noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 28 april 2024

in blijde verwachting – 3c: zondag in de biblebelt

Kun je eigenlijk wel met goed fatsoen op zondag fietsen in de biblebelt?” vroeg W zich vannacht af. Ik kan van zo'n probleem niet wakker liggen. Vraag aan tien christenen hoe het moet met die zondagrust en je krijgt tien verschillende antwoorden. De roomsen zijn er heel gemakkelijk in, bij de protestanten is het vooral afhankelijk van het kerkgenootschap. Teksten die vaak gebruik worden als argument voor de zondagsrust, vind je het scheppingsverhaal van Genesis 1 en verder in Exodus 20. Hierin geeft God de mens de opdracht om van de zevende dag in de week een gewijde rustdag te maken. Dat betekent twee dingen: deze dag is anders dan de andere dagen in de week èn op deze dag dient men te rusten. In Genesis staat dat God in zes dagen de aarde heeft geschapen en dat Hij op de zevende dag daarvan uitrustte. Hij zegende deze dag en verklaarde die heilig. Mag hij van me doen, zolang ik er maar geen last van heb. Als het puntje bij het paaltje komt trok Jezus zich ook niks van die rustdag aan: hij stond toe dat zijn leerlingen koren plukten op deze heilige dag en zelf deed hij wonderen op de sabbat. En dan Lucas 14: “Op een sabbat ging Hij bij een vooraanstaande Farizeeër thuis eten. Zij hielden Hem daar goed in het oog, want er was iemand bij Hem komen staan die last van waterzucht had. Jezus vroeg aan de Farizeeën en bijbelgeleerden in dat huis: ‘Mag men volgens de wet van Mozes iemand op de sabbat genezen of niet?’ Zij zwegen in alle talen. Jezus nam de zieke man bij de hand, genas hem en liet hem gaan. Daarna keek Hij hen weer aan en zei: ‘Als uw zoon op een sabbat in een put valt, haalt u hem er toch ook uit? En een koe laat u er ook niet in liggen.’ Ze wisten niet wat ze moesten antwoorden.”

Heel vroeger, toen ik nog mooi, jong en onbedorven was (en anders dacht over het geloof dan tegenwoordig) vond ik Romeinen 14 het best weergeven hoe je in het leven moest staan: "wees verdraagzaam". Dat ieder zijn eigen ding wil doen vind ik best, maar laat mij ook mijn gang gaan. Sommige dingen vind ik echter een beetje te ver gaan. Bijvoorbeeld: de websites van de SGP en het Reformatorisch Dagblad zijn op zondag niet te raadplegen. Niet mogen winkelen op zondag vind ik acceptabel maar niet mogen sporten gaat me te ver.

zondag 28 april: @ scherpenzeel

Gisteravond geen kachel nodig gehad, het bleef tot laat in de avond boven de 20 graden in ons bussie. Twee afleveringen van de serie Shetland achter de kiezen. W is vooral dol op de muziek en ik op het landschap. De moorden nemen we op de koop toe. Ben nog nooit op de Shetlands geweest, maar het voelt heel erg Schots aan. Heb gewandeld en auto gereden op het “vasteland” van Schotland en vond het landschap enorm dramatisch aanvoelen. Ik vond het een van de mooiste plekken op aarde. Met de camper er naar toe? Alleen als er een parapluutje boven het land hangt (zegt W).


Vanmorgen het kacheltje wel even aan, vooral vanwege het warme water voor de immens grote afwas. Na een uitvoerige studie te hebben gemaakt van de aanwezigheid en de behandeling van boktor in de dakspanten van Huis Doorn werd het tijd om de accu's aan het werk te zetten en dat doe je door draaiende (sommige noemen dat trappende) bewegingen te maken met de benen. De neus van de fiets richting Leusden. Eerst een stuk langs het Valleikanaal. Kreeg een vraag over die foto-zonder-toelichting die in het vorige blog stond. Dat is dus het Valleikanaal. Gewoon een watertje van zo'n 40 kilometer, gegraven in het kader van de werkverschaffing. Veel aanvullende informatie vind je op https://www.canonvannederland.nl/nl/utrecht/regio-eemland/leusden/valleikanaal.

Kenmerkend aan het kanaal is de aanwezigheid van bunkers en bunkertjes langs het water. Heeft natuurlijk alles met de Grebbelinie te maken, maar ik wist niet dat ook het Duitse leger de Grebbelinie gebruikte om de oprukkende geallieerden tegen te houden. Een van de meest zichtbare getuigen hiervan is de museumbunker aan de Langesteeg in Leusden. Het is een Duitse bunker die in 1944-1945 werd gebouwd. Eind 2014 is de bunker als klein museum ingericht. De bunker zelf is een eenvoudig betonnen bouwwerk met twee meter dikke muren, een schietgat en een deur. Informatiepanelen vertellen de bijbehorende verhalen. Even afgestapt, een "fotooke getrokken" en binnen gekeken.

