noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 14 april 2024

van je familie moet je het hebben – 3: gewoon tien graden kouder dan gisteren

Soms denk je ineens aan vreemde dingen: tijdens onze fietstocht zaten we op een terras in Ramsdorp een grote coupe ijs (W) en een best-te-pruimen-koffie (ik) weg te werken toen ineens de klokken begonnen te luiden. Zei tegen Willy "Go'j met noar 'n dof?". Ze wist niet waar ik het over had. Hele discussie gehad of deze zin Achterhoeks was, Joods, Bargoens of ontsproten aan de fantasie van mijn moeder. Opvallend was dat mijn moeder deze woorden en heel veel andere gebruikte en mijn vader niet (in ieder geval veel minder). Heb vervolgens een lijstje opgesteld met termen die me te binnen schoten, waaronder haar standaarduitdrukking “jofel in de klof” oftewel goed gekleed zijn. Hele whatsappdiscussie gehad met mijn broer en zusjes. Thuis werd dialect gesproken behalve door en met mijn jongste zus (is 66 jong?). Zelfs zij wist een groot aantal woorden te benoemen die ik als voorbeeld gaf. Zij wist van ruim 75 % de betekenis terwijl W onder de 40 bleef en aangaf dat ze veel woorden kende als afkomstig van mijn moeder. Ik noem een paar voorbeelden met tussen haakjes te vertaling: mies geschoor (slecht volk), achielen (eten), gedallast of gesjochten (arm), pattes (zwanger) en peiger (dood). De vraag blijft waar al die Joodse woorden vandaan komen. Een verklaring zou kunnen zijn dat Groenlo vroeger een uitgebreide Joodse middenstand had en mijn moeder een paar jaar dienstmeisje is geweest bij “Kapper Hemeltjen” (die volgens mijn broer weer geen Jiddische roots had). Zou ook het verschil verklaren in het taalgebruik van mijn vader en moeder. Wordt misschien vervolgd, voorlopig houden we het bij “dat verhaal hef ne makke”.


Kreeg van een paar kanten te horen dat de blogs van de afgelopen dagen er een beetje "vreemd" uitzagen, raar opgemaakte tekst en zo. Ik geef de schuld aan de uitermate slechte internetverbinding. Was ook een hele heisa om ze gepubliceerd te krijgen. 

zondag 14 april: @ home

Schoonzus kookte gisteravond voor ons. Italiaans, maar dan op zijn Nederlands. Dus wel een primo, namelijk een Insalata Caprese: in plakken gesneden tomaat en mozzarella en om de kleur van de Italiaanse vlag compleet te maken groene blaadjes. Vandaag gebruikte ze munt, maar het kan ook heel goed met blaadjes basilicum of rucola, als het maar groen is. In Italië krijg je daarna een secondo, iets met vlees en groente. Schoonzus gooide er nog een tweede primo tegenaan namelijk spaghetti met zeevruchten en rucola. Uit de koelkast van ons busje kwam nog een Nederlands pak vla en met een beetje dunne vijgenjam maakte W daar vier vrolijke toetjes van. Om in stijl te blijven noemde ze haar creatie “dolce con fichi”. Het oor wil ook wat. Uit busje één kwam een flesje rood en uit busje twee een restant wit. Opvallend dat je anderhalve liter wijn makkelijker wegklokt dan dezelfde hoeveelheid water. De Duitsers om ons heen doen het nog anders op de camping: daar komen om 11 uur de flessen bier op tafel en dat gaat door tot ze 's avonds de camperdeur achter zich dichttrekken. Wat er binnen gebeurt weten we dan weer niet.

Min of meer een afknapper zondagochtend, alhoewel voorspeld en verwacht. Een magere tien graden bij het opstaan. Wat later konden we nog wel buiten koffie drinken. Eén voordeel: we hoefden ons vandaag niet in te strijken met factor 50. Zo zie je maar weer: “elk nadeel hep zijn voordeel”. W terug op de fiets (53 kilometer), ik mocht de bus terugbrengen. Rijtemperatuur gedurende de 54 autokilometers: 14 graden, gewoon tien graden minder dan gisteren. Bijgaande foto: W heeft niet alleen asfaltwegen genomen.