgangspunt uit te komen. Netto zou je volgens mij veel beter thuis kunnen blijven”. Geldt dat eigenlijk niet voor heel veel dingen? Veel leuke stadjes bijvoorbeeld bestaan alleen maar bij de gratie van toeristen die dat stadje bezoeken, daardoor trekken ze andere toeristen aan. Ook hier geldt: netto kan iedereen dan volgens mij veel beter thuisblijven. En nu we het toch over kilometers hebben: vaste fotokijkster C te L vroeg waarom ik wel uitgebreid de camperkilometers bijhield, maar niet de fietskilometers. Moet je toch eens mijn blog lezen, lieve fotokijkster C te L en niet alleen foto’s bekijken. De fietskilometers zijn zeer vaak genoemd, maar om het voor jou goed duidelijk te maken heb ik even een afdrukje van het display gemaakt. Fiets staat nu thuis in de schuur met een kilometerstand van 3.864, toen we vertrokken was de stand 2.852; gefietst deze vakantie 1.012 km.


Qua weer was het vandaag de slechtste dag van de reis: koud en miezerig, terwijl ik gisteravond nog koude rillingen had omdat ik wat verbrand was. W maakte vanmorgen nog even de laatste sinaasappelen uit Spanje op, lekker sapje. De Omnia-oven bakte de laatste broodjes uit België (en verwarmde zo ons busje ook nog een beetje) en de pistoletjes werden belegd met plakjes Emmentaler kaas uit Frankrijk. Dacht altijd dat de oorsprong van die kaas in Zwitserland lag, maar volgens de deskundigen wordt hij eveneens geproduceerd in het Franse Alpengebied, in het oosten van Frankrijk, in de Jura, in de Savoie en daarnaast in de Allgäu in Duitsland. De oorsprong van de kaas ligt op de alpenweiden, waar de boeren in de zomer een grote hoeveelheid melk hadden, maar te ver weg waren van de bewoonde wereld om de melk te kunnen verhandelen. Ze maakten van de nood en deugd en zetten de melk om in een houdbare kaas. En het geheel werd weggespoeld met KG-koffie uit Nederland (inmiddels wel ruim 5.500 km afgelegd).



Even de camping afrekenen bij Elly. De Abtwoudse Hoeve was de duurste uit ons rijtje van de afgelopen zes weken, omgerekend zo’n € 28,30 per nacht. Je kunt ook zeggen: het is het waard. Meteen maar een reservering geplaatst voor eind mei wanneer kleinzoon Q een optreden heeft en opa en oma natuurlijk van de partij moeten zijn. Stay tuned!


We hadden nog het plan om via de bollenstreek terug te rijden naar huis. Maar toen om tien uur de zoveelste donkere lucht arriveerde en het nodig vond om boven ons hoofd een waterzak te openen, keken we elkaar diep in de poppetjes van de ogen (even maar) en dat was genoeg: géén bollen vandaag. Gewoon in één ruk terug naar ons stenen huis, waar de wasmachine al snel overuren maakte en we exact 12 van die blauwe enveloppen konden openen (de buurvrouw had ons al een waarschuwingsappje gestuurd). Geen probleem: allemaal afhandelingsgevallen van dode moeders. Ze krijgen allebei nog inkomstenbelasting terug, ken alleen hun rekeningnummer “daar boven” niet, dus moeten we het van narigheid maar onder de erfgenamen verdelen.

We kijken terug op een mooie reis. Door de weersites goed in de gaten te houden hebben we eigenlijk goed weer gehad (wel een paar keer een koude nacht) en geen last gehad van de emmers water die hier en daar dagenlang uit de lucht is komen vallen. Het betekende wel dat we ons reisschema (voor zover we dat al hadden) regelmatig moesten bijstellen. Een belangrijk item op ons wensenlijstje hebben we wel kunnen afvinken: de paasprocessie in Lorca.


