zaterdag 26 maart: @ giffaumont-champaubert
“Schrijven is schrappen”, sprak W, waarmee ze doelde op mijn soms wat lange verhalen. Was het niet helemaal met haar eens, maar hield daarover wijselijk mijn mond. “Wat een joekel van een paradox!” was daarop mijn ietwat ontwijkende antwoord. De stilte in de bus werd ineens oorverdovend. En laat dat nu net geen paradox zijn maar een oxymoron. Als discussiërend vlogen de kilometers onder de wielen van busje door. Fijn: twee mensen met een zwak voor taal in één busje, babbelend over oxymorons en paradoxen. Eigenlijk hoort er nog een derde stijlfiguur bij: de contradictio in terminis. Een samenvatting van deze begrippen is op zijn plaats. Een paradox is een uitspraak waarvan de onderdelen op het eerste gezicht met elkaar in tegenspraak zijn. Iemand zegt of schrijft dus iets wat niet lijkt te kloppen. Maar als je er even over nadenkt, zit er tóch een logische of soms zelfs wijze gedachte achter. De bedoeling van de spreker of schrijver komt dus pas op het tweede gezicht naar voren. Een bekend voorbeeld: “Er is één constante in het leven: dat alles voortdurend verandert”. Bij het oxymoron (de klemtoon ligt op mo) gaat het om twee begrippen die op het eerste gezicht niet samen lijken te gaan, al worden ze wel zo gepresenteerd. Een bekend voorbeeld is “Er viel een oorverdovende stilte”. Dat is eigenlijk gek: oorverdovend hoort juist bij lawaai. Als je deze twee woorden toch combineert, maak je extra duidelijk dat de stilte enorm en veelzeggend is. Iemand zóú iets moeten zeggen, maar niemand durft of niemand weet wat hij moet zeggen. Nog een voorbeeld: “de ongekroonde koning van het levenslied”. Dan hebben we tenslotte nog de contradictio in terminis; dit betekent letterlijk “tegenspraak in de gebruikte begrippen zelf”. Het gaat daarbij om een tegenspraak die de spreker of schrijver zélf ziet en onder de aandacht wil brengen. Als je bijvoorbeeld zegt: “Een humane oorlog is een contradictio in terminis”, bedoel je dat als kritische uitspraak: een oorlog is nooit humaan. Heb je wel eens van “Een oprechte politicus” gehoord? “Hoe meer ik weet, hoe meer ik weet dat ik niets weet”, ’zei W aan het eind van ons gebabbel en gebruikte daarmee een paradox. “En dat is dan oud nieuws”, was mijn antwoord in de vorm van een oxymoron. “En dit gewauwel vinden mijn zusjes weer heel leuk” is dan gewoon een leugen. (Alles even gecheckt op de website van het Genootschap Onze Taal: onzetaal.nl). En als je na het lezen van dit verhaal zegt “no entiendo nada lo que me dices” begrijp ik helemaal wat jij me probeert te vertellen.
Het Lac du Der staat regelmatig op onze todolijst en dan vooral vanwege de kraanvogels die in het voor- en najaar tijdens hun trek een paar dagen blijven om te foerageren. Meestal zijn we te laat, ook deze keer. Het grote kraanvogelgebeuren ligt inmiddels een paar weken achter ons. Geen probleem, er vallen genoeg andere dingen te zien. Met behulp van Google Maps een route uitgestippeld van Luxemburg naar Giffaumont-Champaubert over wegen die we nog nooit bereden hebben (het merendeel dan). Was ruim drie kwartier langer dan de gangbare weg over Metz – Nancy en dan de N4 naar Saint-Didier, maar wel 40 kilometer korter. Weet niet of dat echt scheelt in brandstofverbruik: steeds optrekken en afremmen verbruikt volgens mij veel meer dan de cruise control op 100 zetten. Over brandstof gesproken: de diesel is in Luxemburg in drie dagen tijd 16,5 cent duurder geworden, van € 1,78 naar € 1,945. We hadden de tank vol, scheelt weer een slok op een borrel. De route was niet op de overzichtskaart van de ANWB te volgen en op een bepaald ogenblik dacht ik dat ik op een fietspad reed, bleek toch een doorlopende D-weg te zijn.
Boodschappen bij de Lidl in Verdun bij de brug over de Maas, een leuk lunchplekje nabij Autrécourt aan het riviertje de Aire en toen ik het wel gehad had met die autoloze landweggetjes lag daar ineens het Lac du Der in het zonlicht te schitteren. Hoef niets meer over dit meer te vertellen, heb ik al een paar keer eerder gedaan. Giffaumont-Champaubert heeft een aantal camperplaatsen en een camping. Zoals gewoonlijk stonden we op “Aire de Camping-Car Chantecoq”. Mooie camperplaats met voldoende plekken in een rustige omgeving. De enkele auto die hier passeert is niet storend. ‘s Avonds is het hier prettig stil. Tussen het meer en de camperplaats ligt een dijk dus geen zicht op het water maar ook minder last van wind (bij aankomst oost 3, maar wel 21 graden). Geen stroom, maar dat hoeft voor een nachtje geen probleem te zijn.
Even een frisse neus halen. Station Nautique ligt op 6,5 kilometer van de camperplaats en heeft een leuk terrasje. Zaterdag en zon, dus een rij voor de bar waarin je niet wilt staan. Snel op de fiets terug en de geruststellende gedachte is dat een biertje (van de Lidl) bij de camper een stuk goedkoper is dan een pression op een Frans terrasje. En als je elkaar diep in de poppetjes van de ogen kijkt is de entourage misschien anders maar de sfeer hetzelfde. Sprak W de volgende gedenkwaardige woorden: “Het is hier mooi. De Kötteldiek is ook mooi, maar anders.” En daar kunnen we het dan weer mee doen.
Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. Een deurtje verder, maar waarheen en hoe laat? Je hoort het binnenkort in dit theater.
V:
172.335 Rijtemp.: 13 tot 21 graden zon
op: 06.32 |
het weer: nog steeds strakblauw
|
Wifi-index: heel
wisselend Aire de Camping-Car Chantecoq;code Campercontact 1176 kosten € 6,00 (maar de slagboom staat de hele dag al open) |