noordpolderzijl

noordpolderzijl

maandag 10 april 2017

dolen 5: moddergat en zo

maandag 10 april: @ Anjum

Nog steeds geen aanstalten om te verkassen, ook al is het weer ietwat anders dan gisteren. Konden we een dag geleden nog “oben ohne” in het zonnetje zitten, vandaag moesten we de virtuele lange jaeger onderbroek aan. Een echte “Hüttentag” volgens onze Duitse buren. Wie W echter kent weet dat daar eerst een scheiding aan vooraf moet gaan, dus de aantekeningen geraadpleegd en op de fiets (wind heen helemaal zwaar tegen) naar Moddergat.
Moddergat, waar kennen we dat ook al weer van? De echte oudjes onder ons herinneren zich misschien nog een serie leesboekjes van de lagere school, geschreven door Jan Ligthart en J. Scheepstra; één ervan ging over de redding van Gerben Basteleur tijdens de storm van 1883. De wat jongere (maar toch al wat belegen) lezers denken ongetwijfeld aan het legendarische NCRV-programma Man bijt Hond, dat in 2001 een serie op de tv bracht onder de titel “van Boerenhol naar Moddergat”, met verhalen over een zwerftocht van Zeeland naar Friesland. De aankomst in Moddergat kon ik nog terugvinden in de internetarchieven: https://www.npo.nl/man-bijt-hond/29-06-2001/immix_987153/POMS_NCRV_086830. Een aantal jaren later liet de NCRV Grietje Post (geboren te Moddergat) regelmatig opdraven. Volgens mij dateren die uitzendingen uit 2013. Jammer dat het programma is overleden.

Moddergat dus, een oud vissersdorp achter de dijk aan de Waddenzee: één keer goed gassen en je bent er doorheen. Nog een keer op die pedaal trappen en je bent ook het dorp Paesens uit: Paesens vormt samen met Moddergat één gemeenschap. Kom je van de andere kant dan krijg je de dorpjes in omgekeerde volgorde op je netvlies: even niet knipperen, anders ben je te laat. Moddergat heeft een beschermd dorpsgezicht en enkele monumentale panden zijn ondergebracht in het Museum ’t Fiskerhúske, zo’n museum waar je zonder Museumjaarkaart nooit heen zou gaan, maar wat met zo’n kaartje best interessant is. Het museum is in 1965 begonnen met het restaureren van een uit 1794 stammende visserswoning. Het stulpje is voorzien van een authentieke inventaris. In de vijf pandjes, waarvan de laatste in 1995 gereed is gekomen, krijg je een goede indruk van het leven, wonen en werken in een 18e-eeuws Fries vissersdorp.
 
 

Veel aandacht wordt in het museum besteed aan de ramp van maart 1883. Moddergat heeft dan wel geen haven, maar toentertijd leefde de bevolking van de visserij. De houten aken en blazers lagen dag en nacht op zee (behalve in de winter, wanneer er niet gevist werd), geankerd op het wad. De vissers konden met hoog water met lichte zeilpramen naar hun schepen toe, wanneer het eb was moesten ze een uur lopen over het modderige wad. Begin maart voeren 22 boten de zee op, er stak een zware storm op en 17 hebben het niet overleefd. 83 Dorpelingen kwamen hierbij om het leven. In één van de huisjes staat een model van de WL2, het bekendste schip van de ramp omdat Gerben Basteleur na een paar dagen uit de gekapseisde boot is gered. Een monument op de Waddendijk bij Moddergat herdenkt met naam en toenaam de omgekomen vissers. Later is onderaan de dijk een standbeeld onthuld van een vissersvrouw, als eerbetoon aan de achtergebleven vrouwen die, zowel geestelijk als financieel, een zwaar leven tegemoet gingen. Opvallend is dat zowel de kerk als de staat het liet afweten bij het geven van hulp. Er werd een particulier steunfonds opgericht dat via landelijke acties geld inzamelde. Uit het fonds werden aan weduwen en wezen structureel kleine bedragen uitgekeerd. Ook de eigen Hervormde Kerk van Paesens-Moddergat ondernam geen actie om de nabestaanden te steunen. Daarom stapte in 1888 heel Moddergat en een deel van Paesens uit de Hervormde Kerk en werd gereformeerd.

Door de opkomst van de stoomschepen was het gedaan met de klassieke visserij en stapte men over op de garnalenvangst. Een garnalenfabriekje herinnert aan die tijd. De garnalenkotters met de WL-nummers hebben tegenwoordig hun ligplaats in de haven van Lauwersoog.
 
Moddergat: bijna het mooiste plekje van Nederland als je het gelijknamige programma van de NCRV mag geloven. In 2004 kwam het plaatsje als tweede op de lijst te staan ná het Nationaal Park de Weerribben en vóór het Lauwersmeer. Als je op de dijk staat en jij kijkt over het water, zie je op zo’n vijf kilometer afstand (tussen Ameland en Schiermonnikoog) eerst de Engelsmanplaat en daarachter Het Rif liggen, plekken waar we eerst met de Nieuwe Zorgen en later met de BC2 vaak zijn drooggevallen.
De terugweg ging over Wierum, een terpdorp tegen de Waddenzeedijk die in een bocht om het dorp heen loopt. Ook al weer zo'n oud kerkje, de Mariakerk (ca. 1200), al is het grootste gedeelte vervangen door nieuwbouw. De windvaan op de kerktoren, in de vorm van een aak, herinnert aan het visserijverleden van het dorp.
Met de wind achter konden we weer een beetje babbelen. W vindt dit landschap maar niks (want te leeg), ik ben een andere mening toegedaan: je kunt zo lekker ver weg kijken met overal kerktorentjes waardoor oriëntatie heel gemakkelijk is. Ze hebben hier trouwens wel een speciale manier om aardappels te drogen.
 
 

Het was weer een mooie (maar frisse) dag. Morgen toch maar verkassen.

 

 

En wat staat hier nu eigenlijk?