Na het aftikken van 3 x € 17,00 bij de juffrouw van Devesa
Gardens, hetgeen niets te veel is voor een grote plek, een zwembad en (wanneer
je het juiste gebouw selecteert) uitstekend sanitair. Dan vergeten we nog de
toldo boven je hoofd en de dierentuin op het terrein te noemen. Mooi plekje
daar in het natuurpark van l’Albufera. Uit dankbaarheid hebben we de inhoud van
het cassettetoilet en de vuilwatertank achtergelaten. Door de rijstvelden naar
Cullera voor het Lidl-verhaal en (bijna) aan zee een verlaat
bruin-brood-ontbijt. Vervolgens naar Gandia en daar rechtsaf de CV60 op, zodat
je de punt van Dénia, Javéa en vooral de kermis van Benidorm ontloopt. Een stuk
frisser dan de vorige dagen, af en toe een verkoelend buitje op het dak van
onze Puzzel, maar echt schoon werd ze er niet van.
Overigens voor het vertrek nog even een discussie over de wijze waarop het verplichte fietsbord geplaatst moest worden: diagonaal van linksboven naar rechtsonder of net andersom? Vandaag hebben we het fout gedaan, een volgende keer beter!
Na de koffie en het optuigen van de fietsen naar Elche
vertrokken. Geprobeerd zoveel mogelijk binnendoorweggetjes te vinden, wat voor
90 % gelukt is dankzij Google Maps op de telefoon van W. Mooi temperatuurtje om
te pedaleren: graadje of 25 met een (soms voorzichtig soms tetterend) zonnetje.
Zeg je Elche dan zeg je palmen en dan vooral dadelpalmen. Alleen kunnen ze in
deze buurt van Spanje niet zo goed tellen. Volgens de ene website tellen de
palmenboomgaarden van Elche (binnen en buiten de stad) zo’n 200.000 palmen, een
ander heeft het over 300.000 bomen en ik kwam er ook eentje tegen die 500.000
een leuk getal vond. Het zijn er in elk geval heel veel. De eerste dadelpalmen
zijn vermoedelijk in de 5e eeuw vC geplant door Carthagers. Deze
jongens hadden toen in zuidoost Spanje het heft in handen. De Romeinen
knutselden wat later met irrigatiesystemen en de Moren (7e tot 10e
eeuw) perfectioneerden de waterwerken. Overigens vandaag wel de helmpjes op (mede op aanraden van de camperplaatsbaas).
Het zal wel aan ons liggen, maar voor de zoveelste keer
konden we HET palmenpark van Elche, de Jardin Huerto del Cura, niet vinden.
Volgens W zijn we er vandaag wel geweest (ze vergeleek foto’s van internet met de
onze), ik denk dat we niet verder gekomen zijn dan het gemeentelijk park. Fijn
hoor die Spanjaarden: eerst een bordje met een verwijzing en verder mag je het
zelf uitzoeken. Welke tuin we ook gezien hebben, het was in elk geval
fantastisch: Elche en omgeving heeft door al die bomen een erg exotisch tintje.
Onze tocht liet ook veel granaatappelstruiken zien. Vooral
mannen moeten veel granaatappels eten: de rode pitjes zijn niet alleen
ontstekingremmend, bloeddrukverlagend en zorgen voor een mooie huid, het
schijnt dat ze ook erectieproblemen voorkomen. En dat alles (en nog veel meer)
komt door de polyfenolen. Nee, ik verzin het niet ter plekke.
V: 100.526; A: 100.723
Eigenlijk zouden we op zaterdag een deurtje verder, maar het
bleek dat de plaatselijke Piet Paulusma ook maar een koffiedikkijker is: de
voorspelde hele-dag-regen werd droog-met-een-prettig-temperatuurtje. De verwachte
regen was al in de nacht gevallen. Dus opnieuw op de fiets en “binnendoor” naar
Santa Pola. Heb je een schitterend fietspad, heeft daar een of andere malloot
bedacht om de overgang met de “snelweg” N332 af te sluiten. Met gevaar voor
eigen leven moesten we de weg over en onze fietsen over de vangrails zeulen (of
15 kilometer omfietsen).
De zoutpannen en de boot naar het pirateneiland
Tarabarca hebben we tijdens een vorig reisje al eens gezien (dus ook helemaal
vergeten om foto’s te maken). Via een omtrekkende beweging door de velden en
later over de CV853 naar La Marina getrokken waar we ons hebben getrakteerd op inktvis
en een soort bitterballen met ham. Uiteraard moet je die hapjes wegspoelen.
Accu’s leeg en knollen op, dus W een dutje en ik aan het bloggen. Je zou hier
in dit gebied van Spanje bijna een finca (zeg maar landgoed met een – meestal vervallen
– stulpje) kopen.