noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 5 april 2024

uitgesteld pasen – 2: een tocht zoals een paastocht hoort te zijn

We kregen het er gisteren nog net uitgeperst: het eerste blog van dit reisje. Kostte veel moeite want een zeer slechte verbinding. Duitsland staat bekend als een derdewereldland als het gaat om internet. Eén van de redenen om te verkassen. Een tweede reden is dat het hier wel erg mooi is (als het goed weer is), maar dat er niet veel meer te doen is dan kijken hoe een Duitse tractor met Nederlandse bestuurder een Finse camper van Italiaans fabricaat uit de modder probeert te slepen. Ben je ook na een paar minuten wel mee klaar. Verkassen dus en op naar Hann. Münden. Heb ergens gelezen dat Alexander von Humboldt de vakwerkstad, op de plek waar Fulda en Werra voortaan samen als één rivier verder door het leven gaan en zich Weser noemen, ooit heeft omschreven als “één van de zeven mooist gelegen steden ter wereld”. Klopt, vooral als je van vakwerkhuizen houdt: het zijn er meer dan 700 onder meer uit de 6e eeuw. Er wordt ook niet gekeken op een torentje meer of minder. Beetje restanten van een oude stadsvesting en een paar bouwwerken uit de Weserrenaissance maken het (overwegend middeleeuwse) stadje helemaal af. Hann. Münden is bovendien de “draaischijf van de lange-afstands-fietspaden”. Van hieruit kun je alle kanten uit want het water komt van en gaat naar alle windrichtingen. Uit drie fietsroutes kun je kiezen: Weser (450 kilometer), Werra (300 kilometer) en Fulda (200 kilometer). Alle fietsroutes lopen door de rivierdalen over verharde, goed bewegwijzerde fietspaden zonder noemenswaardige stijgingen (al zijn de meningen iets verdeeld over wat als stijging moet worden aangemerkt). Hann. Münden, we zijn er geweest, maar heel eventjes. De reden vind je in het dagverslag. Foto bij deze alinea: Rathaus van Hann. Münden door Thomas Tobbin.

vrijdag 5 april: @ soest

Toen ik dit stukje ging schrijven moest ik opeens denken aan een heel oude sketch over Duitsers die proberen met Pasen de Keukenhof te bezoeken. Dacht eerst dat het van de Vara was (Zo is het toevallig ook nog eens een keer), maar het blijkt uitgezonden te zijn door de radio, programma “Cursief” van de KRO. Het stukje cabaret van Gregor Frenkel Frank en Netty Rosenfeld dateert volgens mij uit de jaren 70 van de vorige eeuw en kun je hier terughoren: https://www.youtube.com/watch?v=4FTaNwBnUH4.

Toen de ergste regen was gevallen en de afwas weer schoon in de keukenkastjes stond maakten we ons op voor een monsterverplaatsing van een paar kilometer naar camperplaats “Am Weserstein” in Hann. Münden, daar waar de Fulda samenkomt met de Werra en verdergaat als Weser. Bij het drierivierenpunt ligt een camperplaats. Alleen: bezet door een kermis. We konden eventueel nog een plekje vinden tussen de campers en caravans van het kermisvolk, maar om een of andere reden trok dat toch niet echt. Niks tegen kermisvolk, meer tegen kermisgangers. De Weserstein hebben we ook niet live gezien, dus maar even een foto gejat. Foto is van Axel Hindemith en geplukt van de Duitse Wikepediasite. De titel van het plaatje luidt: “Alter Weserstein von 1899”, dus dan mag je raden hoe oud het blok is. Tekst op de steen:
Wo Werra sich und Fulda küssen,
sie ihre Namen büßen müssen.
Und hier entsteht durch diesen Kuss,
deutsch bis zum Meer der Weser-Fluss.

Een paar honderd meter eerder had W een camping ontdekt, bereikbaar via een bruggetje waarbij een spannend bord stond met een maximum toegestane aslast. Het bord had ik niet nodig om tot de ontdekking te komen dat teer bruggetje en een bus van 3,5 ton een niet ideaal span vormden. “Heb al wat anders ontdekt, een uurtje verder”, waren de bemoedigende woorden van W, terwijl ik stiekem blij was geen vakwerkhuismoeheid te zullen oplopen. Bij de Diemeltalsperre ergens tussen Willingen en Marsberg lag de beoogde camping leuk te liggen aan de Diemelsee, met natuurlijk de bijbehorende Diemelradweg. Geen volk te bekennen. Volgens mij kreeg ik toen voor het eerst dat “Deutscher-mit-Pasen”-gevoel. Foto “Spillway of the Diemel Dam” is gemaakt door ene J. Steinhardt.

Knoop doorgehakt: naar Soest, ergens tussen Kassel en Dortmund. Jazeker: alweer een stuk dichter bij de Kötteldiek. Wel een mooie route. Eerst stevige heuvels met haarspeldbochten. Later toen het terrein wat lieflijker werd liet W zich de term “Teletubbielandschap” ontvallen. Het zei me helemaal niks. Natuurlijk weet ik dat het een Engelse televisieserie uit de jaren negentig van de vorige eeuw is, gemaakt voor jonge kinderen. Heb het geloof ik nooit gezien, mijn kinderen waren tegen die tijd al aan het puberen en nee: ik had ook helemaal niks met de satire van Bart de Graaf, de Teringtubbies. Ging me iets te ver. Volgens W wonen de Teletubbies in een felgroen heuvellandschap, waar veel konijnen rondhuppelen en pratende bloemen zijn. Nou vooruit, als dat je associatie is: heuvellandschap - vink, felgroen – nog niet, konijnen (Vlaamse Reuzen) – niet gezien en laten we het maar niet over pratende bloemen en een zon met een gezichtje hebben. Dada! Ander onderwerp. En raad eens wat je krijgt als je de term “teletubbielandschap” gaat googelen?

V: 207.153; A: 207.333. Rijtemperatuur tussen 13 en 18 graden. Regelmatig een bui(tje). In Soest op de camperplaats waren we al eerder. Morgen wat meer over dit plaatsje en wat foto's (nu te somber). Vandaag een kleine fietstour door en om Soest tussen de buien door. Kleine 20 kilometer. Mooie tocht en straks buiten de (camper)deur eten. Nog één kleine opmerking. Toen we in Soest aankwamen, W graag koffie wilde en ik suggereerde om die in het dorp te nuttigen was het antwoord “Deutscher Kaffee ist nicht zu plaumen”. Waarvan akte.