Weer even een bericht van tussen de vier wielen: (geen) spannende camperavonturen uit Kotten van de afdeling kippenoppascentrale. Broer/zwager en schoonzus zijn met hun blafgeval en de camper op pad. Morgenvroeg maar even ervaren of de meisjes ons weer bij het krieken der dagen wakker maken. Gelukkig heeft dit kippenhok geen haan, broer/zwager kennende is dat beest al lang in de soep verdwenen of geëindigd in dat grote luxe ei dat ze barbecue noemen.
We hadden wel eerder de kippetjes willen opzoeken, maar géén tijd. Neem als voorbeeld de dinsdag. Na de test van de Nederlandse taal (“in een kattebelletje heb ik mijn buren gemeld dat ik mijn poes een kattenbelletje heb omgedaan”) tijd voor een beetje stoeien en kreunen onder leiding van de liefste fysiotherapeute van ons dorp (“we maken de helling nog een beetje steiler”), een bezoek aan de opticien (net nadat ik gelezen had dat de inkoopprijs van een gehele bril slechts een paar tientjes is, hooguit honderd Euro en ik er op een paar tienen na duizend voor mag neertellen) en 's middags een bijeenkomst van de vrijwilligers op ons museum. Je ziet het: veel te druk om ook nog aandacht te besteden aan het huis-op-vier-wielen. Je weet niet wat dat allemaal voor extra werk met zich meebrengt: allerlei zaken die thuis vanzelfsprekend zijn en waar je niets voor hoeft te doen, vereisen in een camper de nodige acties. Het vuile water moet eruit, drinkwater koop je in het buitenland in petflessen, een lege gasfles moet je laten bijvullen, een enkele moet je ruilen en weer andere moet je gewoon weggooien als ze leeg zijn, de cassette van het toilet moet op de juiste, daarvoor bestemde plek geleegd worden en zo heb je nog duizend van die klusjes die ik niet allemaal ga noemen. Moraal van dit verhaal: het is af en toe hard werken in en rondom een camper.
En dan was het ook nog een keer Prinsjesdag dinsdag. Je weet wel: de dag dat Willem met aanhang in de Glazen Koets normaliter naar het Binnenhof rijdt om vervolgens voor te lezen wat een ander voor hem heeft opgeschreven, waarna de minister van Financiën een gammel koffertje rondsjouwt met daarin de Rijksbegroting en Miljoenennota, waarvan de inhoud net als de Troonrede traditiegetrouw al lang is uitgelekt. Normaliter want al sinds 2022 vindt de Verenigde Vergadering (Eerste en Tweede Kamer dus samen) niet meer plaats in de Ridderzaal maar in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Heeft te maken met renovatie van het Binnenhof. Denk af en toe wel eens “Willem blijf toch gewoon thuis, neem een goede sigaar, een lekker glas en laat die malle hoedjesparade aan je voorbijgaan”. Zegt W tussen neus en lippen, wanneer ze me weer rare dingen hoort mompelen: “Zijn overgrootmoeder deed dat wel, thuisblijven!” En ja hoor: Willemien is warempel drie keer niet op komen dagen op Prinsjesdag. De eerste keer was in 1908 toen ze net zwanger was. Mijn oud-buurman zou zeggen “Ze had het zweet van de koninklijke bevruchtingsscène nog op haar voorhoofd staan”, immers het was september 1908 en Juliana zou pas 30 april van het jaar daarop worden geboren, zit volgens mijn telvingers bijna 8 maand tussen. De koningin vond het beter thuis te blijven, met zo'n klotsende koninklijke ongeboren baarmoederlijke vruchtje in een rammelende koets. Drie jaar later, in 1911, liet ze weer verstek gaan. Als formele reden gaf zij op een oefening van het leger bij te willen wonen. Dat was echter liegen alsof het gedrukt stond: koningin Wilhelmina zou hebben gehandeld uit onvrede met de herbenoeming van Van Bijlandt als Kamervoorzitter en had ruzie met de verantwoordelijke minister. In die tijd kon een vorst zich dat soort dingen nog wel permitteren, ze hadden nog wat te vertellen. Sinds 1948 ligt de macht bij de politiek, niet meer bij de koning(in) en vanaf Juliana mag een vorst alleen nog maar mooi zitten en pootjes geven, tegen een royale vergoeding dat dan wel weer (grote kop in het AD hedenmorgen: Kosten monarchie kruipen naar bijna 60 miljoen per jaar; klikken brengt je naar het artikel). Eigenzinnige Willemien hield dus in 1911 haar lipjes gesloten op Prinsjesdag. In 1947, haar laatste Prinsjesdag als regerend vorstin, gebeurde het een derde keer. Dit keer geen smoesjes: ze was ziek (bronchitis). In alle gevallen werd de Troonrede voorgelezen door een lid van de regering, niet gezeten op de troon maar staand aan de voet ervan (op een kleine verhoging om het toch nog een beetje te laten lijken). Eigenlijk een beetje een krankzinnige situatie: een regeringslid leest de Troonrede voor namens de koningin, die op haar beurt namens de regering spreekt.
