noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 27 april 2024

in blijde verwachting – 3b: koningsdag in scherpenzeel

Wat vond je nu het mooiste van of aan Scherpenzeel?” vroeg W aan het eind van de middag nadat ik me virtueel de hele dag in het Koningsdaggebeuren geworpen had en W er wat meer werk van had gemaakt. Is eigenlijk maar één antwoord op mogelijk en dat komt uit de grond van mijn hart: de burgemeesterse, Marieke Teunissen-Willemsen (47 jaar of zo iets). Ze heeft in mijn ogen maar één nadeel en dat is dat ze lid is van de VVD. Maar je weet: niemand is perfect. Weet ook helemaal niet of ze het wel goed doet, het is gewoon een mooi poppetje. Onze Marieke kreeg haar baantje nadat de fusie van Scherpenzeel met Barneveld werd afgeblazen. Jarenlang gesteggel ging aan dat besluit van minister Ollongren (eind 2021) vooraf en het kostte de kop van een paar politieke heethoofden onder meer de laatste (waarnemend) burgemeester Eppie Klein.

zaterdag 27 april: @ scherpenzeele

Kneuterig dat oranjefeestje in Scherpenzeel. W offerde zich op: ze ging gewapend met plu te voet en liet (in goed overleg) mij achter. Heb niet zoveel met dingen als vrijmarkten en zo. Daarbij kwam dat Buienradar ons waarschuwde voor vloeibare confetti. Jammer voor W dat ze te laat was voor de traditionele aubade door muziekvereniging Caecilia. Het grote voordeel van te laat komen op zo'n bijeenkomst is dat je een aantal oubollige toespraken mist. We kennen het van een paar koningsdagen die we in Wassenaar hebben meegemaakt waar de voorzitter van het Oranjecomité elk jaar een geschiedenisles geeft waarin niemand eigenlijk is geïnteresseerd. Voorzichtig zijn: we weten niet hoe deze voorzitter het feestgedruis aftrapt en ook onze Marieke sprak een paar woorden. Ook de jaarlijkse Oranjebingo moesten we aan onze neus voorbij laten gaan: om 10.00 uur 's morgens al bingo schreeuwen? Misschien mochten we niet eens meedoen, want in het programmaboekje stond “senioren uit Scherpenzeel en Renswoude zijn van harte welkom [...]” W had nog oog voor de “huifkartocht langs historische plekken”, maar alle tochten (drie stuks) waren volgeboekt).


Zoals je al wel vermoedde werd het niet alleen feestvieren vandaag, er moest ook nog een eindje gefietst worden. Een tocht van zo'n 55 kilometer liet ons stukken ten noorden en ten zuiden van de A12 zien. Dat laatste stukje op nevenstaand kaartje (rechts van de letter A) was ons extra lusje naar Renswoude waar Komoot te enthousiast een modderpad had gekozen en wij het daar niet mee eens waren, vandaar de rare kronkels. 

Een van de highlights van vandaag was een gedeelte van het Let de Stigterpad. Volgens kenners is dit pad (totale lengte een kleine 30 kilometer – enkele reis) de mooiste fietsroute van de Utrechtse Heuvelrug. W kon dat volmondig beamen. Het Let de Stigterpad is vernoemd naar mevrouw A.D. de Stigter-Huising, oud-burgemeester van Maarn en medegrondlegger van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. De route laat het beste zien wat het nationale park te bieden heeft: de half verharde fietspaden voeren langs bossen, heidevelden, grafheuvels, kastelen, zandverstuivingen, vennen, uiterwaarden met rivier en vergezichten. We hebben onder meer over driften en heerwegen gefietst. Driften zijn schapenpaden waarlangs de herder zijn kudde naar de heide voerde. Door veelvuldig gebruik werd zo'n pad vanzelf een weg. Een heerweg is een verbindingsweg tussen belangrijke plaatsen. De foto die bij deze alinea hoort is echt door W met haar Samsungphone gemaakt. 

Bergen werden er vandaag ook nog beklommen. Wat vind je van de Amerongse Berg, een heuvel in de gemeente Utrechtse Heuvelrug met de afschrikwekkende hoogte van 69,2 meter boven NAP en daarmee absoluut het hoogste punt van de provincie? De heuvel ligt ten noordoosten van Amerongen in het Amerongsche Bosch, een van de oudste bossen op de Utrechtse Heuvelrug. De meeste bossen op de heuvelrug zijn niet ouder dan een eeuw, maar in het Amerongsche Bosch staan grove dennen waarvan er enkele al uit 1770 stammen. En dan nu een bericht voor alleen wielerfanaten: “De heuvel maakt deel uit van de stuwwal Utrechtse Heuvelrug. In het noordwesten liggen de Hazenberg, de Vlakke Berg en de Zuilensteinse Berg en in het zuidoosten liggen de Galgenberg en de Elsterberg. Door zijn hoogte en steilheid is de Amerongse Berg geliefd onder sportfietsers. De noordkant is met afstand de zwaarste beklimming van de Heuvelrug, de zuidkant is minder zwaar maar nog steeds zwaarder dan de Grebbeberg. Het Paardenveld in Rhenen, de tweede zwaarste helling van de Heuvelrug, is nog wel steiler dan beide kanten van de Amerongse Berg. De Amerongse Berg was opgenomen als berg van de 4e categorie van de 1e etappe van de Ronde van Spanje (Vuelta) van 2022”. (bron: Wikipedia). Een korte regenbui konden we uitzitten in één van de bezoekerscentra van Utrechts Landschap, de Tabaksschuur. 


