noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 20 april 2024

in blijde verwachting – 1b: nog steeds in bocholt

W en ik hebben enkele zeer gelovige vriendjes. Sommigen alleen van oorsprong, anderen hebben nog steeds iets met de kerk. Kreeg van twee kanten opmerkingen en aanvullingen over bijbelteksten die met voortplanting te maken hebben:

  • Genesis 9:1 “En God zegende Noach en zijne zonen, en sprak: Zijt vruchtbaar en vermenigvuldigt u, en vervult de aarde.”

  • Jeremia 29:6 “Neemt vrouwen en verwekt zonen en dochters; neemt vrouwen voor uwe zonen, en geeft mannen aan uwe dochters, opdat zij u dochters en zonen baren; vermenigvuldigt u aldaar, opdat er van u niet weinigen
    zijn.”

  • Genesis 9:7 “Zijt vruchtbaar en vermenigvuldigt u, en teelt overvloedig
    voort op de aarde, opdat gij veel daarop wordt.”

Zal de teksten op de eerstvolgende collectiecommissievergadering van het museum inbrengen en kijken of we er – in relatie tot houtworm en boktor – iets aan hebben. Ben bang van niet.


zaterdag 20 april: @ bocholt

Restantje kip van donderdag, overgebleven gemengde groente van woensdag en een handvol penne (gekookt en koud laten worden). Gooi het bij elkaar in een pan, zoek een bijpassende dressing, goed husselen en een half uur de smaken op elkaar in laten werken. Simpeler kan een gerecht niet zijn. Goed binnen te houden volgens W, vooral wanneer je er de mooie naam "mediterane pastasalade" aan geeft.


Een mooi weergat van een paar dagen zit er niet in, dus we moeten het doen met het soepkippenweer dat Buienradar en Weerplaza voor ons in de aanbieding heeft. Ook in Duitsland kennen we Hollandse gorigheid, weertechnisch gezien dan. Dat betekent voor deze ochtend: binnen zitten tot goed 11 uur. Liggen mag natuurlijk ook: geslapen van 22:00 tot 08:26. Het laatste even-wakker-moment om kwart over zeven tevens gebruikt om de kachel even aan te blazen. Volop tijd om eens een berg informatie over Bocholt op te zoeken. De plaats ligt zo'n 20 kilometer van ons verwijderd, maar wat weten we er nu van? Eigenlijk alleen de bijnaam: “Springplank naar Nederland”. Probeer er geen lang verhaal van te maken, mede op verzoek van mijn geweten dat ook wel eens W genoemd wordt. Bocholt oud? Ja, maar je ziet er niet veel van: in maart 1945 heeft deze stad van de geallieerden een “prettig” bommentapijtje gehad, daarbij gingen veel oude gebouwen, waaronder het “historisches Rathaus”, compleet in vlammen op. Na WO II werd met name het stadhuis in de oorspronkelijke stijl (Nederlandse bakstenenrenaissance) herbouwd. Als je de plattegrond van de stad goed bekijkt is de middeleeuwse structuur nog wel te zien: vier wegen (oude handelsroutes) komen samen in het historische centrum met het marktplein, het historische stadhuis en de Sint-Joriskerk. Vergelijk de huidige stadsindeling maar eens met die van 1925 (onder deze alinea). Volgens de geschiedenisboeken werd Bocholt voor het eerst vermeld in 779 en heeft het sinds 1222 stadsrechten. In Bocholt was vanaf de zestiende eeuw veel textielnijverheid. Tot ver in de twintigste eeuw heeft de textielindustrie een stempel op de ontwikkeling van Bocholt gedrukt. Aan die periode herinnert de Textielfabriek Bocholt, een museum over de geschiedenis van de textielindustrie (recht tegenover de camperplaats, dus als het heel lang blijft regenen....). Volgens de folder: “het textielmuseum laat het succesvolle industriële verleden van de stad laat zien. Met zijn nog werkende stoommachines en weefgetouwen creëert het museum een zeer authentieke sfeer die helemaal niet roestig of stoffig is, maar elk jaar duizenden bezoekers trekt”. En tegenwoordig? Tegenwoordig vervult Bocholt vooral een functie als winkelstad, onder andere voor bezoekers uit de Gelderse Achterhoek.


Pas tegen de middag was het voldoende droog om de ijzeren paarden de sporen te geven. Een deels bekend, maar grotendeels onbekend stukje Duitsland. Bekend was een gedeelte van de Aa-radweg, officieel het Bocholter-Aa fietspad. De totale route is 58 kilometer lang, begint bij de bron van de Aa bij Velen en volgt de rivier slingerend langs Borken, Rhede, Bocholt en Isselburg richting Nederland. Sinds een aantal jaren maakt het Aa-fietspad deel uit van de 460 kilometer lange route ‘Rivierlandschap’, waarin de rivieren Bocholter-Aa, Berkel, Slinge en IJssel de hoofdrol spelen. Uiteindelijk komt al dat water via de IJssel in het IJsselmeer terecht.


Vlak na de Wehr (vertaal het met stuw, dam of waterkering) ten zuiden van Dinxperlo/Süderwick ging onze route bij Knotenpunkt 41 naar Isselburg, een plaatsje waar we al vijftig jaar regelmatig langsheen gereden zijn, maar nooit hebben bezocht. Blijkt een leuke camperplaats te hebben aan de oevers van de Issel, dat watertje dat in Nederland plotseling Oude IJssel heet. Overigens krijgt de Bocholter Aa over de grens de naam Aastrang. Camperplaats onthouden voor een volgend tochtje. Op naar Rees waar we het Reeser Meer mochten kussen. Krijg je weer dat gedonder over “Meer oder See”. In principe is het zo dat wanneer de Duitsers Meer zeggen ze de zee bedoelen en wanneer ze See over hun lippen laten komen dat het gaat om een meer. In principe, want er zijn een paar uitzonderingen. Als ik tijd heb zal ik me er vanavond eens in verdiepen en jullie er morgen mee lastig vallen. Voorlopig houden we het er op dat beide woorden “een grote plens water” moeten voorstellen.








Een paar kilometer voor het eindpunt konden we nog een mooi plaatje schieten van de Issel met op de achtergrond velden bloeiend koolzaad. Dat rare lusje bij het Reeser Meer heeft te maken met een wegafsluiting. Net als in Nederland willen Duitsers minder gevaarlijke spoorwegovergangen en de beoogde oversteek was volgens Miep van Komoot nog open, de Deutsche Bahn dacht er anders over en dus moesten wij weer terug naar Haldern voor het überqueren van het spoor. Uiteindelijk 45,6 km in 02:26 effectieve rijtijd, da's een gemiddelde van 18,4 km/h.



Als je de snerpende wind (NW 3 tot 4), de temperaturen (max 8 graden) en de frequente regenbuien buiten beschouwing laat kun je zeggen dat het een aangename voorjaarsdag was. Het merendeel van de foto's ziet er dan ook behoorlijk zonnig uit. Dat W koude handen had en ik mijn tenen en voeten niet meer voelde lag aan het niet waterdicht zijn van handschoenen respectievelijk zapatos. Ondanks al mijn gemekker een leuk tochtje en een mooie dag. W maakte na onze fietstocht en een opwarmingsuurtje nog een wandeling naar de stad, iets van “we hebben geen toetjes meer”. En morgen? Morgen is er weer een dag. We kijken even het weer aan maar waarschijnlijk zetten we ons busje bij het zwembad in Bocholt en maken nog een klein toertje. Op de fiets? Jazeker!