noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 19 maart 2022

de brabantse wal

Soms is het een voordeel wanneer je een vrouw hebt die Spaanse les heeft: je vangt af en toe een woordje of zo op en je kunt het gebruiken in je (vrijwel) dagelijkse verhaaltje. Vandaag hebben we het over de “cocina del abuelo”. Nee, de keuken is niet van de abuela; heel af en toe kookt ze wel, maar dat is dan vooral een handeling, ze maakt voedsel warm (of zoiets). Oma laat het liefst haar stoel buiten in het zonnetje zetten en gaat vervolgens werken aan haar vitamine D-balans, terwijl opa in zijn casa móvil voor el principe de la cocina speelt. Nee, ik ga het vandaag niet hebben over het menu van eergisteren (een Slovaaks gekruid varkenslapje, gebakken krieltjes en bietjes uit een potje) of van gisteren (draadjesvlees met gekookte aardappelen, overgoten met een uienjusje en afgemaakt met rode kool). Je bekijkt bijgaande foto’s maar om een idee te krijgen van de voedselvoorziening in ons busje. Vandaag gaan we het hebben over het moderne eten: het onbewust (en in de toekomst waarschijnlijk bewust) eten van insecten. Ik las onlangs dat elke Nederlander ongeveer 500 gram insecten per jaar eet, onbewust. Insectenlarven kunnen namelijk terechtkomen in producten waar ze van eten, zoal brood, vruchten en noten (borrelnootjes, snoep, pindakaas). Daarnaast eten we ook delen van insecten in de vorm van E-nummers (hulpstoffen dus). 

Voorbeelden zijn E120 (een natuurlijke rode kleurstof, gewonnen uit de schildluis Dactylopius coccus), E904 (schellak, een natuurlijk hars, een uitscheidingsproduct van diverse Indiase luizen) en E901 (bijenwas, uitgescheiden door bijen). Maar voor je het weet staat in de Volkskrant een geweldig recept van roerbak meelwormen. Wil je meer weten? Google maar eens op “onbewust eten van insecten”, dan krijg je een schat van informatie en kom je bovenstaande feiten ook tegen. Weet namelijk niet meer welke website(s) ik geplunderd heb.


zaterdag 19 maart: @ huijbergen
Een gewone dag uit het leven van twee camperaars. Na het lozen van de laatste 

prostaatdruppeltjes om half zeven de kachel aan en weer even een uurtje onder de dekbedden
Tegen half acht is de casa móvil voldoende opgewarmd om verantwoord de belangrijkste 
plechtigheid van de dag uit te voeren: een pannetje water aan de kook brengen en dit met beleid
uitgieten over een koffiefilter gevuld met vier maatscheppen Kanis en Gunnink waardoor het
kostbare nat zich kan verzamelen in de zwarte koffiekan. W is dit jaar ook van de ochtendkoffie 
(vorige jaren was het altijd thee) en krijgt die aangeboden met twee zoetjes. W achter de 
telefoon (in bed) en ik met van alles bezig, vandaag met het inlezen van onze fietstocht naar 
Bergen op Zoom. Bergen op Zoom was vroeger een markiezaat (ja ik weet het: normaal schrijf 
je markizaat en voor de taalpuristen onder ons: het Markiezaat van Bergen op Zoom is dus 
eigenlijk een markizaat), dus stof genoeg om te verwerken. Een markies is een adelijke titel die
iemand heeft en in Nederland staat de titel tussen graaf en hertog in. Ene Karel de Grote heeft 
de titel ingevoerd, hij gaf deze aan heren die het beheer en toezicht hadden over meerdere 
graafschappen. Moest onmiddellijk aan het sprookje van de Gelaarse Kat denken die de 
Markies van Carabas diende, maar nu dwaal ik weer eens ernstig af. Na ruim anderhalf uur 
gestommel waren ook de eitjes (gratis op de vorige camping) gekookt en kon het grote 
ontbijtgebeuren beginnen in combinatie met het werkoverleg: bepalen van de fietsroute, de 
eventueel te ondernemen activiteiten, het boodschappenlijstje. Een beetje podderen, de 
uitgebreide afwas doen (W) en voor je het weet is het half elf. Volop zon, maar een stevige 
oostenwind, kracht 4 tot 5, graad of 11, dus kortom: oren en handen inpakken en anroet! Op 
naar Bergen op Zoom. 
We zijn er al eens eerder geweest, (her)lees eventueel

https://berrynales.blogspot.com/2016/05/hemelvaartweekend-belgienederland-3.html. 

