“
Wat
vond je nu het mooiste van of aan Scherpenzeel?” vroeg W aan het
eind van de middag nadat ik me virtueel de hele dag in het
Koningsdaggebeuren geworpen had en W er wat meer werk van had
gemaakt. Is eigenlijk maar één antwoord op mogelijk en dat komt uit
de grond van mijn hart: de burgemeesterse, Marieke
Teunissen-Willemsen (47 jaar of zo iets). Ze heeft in mijn ogen maar
één nadeel en dat is dat ze lid is van de VVD. Maar je weet:
niemand is perfect. Weet ook helemaal niet of ze het wel goed doet,
het is gewoon een mooi poppetje. Onze Marieke kreeg haar baantje
nadat de fusie van Scherpenzeel met Barneveld werd afgeblazen.
Jarenlang gesteggel ging aan dat besluit van minister Ollongren (eind
2021) vooraf en het kostte de kop van een paar politieke heethoofden
onder meer de laatste (waarnemend) burgemeester Eppie Klein.
zaterdag
27 april: @ scherpenzeele
Kneuterig
dat oranjefeestje in Scherpenzeel. W offerde zich op: ze ging
gewapend met plu te voet en liet (in goed overleg) mij achter. Heb
niet zoveel met dingen als vrijmarkten en zo. Daarbij kwam dat
Buienradar ons waarschuwde voor vloeibare confetti. Jammer voor W dat
ze te laat was voor de traditionele aubade door muziekvereniging
Caecilia. Het grote voordeel van te laat komen op zo'n bijeenkomst is
dat je een aantal oubollige toespraken mist. We kennen het van een
paar koningsdagen die we in Wassenaar hebben meegemaakt waar de
voorzitter van het Oranjecomité elk jaar een geschiedenisles geeft
waarin niemand eigenlijk is geïnteresseerd. Voorzichtig zijn: we
weten niet hoe deze voorzitter het feestgedruis aftrapt en ook onze
Marieke sprak een paar woorden. Ook de jaarlijkse Oranjebingo moesten
we aan onze neus voorbij laten gaan: om 10.00 uur 's morgens al bingo
schreeuwen? Misschien mochten we niet eens meedoen, want in het
programmaboekje stond “senioren uit Scherpenzeel en Renswoude zijn
van harte welkom [...]” W had nog oog voor de “huifkartocht langs
historische plekken”, maar alle tochten (drie stuks) waren
volgeboekt).
Zoals
je al wel vermoedde werd het niet alleen feestvieren vandaag, er
moest ook nog een eindje gefietst worden. Een tocht van zo'n 55
kilometer liet ons stukken ten noorden en ten zuiden van de A12 zien. Dat laatste stukje op nevenstaand kaartje (rechts van de letter A) was ons extra lusje naar Renswoude waar Komoot te enthousiast een modderpad had gekozen en wij het daar niet mee eens waren, vandaar de rare kronkels.
Een
van de highlights van vandaag was een gedeelte van het Let de
Stigterpad. Volgens kenners is dit pad (totale lengte een kleine 30
kilometer – enkele reis) de mooiste fietsroute van de Utrechtse
Heuvelrug. W kon dat volmondig beamen. Het
Let de Stigterpad is vernoemd naar mevrouw A.D. de Stigter-Huising,
oud-burgemeester van Maarn en medegrondlegger van het Nationaal Park
Utrechtse Heuvelrug. De route laat het beste zien wat het nationale
park te bieden heeft: de half verharde fietspaden voeren langs
bossen, heidevelden, grafheuvels, kastelen, zandverstuivingen,
vennen, uiterwaarden met rivier en vergezichten. We hebben onder meer
over driften en heerwegen gefietst. Driften zijn schapenpaden
waarlangs de herder zijn kudde naar de heide voerde. Door veelvuldig
gebruik werd zo'n pad vanzelf een weg. Een heerweg is een verbindingsweg tussen belangrijke
plaatsen. De foto die bij deze alinea hoort is echt door W met haar Samsungphone gemaakt.