Tijd om thuis weer een beetje orde op zaken te stellen. Genoeg dingen te doen de komende weken. “Ga maar eens een todolijstje maken”, zei W. Ben niet zo van die lijstjes, word al moe bij het samenstellen ervan. Kan me ook heel goed vinden in de woorden van Thomas Verbogt (schrijver en columnist bij de Gelderlander): Ik heb één keer een todolijst gemaakt. Daarna was ik een tijdje niet in staat me te bewegen.” Wordt vervolgd (binnenkort) met nieuwe avonturen van het blauwe busje (uitspraak van de kleinkinderen). En tot dan denk maar eens na over de volgende uitspraak/stelling: "je mag tegenwoordig overal wel aan dood gaan maar nog niet aan Covid".

zondag 24 april 2022

delft en zo

Je hebt het verhaal van de vlieg nog tegoed, de vlieg die ons al sinds midden Spanje vergezelt. Zo’n hinderlijk beestje. W noemt het dier liefkozend mijn Spaanse vlieg. Heb bij die term hele andere associaties. En dan is opeens de Spaanse vlieg geen vlieg, maar een oliekever van rond de 2 cm en felgroen. De Spaanse vlieg kan een zeer giftige stof (cantharidine) produceren, die het seksleven van de mens kan bevorderen. Van die giftige stof maakt men een Afrodisaca dat helpt bij het langer houden van een erectie. Je krijgt alleen geen erectie door lust, maar door een ontsteking in de urinewegen die zorgt voor een zwelling. Met het oorspronkelijke spul is het oppassen geblazen: teveel is dodelijk en de grens tussen werkzame dosis en gevaarlijke dosis is klein. Maar mannen: heb geen bang! De huidige Spaanse vlieg die je in de seksshop kunt kopen bevat geen cantharidine maar wat meer onschuldige stoffen als bijvoorbeeld ginseng. De Spaanse vlieg van W is dan een stuk onschuldiger, alhoewel behoorlijk irritant. Toch maar eens de vliegenmepper opzoeken en drastische maatregelen nemen. Daarna het lijkje vermalen en kijken of het werkt? Je weet maar nooit.

zaterdag 23 april 2022: @ delft

Een waterig zonnetje en een vrij pittige wind uit een oostelijke hoek. Dat laatste weet je op de camping: zodra je het geluid van de A13 hoort zit de wind in het oosten, hoor je de treinen dan komt hij uit het westen. En een beetje frisjes, die wind. Goed tien uur toch maar op de fiets (winterjas en handschoenen aan) want we moeten ‘s middags weer “thuis” zijn vanwege de visite van kleinzoon en dochter. Een route uitgestippeld richting Schipluiden, altijd mooi. Met een beetje (veel) spierpijn de fiets beklommen: gevolg van de val in het Franse land. Kan moeilijk de arm omhoog krijgen om een lampje aan te doen ‘s avonds. Een biertje pakken en naar de mond brengen kan nog net, dus volgens W is het niet ernstig genoeg om rekening mee te houden. Ik mis de laklaarzen en het zweepje nog. Veel bekende dingen gezien, maar ook een aantal onbekende. Of nieuw, of nooit goed opgelet, of nooit eerder in een route opgenomen. Wat vind je bijvoorbeeld van uitzichtpunt “De Stoelen”. Dit object staat langs de Vlaardingsevaart naast het fietspad in de Zouteveensepolder. Het bestaat uit een aantal sierlijke hoge stoelen op ongeveer twee meter hoogte. Hoogstaande kunst zullen we maar zeggen. De foto is geleend.

W wil altijd graag Schipluiden in de route opgenomen hebben, ze schijnen daar het lekkerste ijs van Midden-Delftland te hebben. Beetje vroeg en fris voor een ijsje, maar de plaatselijke Albert Heijn kon ons wel voorzien van een paar kaasbroodjes en een smoothie met een ontzettend vreselijke kleur. “Bevat geen kunstmatige hulp- en kleurstoffen” stond op de fles. Jazeker: en als mijn oma wieltjes had kon ze rolschaatsen! Op naar de Groeneveldse molen (gebouwd in 1719 ter vervanging van een eerdere houten molen, die na blikseminslag was afgebrand). De molen is een van de weinige van de vele watermolens die in de gemeente Midden-Delftland zijn overgebleven. Vroeger (tot 1960) werd de Groenveldse polder uitsluitend op windkracht bemalen. Na de bouw van een gemaal werden molens overbodig. In Wateringen (een eindje verder op de route) troffen we weer een molen aan, de stellingmolen Windlust. Ook mooi. Helemaal gerestaureerd en je kunt er voer voor je dieren kopen. Heb je die niet, dan kun je er ook voor een zakje meel terecht om je eigen brood te bakken. Ook de foto’s van de molens zijn geleend.



