Mareuil-sur-Ay, dan denk je toch onmiddellijk dat het
plaatsje aan de rivier de Ay ligt? Wel veel water te bekennen: de Marne en het
Canal Latéral à la Marne, maar absoluut géén water te bekennen dat de Ay heet.
De enige Ay die we in de buurt tegenkomen is een plaatsje.
Net buiten Never Puzzel’s buik gevuld met diesel (in Frankrijk gemiddeld 20 cent per liter duurder dan in Spanje) en daarna op een
gloednieuwe camperplek (in weet-niet-meer-waar) de onze met een bruin
stokbroodje. Vanaf daar eerst gezellig op de bekende weg naar Auxerre: de D977
tot Varzy (boodschappen gedaan bij de grote buurtsuper) en daarna de N151.
Auxerre lieten we deze keer letterlijk links liggen, want we gingen er rechts
door de heuvels omheen. Helaas was de N77 naar Troyes afgesloten en de
omleiding liep over Sens (da’s een beetje veel om). Jammer: géén Lac du Der
deze reis. W troostte zich met de gedachte dat het toch nog te vroeg voor de
kraanvogels was. Onze Tom had wel een heel aparte route naar
Épernay voor ons in petto, zo apart dat ik eerst even verstandig met hem moest
praten. Toen dat niet voldoende hielp heeft W de stekker uit het beestje
getrokken en ouderwets met de kaart op de knieën kwamen we er ook (en dat
zonder noemenswaardige meningsverschillen).
Mareuil-sur-Ay ligt midden in het champagnegebied. De bodem
is krijtachtig dus de landbouwvoertuigen zorgen er voor dat de wegen voorzien
worden van een wit laagje. De druiven gedijen goed op deze grond. Mareuil heeft
zelfs een compleet ommuurde wijngaard met pinot noir stokken met de
schitterende naam Clos Saint-Hilaire. De flesjes met blancs-des-noirs
bubbeltjes gaan voor honderden euro’s per stuk over de toonbank. Laten we maar
zeggen: niet geschikt voor ons wijnrek (annex schoenen-, regenjassen- en
meterkast) in de bus. Ons wijnrek is momenteel gevuld met Spaanse Navarrewijnen
van de Lidl (à € 1,69), overigens ook goed te pruimen.
Mooi op tijd om de laatste plaats (van de 8) op de camperplaats voor de capitainerie in te nemen.
Eventueel kun je uitwijken naar een gedoogplek iets verder aan het Marnekanaal,
de “laatkomers” deden dat dan ook. Plek is gratis, alleen als je stroom wilt
betaal je 5 € voor drie uur elektriciteit (en water). Doosjes en tank legen in
een putje met deksel in de weg, primitief maar functioneel. Het kleinste campertje (links van de boot) is de mooiste, sorry: de onze.
Jaagpaden langs het kanaal, dus: fietsen naar Épernay. Daar
aangekomen (na twaalf kilometer of zo), sprak W de gedenkwaardige woorden: “Wat
hebben we hier te zoeken?” Statige, grote champagnehuizen, dat wel. De meeste
kun je ook bezoeken, bijvoorbeeld het maison Champagne de Castellane met het
opvallende torentje (foto geleend). Op de terugweg een licht buitje, maar onze
regenjassen hielden het ergste water tegen. Goed voor de heksenbezems, zullen we maar zeggen.
Weer een mooie (reis)dag.
V: 103.396; A: 103.686