noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 8 oktober 2023

nazomeren 2023 – 10: pijn aan de poep

Wij kunnen met ons campertje kiezen of we een deurtje verder gaan of juist niet. Ben je met een boot op wereldreis dan ligt dat totaal anders. Volg al een paar jaar de reis van de Dina Helena en krijg op gezette tijden de stand van zaken door. Laatste (deel van) bericht: “Al ruim een maand liggen we aan de betonnen pier bij het dorpje Pouheva op het atol Makemo, wachtend op een weergat om naar de 500 mijl noordelijker gelegen Markiezen te varen. Een week of drie geleden was er zo’n “weather window” maar daar hebben we helaas geen gebruik van gemaakt. Inmiddels dringt de tijd, eind oktober moet de boot op Hiva-Oa het water uit en we hebben al tickets om 5 dagen later naar Europa te vliegen. Harde wind uit het oosten in combinatie met een onstuimige zee belemmert ons de oversteek te wagen”.

Kwam ons onbekend voor: Occitanië (op zijn Frans zonder de twee puntjes, dus Occitanie). Kan wel kloppen want de naam wordt pas sinds 2016 officieel gebruikt. Voor die tijd hadden we Languedoc-Roussillon en de Midi-Pyrénées. Op 1 januari 2016 werden deze twee regio's samengevoegd. Er werden nog meer stukken Frankrijk samengevoegd. Op bijgaande kaartjes zie je de regioverdeling vóór en ná 2016. De naam Occitanië is afkomstig van Respublica Occitania, een naam die in de 14e eeuw voor het eerst in documenten gebruikt werd als aanduiding voor de Languedoc. Ga je je er een beetje in verdiepen dan kom je tot de ontdekking dat in deze regio niet alleen Frans gesproken wordt maar ook Occitaans (tot de Franse Revolutie in 1789 de belangrijkste gesproken taal in Zuid-Frankrijk) en ook nog Catelaans (in Roussillon dat historisch gezien bij Catalonië hoort). We hebben onze handen al vol aan het Frans, dus laat die andere talen maar even zitten.

zondag 8 oktober: @ villeneuve-les-béziers

We blijven nog een dagje (en een nachtje); niet omdat het moet, maar omdat het kan. Het weer blijft nog goed en eigenlijk is het zonde om op een zonnige dag kilometers in de auto te maken terwijl hier nog onbekend terrein ligt. Voordeel van deze omgeving is ook dat we niet vast zitten aan die heen-en-weer-terug-fietstochtjes: Komoot en ik kunnen onze lusten botvieren en leuke rondjes bedenken. Soms val je dan een stukje in herhaling, omdat de route dat nu eenmaal zo wil, maar het is dan vaak niet iets vroeger of later dan de vorige keer zodat de stand van de zon zorgt voor een heel ander beeld. Neem nu bijvoorbeeld de kanaalbrug over de Orb bij Béziers die we een paar dagen geleden al hebben bekeken. Hadden wij gisteren moeite met het oversteken van de Orb, het Canal du Midi ondervindt daar sinds 1858 geen enkel probleem mee sinds de aanleg van het Pont-canal de l'Orb. Mooie foto geleend van https://anbord.de/tag/canal-du-midi/.


Ja, weer een rondje op de fiets. Vandaag een stukje achter Béziers dat we nog niet kennen. Hadden we gisteren strak geasfalteerd fietspad, voor vandaag werden we gewaarschuwd dat de jaagpaden vooral in “oorspronkelijke staat” zouden zijn, dat wil zeggen dat je je kop erbij moet houden: gaten in de weg en dicht bij het water, zodat het voortdurend zaak is om je fietsvaardigheden te testen. Volgens mij dateerde de brochure van voor de Franse Revolutie, weliswaar niet geasfalteerd maar goed te fietsen, ruim en op een behoorlijke afstand van het kanaal. In het kanaal lagen wel regelmatig bootjes in “staat van ontbinding”. Vriend G te W zou het “opknappertjes” noemen, ik kom niet verder dan “afdankertjes” en dat heeft niets te maken met mijn twee linker handen.