Via de Woudse Polder kwamen we in Delft terecht, waar W even moest slenteren over de oude-meukmarkt. Ik had een belangrijke rol: de fietsen moesten worden bewaakt.
Gelukkig kwam W terug zonder mooie blikken trommeltjes, opgezette poezen of meer van dat schattigs en konden we het laatste stuk van onze net-geen-veertig-kilometertocht afleggen. ‘s Middags visite, zoals al gezegd en later op de dag samen “toeristisch” naar Pijnacker fietsen waar ons een heerlijke aspergemaaltijd werd voorgezet. Net voor het donker weer terug op ons stekje en weer 24 kilometer meer op de teller van de fietscomputer. Twee afleveringen van de Van Rossems, gewoon kneuterige televisie. Daarna hebben we niet al teveel praatjes meer en kan een ‘welterusten’ er nog net van af!

zondag 24 april 2022: @ delft

Zo’n dag waarop je wakker wordt van lawaaimakende fazanten en denkt: “Ongelofelijk wat zo’n klein lijfje aan kabaal kan produceren” en je je nog maar eens omdraait omdat de zon nog niet op het busje staat te tetteren en dan toch na een half uur maar koffie gaat zetten. De reptielenfase dus, wachten tot de warme stralen alle koude botten weer gaan verwarmen; 11 graden is niet echt warm. Een uur later moet de schuifdeur van de bus open om een beetje “koude” lucht binnen te laten. Op basis van de weersverwachtingen van gisteravond een museumbezoek gepland, eigenlijk twee musea. Dus na de gebakken eieren met spek via een omtrekkende beweging naar Delft waar eerst een bezoek aan het Museum Paul Tetar van Elven op de rol stond. Eigenlijk niet vanwege Paul Tetar van Elven zelf, hij was kunstschilder en leraar handtekenen, maar niet zo bijster interessant. Van 1864 tot 1894 bewoonde hij een “.. seer hecht, sterk, goed onderhouden en gunstig gesitueerd huis met een tuin daarachter…” aan de Koornmarkt 67 in Delft. Twee keer getrouwd, beide huwelijken bleven kinderloos en Paul bepaalde dat zijn huis een museum moet worden. Een aantal kamers laat zien hoe goed er “op stand” geleefd kon worden. Wij kwamen eigenlijk voor de tijdelijke tentoonstelling van Thérèse Schwartze (1851 – 1918). Deze Amsterdamse schilderes was tijdens haar leven een gevierd portrettiste die een groot talent en technische vaardigheid koppelde aan een buitengewoon zakelijk inzicht. Zij wist de negentiende-eeuwse beau monde en het koningshuis met on-Nederlandse allure in beeld te brengen en verdiende daar miljoenen mee. Ze leverde letterlijk en trefzeker “stijl op bestelling”. Haar klant was koning. (Teksten ontleend aan het tentoonstellingsboekje.)





Klein museum, wel leuk, maar vlot klaar. Op naar het volgende museum, museum Prinsenhof Delft. Het gebouw alleen al is de moeite van een bezoek waard, het gebouw zelf is geschiedenis. Hier vond namelijk één van de meest dramatische gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis plaats: de moord op Willem van Oranje in 1584. We hebben vandaag de kogelgaten met eigen ogen gezien, in de muur van het beruchte trappengat.


Dat he
t Prinsenhof oorspronkelijk een nonnenklooster was, zal je weinig interesseren. We maken meteen een sprongetje van 1400 (stichting van het klooster) naar 1572 (tijdens de Tachtigjarige Oorlog dus). In dat jaar kwam Delft in handen van de opstandelingen en de Staten van Holland confisqueerden het gebouwencomplex. Willem van Oranje, inmiddels leider van de Opstand, komt in Delft wonen omdat de stad een veilige, ommuurde plek is. Het Agnietenklooster wordt Prinsenhof en is een geschikt woon- en werkcomplex met een Gastenkwartier, waar de stad vaak hoge gasten ontvangt. In 1580 verklaarde de Spaanse koning Fillips II, die ook over de Nederlanden heerste, Willem van Oranje vogelvrij en loofde een leuke prijs uit aan degene die Willem een kopje kleiner maakte. Uiteindelijk lukte dat Balthasar Gerards op 10 juli 1584. De tijdelijke tentoonstelling over Bram Bogart vonden we maar drie keer niks, zo’n knoeikunstenaar wiens werk niet aan ons is besteed, het porselein hebben we niet bekeken, maar de Delftse Meesters en het verhaal over Willem van Oranje waren zeer interessant. Na afloop van het bezoek aan het laatste museum nog een klein ommetje en een noodzakelijke boodschappenstop bij de AH in Delfgauw. Uiteindelijk kwamen we na 30 kilometer weer op ons honk terug. Tijd voor een beetje zon en zo.