We hebben toen alleen geen uitgebreide studie gemaakt van de stad en haar geschiedenis. 
Op school leerden wij het prachtige strijdlied 'Merck toch hoe sterck' uit Valerius'
'Nederlandtsche Gedenck-klanck' waarin Bergen op Zoom, belegerd door de Spanjaarden, 
werd aangespoord zich 'vroom' te houden en de Spaanse scharen te stutten. Dat 'stutten', 
werd ons uitgelegd was 'stuiten', 'tot stilstand brengen' of 'tegenhouden'; en 'vroom' was, 
anders dan wij misschien dachten, een ander woord voor 'dapper'. Of de tekst van het lied 
inderdaad van Adriaen Valerius is, wordt tegenwoordig betwijfeld, maar dat zijn eigenlijk 
peanuts. Wat blijft is dat het het overwinningslied is over het ontzetten van de stad op 2 
oktober 1622, na een drie maanden durend beleg door de Spanjaarden. 
Merck toch hoe sterck nu in 't werck sich al steld,
Die 't allen tijd' so ons vrijheit heeft bestreden.
Siet hoe hij slaeft, graeft en draeft met geweld,
Om onse goet en ons bloet en onse steden.
Hoort de Spaensche trommels slaen!
Hoort Maraens trompetten!
Siet hoe komt hij trecken aen,
Bergen te bezetten.
Berg op Zoom hout u vroom,
Stut de Spaensche scharen;
Laet 's Lands boom end' sijn stroom
Trouwlijck doen bewaren!
Heb me lam gezocht naar wie Maraen was, die van “Hoort Maraens trompetten”. W had echter 
net een lijstje met Spaanse scheldwoorden geleerd en wist me te vertellen dat “marrano” iets 
betekent als viezerik of varken. Weer wat geleerd!
Via een mooie route eerst naar de Action in Bergen op Zoom, extra fietsslot weer eens thuis 
laten liggen. We hebben er inmiddels een stuk of vijf. Komen we buiten, is het ding op een 
dusdanige manier verpakt dat W opnieuw een diepte-investering moest doen, namelijk een 
schaar. Natuurlijk ook een nieuw pannetje gescoord. Vervolgens naar het Markiezenhof. 
Bergen op Zoom had markiezen en die moesten gehuisvest worden. Je stopt mensen van adel 
niet in een eenvoudig stulpje maar bouwt er (in 1485) een paleis voor en noemt het “het 
Markiezenhof”, nog steeds één van de pronkstukken van Bergen op Zoom. Met de komst van 
de Fransen (1795) kwam er ook een einde aan het markiezaat Bergen op Zoom en het 
Markiezenhof werd stadspaleis. 

Het symbool van het Markiezenhof is de Zeeridder of zitiron: half mens, half vis; een 
wonderbaarlijk monster. Hij staat op de toren van het Markiezenhof en al eeuwenlang heeft de 
Zeeridder alles gehoord terwijl hij Bergen op Zoom overziet vanaf één van de hoogste punten 
van de stad. “Maar ga nu niet drie bladzijden vol schrijven over dat mensbeest en begin vooral 
niet over het boek “Der naturen Bloeme” geschreven door Jacob van Maerlant rond 1350”, sprak
W en ze heeft gelijk, uiteindelijk moet zij mijn verhalen lezen.

Best geinig museum, alleen net te laat of te vroeg: over twee weken wordt een tijdelijke tentoonstelling geopend met als thema “hoge luchten”. Er worden 40 schilderijen uit de collectie van het Rijkmuseum getoond, aangevuld met werken uit de eigen collectie. Je snapt het al: het gaat om schilderijen waarin de lucht centraal staat. Er bleef genoeg interessants over.


Na een paar bocadillo’s in een tapasrestaurant (je moet toch af en toe net doen of je in Spanje bent) een rondje door de oude binnenstad. Leverde weer leuke plaatjes op van allerlei gebouwen op de markt. Het bekende verhaal: een kerk, een stadhuis en meer van dat spul.





Daarna een mooie tocht langs het Markiezenmeer (steeds links) over de Markiezaatskade langs het Schelde-Rijnkanaal (steeds rechts). In de verte zie je de auto’s rijden over de Oesterdam. Eerst wind van achter, vervolgens wind van opzij en je raadt het al: de laatste tien kilometer vanaf het Schelde-Rijnkanaal naar de Coop in Huijbergen de wind pal van voren: windkracht 5 in het open veld, een uitdaging noemde W het.
Ik had andere benamingen, maar ach… we kunnen het niet altijd met elkaar eens zijn (understatement!). Voor twee dagen voedsel inslaan bij de Coop en uiteindelijk een kleine 45 kilometer op de fietsteller. Neem van mij aan dat er een behoorlijk aantal minstens dubbel telde.

Vergeet ik nog helemaal de titel van dit blog te verklaren. "De Brabantse Wal" heeft drie
betekenissen. Allereerst is het het gebied rond Bergen op Zoom. Ten tweede is het de naam 
van de regionale VVV en ten derde is het de aanduiding van een groep aspergetelers waartoe
onze boerderij ook hoort. Zo: ook weer gebeurd.

Een mooie dag, vakantiefolderblauw maar door de oostnoordoostenwind een beetje frijo: niet 
warmer dan zo’n 13 graden. En morgen? Morgen is er weer een dag, nog een beetje frisser dus 
het wordt een reisdag. Waar we heen gaan, Jelle zal wel zien.