Toen W vanmorgen de route op Komoot inspecteerde kwam ze een heel raar gebiedje tegen (zie afbeelding). Blijkt te gaan om de Étang de Montady, tot de tweede helft van de dertiende eeuw een moerassig gebied. Monniken gingen er zich toen mee bemoeien en vanuit een centraal punt werden radiale sloten aangelegd. Het centrale punt lag lager, waardoor het water naar het centrum stroomde waarna het ondergronds werd afgevoerd. Op die manier werd van moeras agrarisch land gemaakt. Een paar eeuwen later werd in dit gebied onder leiding van Pierre-Paul Riquet een tunnel gegraven onder de heuvel Ensérune om het Canal du Midi te realiseren, de Tunnel de Malpas. Wij mochten niet door de tunnel, maar moesten – je raadt het al – over de bult. Tunneltje is 165 meter lang en de bult is hoog.



Leuke muurschilderingen in Nissan-lez-Enserune en een mooie kerk. W vond vooral het koffieplekje heel erg prettig en ik? Ik had pijn aan de poep, zoals onze zuiderburen het noemen. In gewoon Nederlands: zadelpijn. Billen hebben tussen de monstertochten door ook geen kans om te recupereren. Een broodje gescoord in Valras-Plage (eigenlijk de enige kustplaats waar het nog een beetje bruist, af en toe krijg je het idee in een spookomgeving rond te fietsen).



Hadden we gisteren al een kennisgemaakt met de oostoever van Étang de Vendres, vandaag was de zuidkant aan de beurt (uit de verte dan). We hadden nog wel een hele discussie of dit nu een lagune was of niet en uiteindelijk gaven een paar beschrijvingen van het meer de doorslag: ja, het is een lagune. Wikipedia geeft daarnaast de volgende definitie van een lagune: 
“Een lagune of strandmeer is een watervlakte tussen het strand en een schoorwal of strandwal aan zee”. Of er een open verbinding met zee bestaat is niet belangrijk, volgens de geleerden. Mooi gebied rond het meer: wijngaarden, stukken met olijfbomen, moerasgebieden met rietvelden en kwelders en volgens een informatiebord ook sansouïres (moesten we even opzoeken: “biotoop bestaande uit land dat overstroomt bij zeer hoog water of door kunstmatige irrigatie van zeewater en daardoor zeer zout is”). We leren elke dag een beetje bij.

En weer hadden we in het tweede deel te maken met een natuurlijke barrière. Was het gisteren de rivier de Orb die voor een moeilijke oversteek zorgde, vandaag was het de Aude die we gewoon als “grens” van onze tocht hebben geaccepteerd, dus geen moeilijk gezoek naar bruggetjes en/of pontjes. De Aude is een 224 km lange rivier in het zuiden van Frankrijk. Bijgaand kaartje laat zien hoe de “fleuve” zich door het land slingert. Kenmerk van het watertje is dat ze regelmatig buiten haar oevers treedt, de laatste keer was dat in oktober 2018, toen vielen bij een overstroming van de rivier veertien doden in het departement Aude.

Tegen vieren kregen we dringend behoefte aan vitamientjes, dus richting camping waar een Panaché (voor W) en een Perlembourg (voor mij) stonden te wachten. Weer een schitterende tocht. Vandaag 68,2 km bijgeschreven in het fietsboekje. Dus: een mooie dag (26 graden, maar omdat er bijna geen wind was voelde het warmer aan). En morgen? Morgen is er weer een dag. We gaan verkassen, maar waarheen? Zelfs wandelende Jelle in Noorwegen weet het niet. Het kunstwerk hiernaast moet de Aude voorstellen, alleen niet aan de kust.