De jankende honden van de kennel bij de camping zorgden er
voor dat W enige tijd naar een minder prettig “gezang” mocht luisteren. Om
volstrekt onduidelijke redenen heb ik van dat soort dingen altijd minder last.
Een positief puntje van Camping Mérida? Het douchewater was lekker warm. Onze “wasmachine”
heeft W dan ook maar onder de douche met water gevuld.
Na een bruin-brood-ontbijtje hebben we de hoofdstad van
Extramadura verlaten. Extramadura is zo’n streek waar we al een paar keer snel
door gejakkerd hebben om snel van Andalusië of Portugal naar huis terug te
reizen. De route van vandaag hebben we gehaald uit de reisbeschrijving “Spanje:
stad en natuur” van de NKC. Een keer eens niet luister naar Ome Tom, maar met
het “routeboek” bij W op schoot dwars door het gebied van de Taag en de Guadiana,
twee rivieren die het landschap bepalen. De steden Càceres, Tujilloen Plasencia
hebben we niet aangedaan (Trujillo is wel op het lijst ooit-een-keer-bekijken
geplaatst, het ligt mooi te liggen op een bultje).
De nadruk lag vandaag op het natuurpark Monfragüe, zo’n 25 kilometer ten zuiden van Plasencia. De EX-208 slingert door het park, een schitterende weg. Het werd nog mooier toen we onze eerste gieren spotten, een klein voorproefje van wat later zou komen. Welke gieren het zijn geweest zullen we nooit weten, je hebt hier de keuze uit verschillende soorten zoals de monniksgier, vale gier en aasgier. Later lazen we dat de vale gier de meest zichtbare en meest voorkomende soort in dit park is.
Zien we plotseling op een heuvel de ruïne van een voormalig
kasteeltje. Onder aan de bult een grote parkeerplaats en een busje dat je gratis
een eindje naar boven brengt richting Castillo de Monfragüe. Daar wachtte ons
nog een stuk van een rode wandelroute om boven op de ruïne een schitterend
panoramisch uitzicht te hebben over de Taag en de Tiétar die zich met grote
bochten (noemen ze hier Salto’s) in de diepte door het Parque National
kronkelen. En boven op de bult waren de gieren, gewoon zoals je ze ook in
natuurdocumentaires ziet zweven. Het kostte de nodige zweetdruppeltjes, maar
dan heb je ook wat!De nadruk lag vandaag op het natuurpark Monfragüe, zo’n 25 kilometer ten zuiden van Plasencia. De EX-208 slingert door het park, een schitterende weg. Het werd nog mooier toen we onze eerste gieren spotten, een klein voorproefje van wat later zou komen. Welke gieren het zijn geweest zullen we nooit weten, je hebt hier de keuze uit verschillende soorten zoals de monniksgier, vale gier en aasgier. Later lazen we dat de vale gier de meest zichtbare en meest voorkomende soort in dit park is.
Ons einddoel zou de camping zijn in Malpertida de Plasencia,
net buiten het nationale park. Het was nog vroeg en de camping maakte niet zo’n
uitnodigende indruk (zo te zien weinig schaduw en het zwembad was al gesloten),
dus via de snelweg (A66) nog zo’n 150 kilometer doorgereden naar Salamanca. In
Cabrerizos, een plaatsje een paar kilometer buiten de grote stad, ligt camping
Don Quijote, een Acsicamping met een nog geopend zwembad voor W: lekker
spetteren met een temperatuurtje achter in de 20 graden. Niet helemaal goed
uitgekeken: Salamanca ligt een beetje uit onze voorgenomen route naar huis,
maar daar passen we ook wel weer een mouw aan. Wat hebben we weer genoten
vandaag.
V: 101.686; A: 101.988