Een mooie dag. En morgen? Morgen gaan we terug naar ons stenen huis. Het is mooi geweest. Voor de statistieken: vandaag eerst strakblauw, later tegen een uur of half vijf wat wolken. Temperatuur uiteindelijk zo’n 18 graden. Kwam door een fris windje.

vrijdag 22 april 2022

zo de wind waait, waait mijn jasje – 5

Onze voorjaarsreis zit er bijna op. Nog even een paar dagen Delft en een beetje sparren met kleinzoon Q en dan op maandag zeer waarschijnlijk weer richting Achterhoek. We zijn dan bijna zes weken weggeweest. “Lang genoeg”, vindt W, terwijl ik het idee heb dat ik net in het perfecte ritme begin te raken.


vrijdag 22 april 2022: @ delft


Vandaag ruilen we de aanvliegroute van het ene vliegveld in voor een andere. Huijbergen ligt vlak naast vliegveld Woensdrecht, een militaire luchtbasis. Hoewel de vliegbasis niet “operationeel” is (dat wil zeggen: er zijn – naar verluidt – geen vliegtuigen gestationeerd die voor directe militaire acties worden ingezet) is het zowel qua personeel als qua oppervlakte één van de grootste militaire vliegbasis van Nederland. Het is een zogenaamde “Main Support Base”, dat wil zeggen dat er verschillende onderdelen en commerciële bedrijven zijn gevestigd  op het gebied van meteorologie, opleidingen, onderhoud en logistiek. Wie van mijn lezers tot de wat rijpere jeugd behoort zal zich ongetwijfeld herinneren dat er in de jaren 80 van de vorige eeuw de nodige rellen waren rond Woensdrecht. In 1983 besloot de regering namelijk dat er 48 kruisraketten op de vliegbasis geplaatst zouden worden. Deze raketten zouden worden vertroeteld door 1.500 man personeel van de US Air Force. Langharig Nederland was het daar niet mee eens en er kwamen grote protesten en acties onder meer bij Woensdrecht. Was je een beetje “links” in die tijd dan steunde je het Komitee Kruisraketten Nee (KKN), was je een beetje christelijk dan was het ook goed: Pax Christi en het IKV (Interkerkelijk Vredesberaad) waren ook tegen de opslag van de raketten. Mient Jan Faber was toentertijd het boegbeeld van het IKV. De protesten werden gestaakt toen het INF-verdrag (Intermediate-Range Nuclear Forces) tussen de Verenigde staten en de Sovjet-Unie in december 1987 werd getekend.

Camping Abtwoudse Hoeve ligt in de aanvlieg/vertrekroute van vliegveld Rotterdam. Het zijn voornamelijk Boeings van Transavia die je in actie ziet. Was het de vorige keer (mei 2021) nog vrij rustig in de lucht, nu – een klein jaartje later – doen de luchtvaartmaatschappijen blijkbaar weer redelijk goede zaken.

Tussen die twee vliegvelden (eigenlijk tussen de twee campings) zat een mooie route. We gingen vandaag voor “de leuk”: even langs de Deltawerken. Beetje neuzen bij Neeltje Jans (nee, niet dat halve pretpark bezocht) en heerlijk geluncht bij de Brouwersdam (de Lidl in Goes stelde daarvoor de ingrediënten beschikbaar). Volgens W de lekkerste koffie met de fijnste broodjes op de mooiste lunchplek, beter kun je het toch niet regelen als stuurman?