Maar goed: op 17 september 2024 geen rare dingen. De dag stond weer in het teken van hoedjes, het koffertje, de troonrede en de Glazen Koets, een traditie die bestaat sinds 1814 alleen toen zonder hoedjes (Erika Terpstra is in 1977 begonnen met het opfleuren van Prinsjesdag, sindsdien is het dragen van een hoed goede gewoonte onder vrouwelijke politici geworden). Het koffertje kennen we in Nederland nog niet zo lang. Deze traditie komt uit Engeland, waar de jaarlijkse begroting in de rode budget box zit. Na de Tweede Wereldoorlog heeft Pieter Lieftinck, toenmalig minister van Financiën, dit gebruik in Nederland geïntroduceerd, maar dan met een koffertje. Ook de Glazen Koets was er in 1814 niet bij: koning Willem I liet dat ding in 1826 in Brussel maken. Koningin Wilhelmina (die bij haar inhuldiging aanvankelijk het geschenk van de Gouden Koets niet wilde aannemen, foto is van de Rijksvoorlichtingsdienst), wisselde de Gouden Koets graag af met haar geliefde Glazen Koets en sinds een aantal jaren staat het gouden exemplaar (na restauratie) in de koninklijke stallen en mag de weg niet meer op omdat een afbeelding ons verkeerd laat denken over ons slavernijverleden. Maar koning Willem-Alexander had ook te paard die ene kilometer kunnen afleggen, zoals zijn betbetovergrootvader Willem II dat in zijn regeringsjaren deed, maar misschien is er geen paard meer dat Willem wil dragen.
woensdag 18 september: @ kotten
Gisteren de opticien, vandaag de audicien. Welke ciens hebben we nog meer? Audiohulpje was net voor de vakantie stukgegaan en moest worden opgestuurd. Mocht het gevalletje vandaag weer op komen halen. Ben benieuwd hoe lang het deze keer duurt voor ik weer bij de orenboer op de stoep sta met een kapot apparaatje. Daarna naar Kotten. W de auto mee want ook zij mocht naar de opticien. Om nog een schepje bovenop mijn verhaal eerder in dit stukje te doen: las op internet dat uit prijsopgaven van Chinese leveranciers blijkt dat extra’s als ontspiegelde en krasbestendige glazen de opticiens nog geen 1 euro kosten en dat Hans Anders een paar jaar geleden een speciale actie had: slechts 50 € voor deze extra opties. Niet alleen bij Hans is de prijs anders, bij Specsavers kostte dat geintje in dezelfde periode € 69. Stond deze week ook al paf van de prijs van een paar indoorsportschoenen en de dag daarop van die van Ecco sandalen. Maar genoeg gezeurd: wij kunnen het nog betalen. Vraag me af hoe een gezin dat amper kan rondkomen dit soort uitgaven handled (schijn je zo te moeten schrijven, even opgezocht).