Dan moet ik ook nog Kasteel Amerongen benoemen, een kasteel in de uiterwaarden van de Nederrijn. De geschiedenis van Kasteel Amerongen begint officieel in 1286. Henric en Diederic Borre van Amerongen worden leenmannen van Floris V van Holland geworden. Ze prutsten een gezellig kasteeltje in elkaar, dat vooral in de vroege jaren regelmatig werd verwoest en weer herbouwd. Een paar eeuwen ging het aardig goed tot in februari 1673 het kasteel door de Franse troepen met takkenbossen in brand gestoken werd en meteen weer werd opgebouwd, nu in de voor die tijd veel voorkomende Hollands-classicistische stijl. Later (eind negentiende eeuw) mocht Pierre Cuypers nog wat veranderingen aan en in het huis aanbrengen en dat deed hij op de voor hem bekende manier. Wat vind je van de volgende tekst? “Gij allen hebt wel eens een gebouw zien restaureeren. Deed het u niet weemoedig aan, als gij het gebouw met zijn door de eeuwen gebruinde baksteenen, soms met mos begroeid, achter steigers zaagt verdwijnen? Als er dan genoeg gehakt en gebikt was, werden de steigers weer weggenomen, en kwam het gebouw weer voor den dag. Nieuw en net, maar tegelijkertijd akelig koud zag het er nu uit. Waar bleef de patina der eeuwen? Zij is voor goed verdwenen. [….] Daarom, men conserveere, maar restaureere niet!” Woorden van A.W. Weissman in ‘Moderne Antiquiteiten’ van 1886. Inmiddels is de Stichting Kasteel Amerongen eigenaar van stenen en grond (de tuin) en is het vooral een museum.


Nog zo'n kasteeltje: kasteel Renswoude, waarschijnlijk ook voor het eerst gebouwd in de veertiende eeuw, later afgebroken en vervangen door een landhuis. In de archieven kom je ook de namen
Borchwal en Rijnswoude tegen. Het huidige pandje is in Hollands-classicistische stijl, zoals veel gestapelde stenen in deze omgeving. Tegenwoordig eigendom van een familiestichting die het gebouwde verdeelde in verschillende appartementen die deels door door familieleden werden en nog worden bewoond. Weer eens wat anders dan “maak er maar een museum van”. De stichting heeft ten doel: “de instandhouding en het beheer van Kasteel Renswoude met inboedel en verder aanbehoren, alsmede het exploiteren van gemeld kasteel op zodanige wijze, dat daarmede het behoud van het kastelenbezit in Nederland wordt gediend, zodat het kasteel een 'landmark' blijft bij binnenkomst van de gemeente Renswoude, zodanig, dat het kasteel, voorplein en park, eveneens een rijksmonument, als ensemble hun rol in de gemeenschap kunnen blijven vervullen”. Daarnaast: “het kasteel visueel onaangetast te presenteren en op verantwoorde wijze de collectie te conserveren”.

Opvallend was de rij huisjes tegenover het kasteel. Bedoeld voor het personeel. Vaak woonde kasteelpersoneel net als de adellijke familie in het kasteel. Meestal waren er slaapkamers op zolder en werkte men in het souterrain. Bij kasteel Renswoude werd echter een geheel nieuwe buurt gebouwd bij het kasteel om het personeel in te huisvesten. Toen de huisjes (een compleet nieuwe buurt) werden gebouwd tussen 1771 en 1780 werkten er zo'n 115 mensen op het kasteel. Dat was zo'n 10% van de bevolking van Renswoude.

En toen waren we weer in Scherpenzeel, waar nog steeds Hiep Hiep Hoera gezongen en geroepen werd. We zitten op de biblebelt en dan ben je verzekerd van twee dingen: het volk is voor het merendeel koningsgezind en de winkels op zondag zijn allemaal gesloten. Vandaag wel en juist op zondag NIET gesloten was de Hervormde Kerk, beter bekend als de Grote Kerk (met Mariatoren). Zoals het met alle oude kerken het geval is was deze ook oorspronkelijk rooms-katholiek en was gewijd aan Sint Antonius. Veertiende eeuw wordt geschat als bouwperiode van de oorspronkelijke kerk. Nadat Maarten Luther in 1517 zijn stellingen tegen de deur van de kerk in Wittenberg sloeg (zie eventueel https://berrynales.blogspot.com/2017/04/luther-natuurlijk-8-het-rome-van-de.html) begon de Reformatie, alleen niet in Scherpenzeel dat pas van geloof veranderde in 1597 toen de pastoor zich had bekeerd tot het protestantisme. Doordat de kerk vandaag niet voor het publiek was geopend moesten we het pronkstuk missen: de gaaf gebleven grafsteen van Johan VI van Scherpenzeel (overleden 1619) en diens tweede vrouw Margriet van Essen. Wat een gemis! We konden nog wel het eindresultaat van de houtsnijwerker bewonderen. 

Als je gaat googelen op “fontein in Scherpenzeel” krijg je een boel fonteinen te zien, maar de ene die je zoekt is er niet bij. Kan je er dus helemaal niks over vertellen. “Zeldzaam dat je met je mond vol tanden staat”, sprak W. Moet ik dat als een compliment opvatten. Gelukkig hebben we de foto nog. Ook de Hervormde Kerk (zie vorige alinea) is te bespeuren op de foto.


Zoals gewoonlijk weer eens een mooie dag! Af en toe een spettertje, temperatuur oplopend tot 16 graden. Prima fietsweer dus. En morgen? Morgen is er weer een dag. Het schijnt dat we voor Puzzel een dagje rust inlassen en wij verder gaan met het verkennen van de omgeving. Absoluut geen rustdag waarop we ons kunnen overgeven aan overpeinzingen over de tijd toen je als postbode nog een beëdigd ambtenaar was, de functie schoolmeester een respectabel beroep en de term “ecofascist” nog niet was uitgevonden. Zo'n dag dus, maar: je weet maar nooit!