De drie camperplekken in Gotha (Am Marstall; code
campercontact 18.567) waren alle drie vannacht bezet. De grote
je-mag-me-eigenlijk-geen-camper-noemen stond er gistermiddag al en was
vanmorgen voor zeven uur al verdwenen, een klein prutsbusje kwam laat in de
avond aanzetten (met veel kabaal volgens W) en de bewoners waren vanmorgen aan
de uitslaap bezig toen wij ruim na negenen vertrokken.
Erfurt bezoeken lag wel in de planning van W, maar is het
uiteindelijk niet geworden. We weten dat Bonifatius er in 742 een bisdom
gesticht heeft, dat het een romaans-gotische dom, een citadel, een mooi
marktplein en een schitterend stadhuis heeft (de wijsheid komt allemaal uit de
boekjes). En we weten dat Erfurt sinds 1392 een universiteit heeft (met een
onderbreking van 1816 tot 1994). Het was in de 15e eeuw de grootste
van Duitsland. Maarten Luther studeerde er van 1501 tot 1505, nadat hij drie
jaar onderwijs op de Eisenacher Lateinschule had genoten.
Veel minder bekend is dat in Erfurt het bedrijf heeft
gestaan van Top und Söhne, de bouwers van crematoriumovens van de
concentratiekampen. Het bedrijf heeft ook ontluchtingsinstallaties voor de
gaskamers ontworpen en gasdichte deuren geïnstalleerd. En dat verhaal is dan tevens
het bruggetje naar Buchenwald, waar we een groot gedeelte van de dag
doorgebracht hebben.
We waren net op tijd in Gedenkstätte Buchenwald om een
rondleiding mee te maken. Een zeer gedreven dame kon niet klokkijken en
vertelde in plaats van anderhalf uur ruim 2,5 uur van alles en nog wat over
Buchenwald. We zijn er een jaar of tien geleden ook al eens geweest, maar een
rondleiding geeft net meer achtergrondinformatie dan een foldertje (zelfs al is
dat in het Nederlands geschreven). Het concentratiekamp Buchenwald werd in 1937
in directe nabijheid van Weimar gebouwd. De SS deporteerde mannen, jongeren en
kinderen voor wie geen plaats in de nationaalsocialistische volkerengemeenschap
was naar het concentratiekamp op de Ettersberg. Daaronder bevonden zich politieke
tegenstanders van het Naziregime, zogenaamde asocialen en criminelen,
homoseksuelen, Jehova’s getuigen, joden, Sinti en Roma. Met het begin van de
Tweede Wereldoorlog deporteerden de nationaalsocialisten uiteindelijk mensen
uit nagenoeg alle Europese landen naar Buchenwald: op het tijdstip van de
bevrijding van het kamp was 95 % van de gevangenen niet uit het Duitse Rijk
afkomstig. Van 1937 tot 1945 werden er in totaal ruim 250.000 mensen uit meer
dan 50 landen gevangen gehouden. Hoewel Buchenwald géén vernietigingskamp was
zijn er toch zo’n 56.000 om het leven gekomen; zij werden willekeurig gedood,
kwamen om van de honger, overleden aan ziektes of aan de gevolgen van medische
proeven. Sommige gevangenen, zoals de in totaal meer dan 8.000 Sovjet-Russische
krijgsgevangenen werden gericht vermoord door de SS.
Na de oorlog werden de gebouwen van Buchenwald gebruikt door
de Sovjet-Unie. Van 1945 tot 1950 werden hier aanvankelijk opgepakte
nationaalsocialisten ondergebracht, later werd het een bergplaats voor een
ieder die andere ideeën had dan de Sovjet-Russen. In 1950 werd het kamp
overgedragen aan de DDR.
In de DDR-tijd (1954-1958) werd het bombastische “Nationale
Mahn- und Gedenkstätte Buchenwald opgericht met onder meer een beeldengroep en
een klokkentoren. Pas na 1990 kreeg het huidige Buchenwald zijn uiteindelijke
vorm als herinneringsmonument.Na het bezoek aan al deze doffe ellende hadden we alleen nog maar behoefte aan een luie stoel in het fijne zonnetje. Die plek vonden we in Jena op Campingplatz Jena “unter dem Jenzig”, waar we eerst helemaal tot rust konden komen in het zonnetje buiten en vanaf een uur of half zes in het busje met een regenbui die ons puzzeltje weer blinkend schoon maakte. Wel deed W even de doppen in en de gordijntjes achter in het busje dicht om het onweer niet zo bewust mee te hoeven maken.
Het leven kan mooi zijn, zelfs met regen, bliksem en donder.
Dat we ook Weimar vandaag maar geskipt hebben is dan bijzaak.
V: 89.495; A: 89.573