Bergen
werden er vandaag ook nog beklommen. Wat vind je van de Amerongse
Berg, een heuvel in de gemeente Utrechtse Heuvelrug met de
afschrikwekkende hoogte van 69,2 meter boven NAP en daarmee absoluut
het hoogste punt van de provincie? De heuvel ligt ten noordoosten van
Amerongen in het Amerongsche Bosch, een van de oudste bossen op de
Utrechtse Heuvelrug. De meeste bossen op de heuvelrug zijn niet ouder
dan een eeuw, maar in het Amerongsche Bosch staan grove dennen
waarvan er enkele al uit 1770 stammen. En dan nu een bericht voor
alleen wielerfanaten: “De
heuvel maakt deel uit van de stuwwal Utrechtse Heuvelrug. In het
noordwesten liggen de Hazenberg, de Vlakke Berg en de Zuilensteinse
Berg en in het zuidoosten liggen de Galgenberg en de Elsterberg. Door
zijn hoogte en steilheid is de Amerongse Berg geliefd onder
sportfietsers. De noordkant is met afstand de zwaarste beklimming van
de Heuvelrug, de zuidkant is minder zwaar maar nog steeds zwaarder
dan de Grebbeberg. Het Paardenveld in Rhenen, de tweede zwaarste
helling van de Heuvelrug, is nog wel steiler dan beide kanten van de
Amerongse Berg. De Amerongse Berg was opgenomen als berg van de 4e
categorie van de 1e etappe van de Ronde van Spanje (Vuelta) van 2022”.
(bron: Wikipedia). Een korte regenbui konden we uitzitten in één van de bezoekerscentra van Utrechts Landschap, de Tabaksschuur.
Dan
moet ik ook nog Kasteel Amerongen benoemen, een kasteel in de
uiterwaarden van de Nederrijn. De
geschiedenis van Kasteel Amerongen begint officieel in 1286. Henric
en Diederic Borre van Amerongen worden leenmannen van Floris V van
Holland geworden. Ze prutsten een gezellig kasteeltje in elkaar, dat
vooral in de vroege jaren regelmatig werd verwoest en weer herbouwd.
Een paar eeuwen ging het aardig goed tot in februari 1673 het kasteel
door de Franse troepen met takkenbossen in brand gestoken werd en
meteen weer werd opgebouwd, nu in de voor die tijd veel voorkomende
Hollands-classicistische stijl. Later (eind negentiende eeuw) mocht
Pierre Cuypers nog wat veranderingen aan en in het huis aanbrengen en
dat deed hij op de voor hem bekende manier. Wat vind je van de
volgende tekst? “Gij
allen hebt wel eens een gebouw zien restaureeren. Deed het u niet
weemoedig aan, als gij het gebouw met zijn door de eeuwen gebruinde
baksteenen, soms met mos begroeid, achter steigers zaagt verdwijnen?
Als er dan genoeg gehakt en gebikt was, werden de steigers weer
weggenomen, en kwam het gebouw weer voor den dag. Nieuw en net, maar
tegelijkertijd akelig koud zag het er nu uit. Waar bleef de patina
der eeuwen? Zij is voor goed verdwenen. [….] Daarom, men
conserveere, maar restaureere niet!” Woorden
van A.W. Weissman in ‘Moderne Antiquiteiten’ van 1886. Inmiddels
is de Stichting Kasteel Amerongen eigenaar van stenen en grond (de
tuin) en is het vooral een museum.
Nog
zo'n kasteeltje: kasteel Renswoude, waarschijnlijk ook voor het eerst
gebouwd in de veertiende eeuw, later afgebroken en vervangen door een
landhuis. In de archieven kom je ook de namen Borchwal
en Rijnswoude
tegen. Het huidige pandje is in Hollands-classicistische stijl, zoals
veel gestapelde stenen in deze omgeving. Tegenwoordig eigendom
van een familiestichting die het gebouwde verdeelde in verschillende
appartementen die deels door door familieleden werden en nog worden
bewoond. Weer eens wat anders dan “maak er maar een museum van”.