Verder naar Leusden. Bij het horen van de naam “Leusden” moet ik altijd even slikken. De Leusden is namelijk de naam van een achttiende-eeuws slavenschip van de WIC dat in januari 1738 verging in Suriname. Tijdens zijn negentienjarig bestaan heeft de Leusden in totaal tien reizen gemaakt van West-Afrika naar Amerika, als onderdeel van de zogenoemde trans-Atlantische driehoekshandel: Nederland – Afrika – Suriname en/of de Antillen – Europa. In totaal vervoerde de Leusden 6.564 Afrikaanse slaven, waarvan bijna een kwart de overtocht niet overleefde. Dit kwam onder andere door de erbarmelijke omstandigheden aan boord: het slechte voedsel en de uitbraak van besmettelijke ziekten onder de gevangenen, die dicht opeengepakt werden verscheept. De laatste reis van het schip werd een ramp. Voor de kust van Suriname verloor de kapitein door slecht weer het zicht op het land, zodat hij besloot dichter naar de kust te manoeuvreren. Hier maakte hij een cruciale navigatiefout: in de veronderstelling dat hij al bij de Surinamerivier was, voer hij de monding van de Marowijne in, waar het schip op een zandbank liep, lek sloeg en langzaam begon te zinken. De slaven probeerden uit het vollopende ruim naar boven te komen, maar de bemanning, bang dat zij door de gevangenen overmeesterd zouden worden, besloot hierop de luiken dicht te timmeren. De bemanningsleden klommen boven op het wrak en wisten zichzelf zo in veiligheid te brengen. De 664 in het ruim gevangen slaven verdronken.

Maar het ging vandaag niet over het schip maar de plaats Leusden, een paar kilometer zuidoostelijk van Amersfoort. Niet in de bijbelgordel, dus verkocht de Jumbo een lekkere lunch. Weer een oud gebeuren, al in het jaar 777 werd in een bisschoppelijk document de naam Villa Lisiduna genoemd (het huidige Oud-Leusden) maar archeologisch graafwerk heeft voorwerpen uit de vroege steentijd opgeleverd. Als je wat meer geschiedenis wilt hebben moet je maar even googelen. Je krijgt voor het overzicht nog wel even een kaartje van de gemeente Leusden mee.

Dit jaar staat mijn blog voor een deel in het teken van de wapens. Laten we het dus eens over het wapen van de gemeente Leusden hebben. Dat werd pas laat (1951) aan de toenmalige gemeente toegekend en in 1969 moest het al worden gewijzigd in verband met de fusie met Stoutenburg. De vier kwartieren laten het volgende zien: de plompebladeren komen uit de negentiende eeuw toen Leusden een ambachtsheerlijkheid was met een eigen wapen; de zes lelies komen van de vroegere gemeente Stoutenburg; het zilveren kruis in het rode veld is het wapen van het Sticht Utrecht en het schuinkruis is het wapen van het landgoed Lockhorst, belangrijk in de geschiedenis van Leusden.

Hier waren we eerder” sprak W toen we het landgoed Den-Treek-Henschoten opdraaiden. Bijgaande foto is dan ook van juli 2023, met net iets meer blad aan de bomen dan vandaag. Ga ook niks meer vertellen over dat particuliere landgoed.


Onze fietstocht ging verder over een paar gravelpaden, onder meer dat van Kerckebosch naar hotel Oud London. Je bent dan bijna in Zeist. Stop bij een scoutinggebouw in de bossen van Zeist. De volgende hindernis, de A12, was geen echte hindernis en na een tijdje een gravelpad door het bos bij Driebergen, ongeveer parallel aan de A12, maar niet hinderlijk. Op naar Huis Doorn.


Huis Doorn staat bij mij bekend als het kasteeltje met de boktor in de dakspanten, de rest van Nederland kent het vanwege de bewoning door de Duitse ex-keizer Wilhelm II, die er van 1920 tot zijn dood in 1941 woonde. Voor het eerst in de boeken in 838, tenminste het plaatsje Doorn. Aan het eind van de dertiende eeuw werd er een waterburcht gebouwd, maar zoals vele kastelen moest het ingrijpende verbouwingen ondergaan. Zo werd in 1796 het huis ingrijpend verbouwd en werd het park aangelegd, in Engelse landschapsstijl, dat wat in toentertijd. In 1919 kocht de voormalige Duitse keizer Huis doorn, inclusief de aangrenzende zestig hectare bos. W vond dat ik even moest vermelden dat de verkopende partij de grootmoeder van Audrey Hepburn was. Vind het eigenlijk veel interessanter om te vertellen dat Wilhelm een grote passie voor houthakken had en in zijn eentje het landgoed grotendeels heeft ontbost. Petje af voor Willempie, want hij kon alleen zijn rechterarm gebruiken; iets met complicaties tijdens de geboorte. Wees gerust: inmiddels zijn er weer voldoende bomen, we hebben alleen geen keizerlijke houthakker meer: het huis is niet meer van de familie Hohenzollern. Huis Doorn werd na WO II onteigend. Iets met vijandelijk vermogen en Wiedergutmachung of zo. Het is al sinds het overlijden van Wilhelm II ingericht als museum. Even een blik geworpen.

Na Huis Doorn ging het via het Let de Stigterpad (wel een ander deel dan gisteren) via Maasbergen terug. Mooie tocht van ruim 50 kilometer. Droog maar een stevige wind uit eerst zuid en later zuidwest, kracht 4 tot 5. Als je een rondje fietst met een constante windrichting heb je de wind maar 25 % van de tijd tegen, 25 % achter en 50 % van opzij. Temperatuur: een graad of 17. Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. Het weer wordt elke dag beter is de verwachting, maar helaas: de vrijwilligersplicht roept op dinsdag. Morgen dus naar de Kötteldiek. Voor de statistieken zon op/onder: 06:12/20:59 (gegevens Scherpenzeel). En om terug te komen op de vraag die W aan het begin van dit blog stelde: “Kun je eigenlijk wel met goed fatsoen op zondag fietsen in de biblebelt?” Het antwoord is volmondig “ja”, heb het op een gewone zondag nog nooit ergens zo druk gezien als vandaag in deze omgeving. Tot slot: weet je wat we dit weekend met name niet gedaan hebben? Rekening houden met THT-vermeldingen.