Druk op de weg, weer eens een vakantie begonnen? De pont over de Nieuwe Waterweg daarentegen had plek zat. Volgens Google Maps kan Puzzel zwemmen, zie bijgaand kaartje. Daarna verreden in de buurt van Rotterdam, in plaats van linksaf de A4 op (daarvoor moet je wel rechtsaf slaan) de verkeerde afrit gepakt, dus rechtsaf. Gezellig: twee keer de Beneluxtunnel en twee keer in de file. Dat cirkeltje op de kaart in de buurt van Delft is onze fietstocht. En weer een nieuw record verbroken: voor het eerst in mijn (toch wel redelijk lange leven) getankt voor meer dan 200 €.
Brandstofprijzen, je kunt het niet meer navertellen. Spanje was het goedkoopst, 20 cent korting op een liter en dat bracht de prijs op zo’n € 1,60; Frankrijk € 1,80; België € 1,97 (was niet de goedkoopste tank) en vandaag in Nederland net geen twee Euro.


Als ik die prijzen zie moet ik altijd denken aan dat “kwartje van Kok”, in Spanje was op een bepaald ogenblik de diesel
bijna twee keer dat kwartje goedkoper dan in Nederland! Even een opfrisser: in 1991 maakte toenmalige premier Wim Kok autobrandstof in één klap een stuk duurder om de rijksbegroting sluitend te krijgen. Het ging om een verhoging van ruim 18 cent per liter (ongelode benzine) en 7 cent (diesel), maar in de volksmond werd dit al snel het 'kwartje van Kok' genoemd. We hebben het dan niet over eurocenten maar ouderwetse guldencenten. De reden van de invoering van “Tussenbalans 1991” was om de tekorten op de rijksbegroting terug te dringen die ontstaan waren door economische stagnatie.

Fijn om weer op de Abtwoudse Hoeve te zijn, al nodigt het weer vandaag niet uit om alle hullen te laten vallen. Integendeel: voor de fietstocht hebben we de winterjassen weer tevoorschijn getoverd en W heeft zelfs de handschoenen aangehad. Verrassende tocht: stille natuurgebieden wisselden elkaar af met een druk Rotterdam. “Als je hier woont schaf je je toch geen auto meer aan”, sprak W op hetzelfde moment dat ik mompelde “Wat ben ik blij dat ik in het oosten van het land woon”. En de discussie ging weer eens over koolzaad en raapzaad. Volgens mijn plantenapp is het koolzaad (waarschijnlijkheid 60 %), het kan ook raapzaad zijn (waarschijnlijkheid 29 %). Maakt ook niks uit: in beide gevallen is het geel!


V: 176.885 ; A: 177.061;
rijtemperatuur 12 tot 16 graden. Zon op: 06:31; onder 20:51 (gegevens Delft). Het weer: half- tot zwaarbewolkt; het plaatje heet “most clowdy”. Een mooie dag! En morgen? Morgen is er weer een dag. Kleinzoon Q komt met onze dochter op visite, maar daarover later meer. Dan ook het verhaal over de vlieg die al sinds Spanje in ons busje zit.

donderdag 21 april 2022

zo de wind waait, waait mijn jasje – 4

Het is wat als je familie bestaat uit mensen uit het onderwijs of de verpleging. Alleen met zwager J die lasser was valt nog een normaal gesprek te voeren. Eén van de verpleegkundigen stelde mij de intrigerende vraag of mijn prefrontale cortex was aangetast door wiet of drank. Dit naar aanleiding van mijn stukje over de "val met de fiets" van afgelopen woensdag. Mag ik eerlijk bekennen dat ik nog nooit van de prefrontale cortex heb gehoord? Gebrek aan algemene ontwikkeling? Wikipedia is in dat soort gevallen mijn vriend: 



"De prefrontale cortex is betrokken bij cognitieve en emotionele functies als beslissingen nemen, plannen, sociaal gedrag en impulsbeheersing, plannen, sociaal gedrag en impulsbeheersing.” Heb wel eens van dopamine gehoord, zo’n stofje dat hoort bij het beloningssysteem van de hersenen. Veel seks zorgt voor veel dopamine en dan voelen we ons beloond en tevreden. Sport, eten en drugs schijnt voor hetzelfde resultaat te zorgen.

donderdag 21 april 2022: @ huijbergen

Beetje oriëntatieproblemen vanmorgen vroeg. Waar ben ik in vredesnaam nu weer wakker geworden. W had dat eerder deze week al. Soms ook draaien ze de wereld 180 graden. Laatst toen we de A-75 op draaiden had ik echt het idee dat ik de verkeerde kant op reed, naar het zuiden in plaats van naar het noorden. Kwam ook omdat de zon niet scheen. Een half uurtje later gingen we voor mijn gevoel weer de goede kant op terwijl ik toch echt niet van richting ben veranderd. Vergeten te vertellen dat we op Cosy Camping (een paar dagen geleden) een hop gezien (W) en gehoord (B) hebben. Foto van wikipedia, want wanneer je zo’n beestje ziet en je de camera hebt gepakt, is het kreng al hoog en breed verdwenen.



