noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 16 september 2017

najaarstocht 2017 – 5: palmen en granaatappels

vrijdag 15 en zaterdag 16 september: @ elche

Na het aftikken van 3 x € 17,00 bij de juffrouw van Devesa Gardens, hetgeen niets te veel is voor een grote plek, een zwembad en (wanneer je het juiste gebouw selecteert) uitstekend sanitair. Dan vergeten we nog de toldo boven je hoofd en de dierentuin op het terrein te noemen. Mooi plekje daar in het natuurpark van l’Albufera. Uit dankbaarheid hebben we de inhoud van het cassettetoilet en de vuilwatertank achtergelaten. Door de rijstvelden naar Cullera voor het Lidl-verhaal en (bijna) aan zee een verlaat bruin-brood-ontbijt. Vervolgens naar Gandia en daar rechtsaf de CV60 op, zodat je de punt van Dénia, Javéa en vooral de kermis van Benidorm ontloopt. Een stuk frisser dan de vorige dagen, af en toe een verkoelend buitje op het dak van onze Puzzel, maar echt schoon werd ze er niet van.
Overigens voor het vertrek nog even een discussie over de wijze waarop het verplichte fietsbord geplaatst moest worden: diagonaal van linksboven naar rechtsonder of net andersom? Vandaag hebben we het fout gedaan, een volgende keer beter!
 
Onze camperplaats ligt aan de weg van Elche (in deze omgeving noemen ze het Elx) naar La Marina. Karin en Peter die hier de scepter zwaaien hebben de plek Parking Los Verdes genoemd. Nog niet zo lang open, zie je aan het nummer van Campercontact (55.749) en aan de dingen die net-niet-af-zijn-maar-ongetwijfeld-mooi-zullen-worden. Gastvrij ontvangen met een lekkere bak koffie en een lange babbel. Voor € 7,50 per nacht en 40 cent per kwh voor de vonkjes mag je niet klagen, vooral wanneer je voor die prijs gratis kunt douchen (met een regendouche), niet hoeft te stinken op je campertoilet en via internet Eltiempo.es kunt volgen. Als je plek hebt voor maximaal 7 campers beheer je een camperplaats puur uit liefhebberij en niet om er beter aan te worden. We komen hier ongetwijfeld nog een keertje terug.

 
Na de koffie en het optuigen van de fietsen naar Elche vertrokken. Geprobeerd zoveel mogelijk binnendoorweggetjes te vinden, wat voor 90 % gelukt is dankzij Google Maps op de telefoon van W. Mooi temperatuurtje om te pedaleren: graadje of 25 met een (soms voorzichtig soms tetterend) zonnetje. Zeg je Elche dan zeg je palmen en dan vooral dadelpalmen. Alleen kunnen ze in deze buurt van Spanje niet zo goed tellen. Volgens de ene website tellen de palmenboomgaarden van Elche (binnen en buiten de stad) zo’n 200.000 palmen, een ander heeft het over 300.000 bomen en ik kwam er ook eentje tegen die 500.000 een leuk getal vond. Het zijn er in elk geval heel veel. De eerste dadelpalmen zijn vermoedelijk in de 5e eeuw vC geplant door Carthagers. Deze jongens hadden toen in zuidoost Spanje het heft in handen. De Romeinen knutselden wat later met irrigatiesystemen en de Moren (7e tot 10e eeuw) perfectioneerden de waterwerken. Overigens vandaag wel de helmpjes op (mede op aanraden van de camperplaatsbaas).

Het zal wel aan ons liggen, maar voor de zoveelste keer konden we HET palmenpark van Elche, de Jardin Huerto del Cura, niet vinden. Volgens W zijn we er vandaag wel geweest (ze vergeleek foto’s van internet met de onze), ik denk dat we niet verder gekomen zijn dan het gemeentelijk park. Fijn hoor die Spanjaarden: eerst een bordje met een verwijzing en verder mag je het zelf uitzoeken. Welke tuin we ook gezien hebben, het was in elk geval fantastisch: Elche en omgeving heeft door al die bomen een erg exotisch tintje.
 
 
 
Onze tocht liet ook veel granaatappelstruiken zien. Vooral mannen moeten veel granaatappels eten: de rode pitjes zijn niet alleen ontstekingremmend, bloeddrukverlagend en zorgen voor een mooie huid, het schijnt dat ze ook erectieproblemen voorkomen. En dat alles (en nog veel meer) komt door de polyfenolen. Nee, ik verzin het niet ter plekke.
V: 100.526; A: 100.723

Eigenlijk zouden we op zaterdag een deurtje verder, maar het bleek dat de plaatselijke Piet Paulusma ook maar een koffiedikkijker is: de voorspelde hele-dag-regen werd droog-met-een-prettig-temperatuurtje. De verwachte regen was al in de nacht gevallen. Dus opnieuw op de fiets en “binnendoor” naar Santa Pola. Heb je een schitterend fietspad, heeft daar een of andere malloot bedacht om de overgang met de “snelweg” N332 af te sluiten. Met gevaar voor eigen leven moesten we de weg over en onze fietsen over de vangrails zeulen (of 15 kilometer omfietsen).
 
 
De zoutpannen en de boot naar het pirateneiland Tarabarca hebben we tijdens een vorig reisje al eens gezien (dus ook helemaal vergeten om foto’s te maken). Via een omtrekkende beweging door de velden en later over de CV853 naar La Marina getrokken waar we ons hebben getrakteerd op inktvis en een soort bitterballen met ham. Uiteraard moet je die hapjes wegspoelen. Accu’s leeg en knollen op, dus W een dutje en ik aan het bloggen. Je zou hier in dit gebied van Spanje bijna een finca (zeg maar landgoed met een – meestal vervallen – stulpje) kopen.