De stichting heeft ten doel: “de
instandhouding en het beheer van Kasteel Renswoude met inboedel en
verder aanbehoren, alsmede het exploiteren van gemeld kasteel op
zodanige wijze, dat daarmede het behoud van het kastelenbezit in
Nederland wordt gediend, zodat het kasteel een 'landmark' blijft bij
binnenkomst van de gemeente Renswoude, zodanig, dat het kasteel,
voorplein en park, eveneens een rijksmonument, als ensemble hun rol
in de gemeenschap kunnen blijven vervullen”. Daarnaast: “het
kasteel visueel onaangetast te presenteren en op verantwoorde wijze
de collectie te conserveren”.
Opvallend
was de rij huisjes tegenover het kasteel. Bedoeld voor het personeel.
Vaak woonde kasteelpersoneel net als de adellijke familie in het
kasteel. Meestal waren er slaapkamers op zolder en werkte men in het
souterrain. Bij kasteel Renswoude werd echter een geheel nieuwe buurt
gebouwd bij het kasteel om het personeel in te huisvesten. Toen de
huisjes (een compleet nieuwe buurt) werden gebouwd tussen 1771 en 1780
werkten er zo'n 115 mensen op het kasteel. Dat was zo'n 10% van de
bevolking van Renswoude.
En
toen waren we weer in Scherpenzeel, waar nog steeds Hiep Hiep Hoera
gezongen en geroepen werd. We zitten op de biblebelt en dan ben je
verzekerd van twee dingen: het volk is voor het merendeel
koningsgezind en de winkels op zondag zijn allemaal gesloten. Vandaag
wel en juist op zondag NIET gesloten was de Hervormde Kerk, beter
bekend als de Grote Kerk (met Mariatoren). Zoals het met alle oude
kerken het geval is was deze ook oorspronkelijk rooms-katholiek en
was gewijd aan Sint Antonius. Veertiende eeuw wordt geschat als
bouwperiode van de oorspronkelijke kerk. Nadat Maarten Luther in 1517
zijn stellingen tegen de deur van de kerk in Wittenberg sloeg (zie
eventueel
https://berrynales.blogspot.com/2017/04/luther-natuurlijk-8-het-rome-van-de.html)
begon de Reformatie, alleen niet in Scherpenzeel dat pas van geloof
veranderde in 1597 toen de pastoor zich had bekeerd tot het
protestantisme. Doordat de kerk vandaag niet voor het publiek was
geopend moesten we het pronkstuk missen: de
gaaf gebleven grafsteen van Johan VI van Scherpenzeel (overleden
1619) en diens tweede vrouw Margriet van Essen. Wat een gemis! We konden nog wel het eindresultaat van de houtsnijwerker bewonderen.
Als
je gaat googelen op “fontein in Scherpenzeel” krijg je een boel
fonteinen te zien, maar de ene die je zoekt is er niet bij. Kan je er
dus helemaal niks over vertellen. “Zeldzaam dat je met je mond vol
tanden staat”, sprak W. Moet ik dat als een compliment opvatten.
Gelukkig hebben we de foto nog. Ook de Hervormde Kerk (zie vorige alinea) is te bespeuren op de foto.
Zoals
gewoonlijk weer eens een mooie dag! Af en toe een spettertje,
temperatuur oplopend tot 16 graden. Prima fietsweer dus. En morgen?
Morgen is er weer een dag. Het schijnt dat we voor Puzzel een dagje
rust inlassen en wij verder gaan met het verkennen van de omgeving.
Absoluut geen rustdag waarop we ons kunnen overgeven aan
overpeinzingen over de tijd toen je als postbode nog een beëdigd
ambtenaar was, de functie schoolmeester een respectabel beroep en de
term “ecofascist” nog niet was uitgevonden. Zo'n dag dus, maar:
je weet maar nooit!