Vanmorgen dus wakker geworden tussen de kersenbomen, de camping in Vincelles heet niet voor niets Les C
eriselles (= de kersen). Vlot weg, want een hele rit voor de boeg. Al snel kwamen we op de N77 naar Troyes terecht, een weg die we al veel vaker hebben gereden. Het leuke is echter dat we nu (bijna) de gehele “oude” N77 hebben afgereden. Deze Route Nationale werd in 1824 aangelegd en liep destijds vanaf Nevers via Auxerre, Troyes, Châlons-sûr-Marne en Sedan naar de grens met België. De route via de N77, D677 en D977 is wel geliefd bij de buitengewone transporten, regelmatig kwamen we zo’n bakbeest tegen die een buitengewoon groot chalet, een joekel van een boot of een extreem grote graafmachine vervoerde. Leuk als er dan eentje uit het noorden en eentje uit het zuiden komt en ze elkaar willen passeren in zo’n klein kneuterig Frans dorpje, waar ze nog niet tot de ontdekking gekomen zijn dat er tegenwoordig een ander soort vervoer dan paard-en-wagen en hondenkarren bestaat.


Bus geparkeerd op het marktplein van Attigny, zo’n gezellig Frans dorpje waarover je vijf bladzijden vol kunt schrijven en dan heb je het alleen nog maar over de geschiedenis gehad. Ik beperk me tot een paar regels: in de vroege middeleeuwen was Attigny belangrijk als koninklijke residentie. Clovis II liet er in 647 een paleis bouwen, Karel de Grote heeft er een paar keer geslapen en ook Karel de Kale heeft in het paleis gewoond. Van de oude stenen is niets meer over. Attigny heeft nog wel een hele fijne boulangerie/patisserie waar W een paar hele fijne broodjes scoorde.


En waar heb je het dan over tijdens zo’n rit van ruim acht uur? Eigenlijk over vrijwel niets. Het merendeel heerst er radiostilte. W met de dopjes in de oren en kijken naar een tv-uitzending, luisteren naar Spotify of bezig met een online cursus Spaans. Af en toe een diepgaand gesprek in de geest van “mooi die koolzaadvelden”, “kan ook raapzaad zijn”, “wat is het verschil”, “weet ik niet, zoek eens op”, “koolzaad wordt vaker verbouwd dan raapzaad”, “verschil tussen bloemen, maar dat is veel te ingewikkeld”, “laten we het hierbij”. En ergens op de route stelde de kapitein voor om het voorlopige einddoel (Namen) maar te veranderingen in Bergen op Zoom, want “we rijden zo lekker”. De stuurman vond dat het goed was en paste zijn koers aan.


Welkom in België”, vertelde de KPN, dus tijd om te tanken (hadden we beter in Frankrijk kunnen doen, daar was de diesel wat goedkoper, in België hikt te prijs tegen de twee Euro aan). Tijd ook om eens een Belgische Lidl van binnen te bekijken. Weinig verschil met andere landen, hooguit de prijs.

Een lange reisdag. V: 176.369; A: 176.885, wel ruim acht uur over gedaan. Rijtemperatuur: 5 tot 21 graden (tikten een keer de 23 aan, maar dat was in een file). In die acht uur zitten een paar pauzes en uiteraard de standaardfiles rond Brussel en Antwerpen. België: een wegopbreking tussen Frankrijk en Nederland of zo. Einddoel: camping de Meet in Huijbergen, we waren er al eerder.  


Ik schreef op 18 maart:
De keuze met betrekking tot campings en camperplaatsen was reuze. Het is uiteindelijk boerderijcamping de Meet geworden, code Campercontact 92.682, niet vanwege het feit dat men zich aanprijst met “camping speciaal geschikt voor senioren”, maar omdat we hier optimaal kunnen genieten van de zon. Bijkomend voordeel: ze hebben hier een afwasplek, scheelt mij weer werk.”