Misschien wel de mooiste dag van de maand, vandaag dus.
Strakblauw en de temperatuur oplopend naar 17 graden in de middag. Na het ontbijt
konden de stoeltjes naar buiten op ons privéterrasje voor de koffie: uit de
wind in het zonnetje was het best te pruimen. Tijdens het “inlezen” (je moet
toch een beetje weten waar je fietst) kwamen we tot de ontdekking dat we op de
lagere school nog de Lauwerszee moesten aanwijzen. Het meer dateert van 1969.
Eén voordeel: Lauwersoog stond toen nog niet op de blinde kaart van Groningen
en ontbrak dus in het rijtje Hogezand, Sappemeer…, weer een plaats minder om in
je hoofd te stampen. De Lauwerszee was dus in onze jeugd en jonge jaren nog een
zeetong die in een zware storm rond het jaar 1280 is ontstaan. Gewoon een stuk
zee, vergelijkbaar met de huidige Waddenzee en liep tijdens eb grotendeels
leeg. Ik kan het me niet meer herinneren.
De voornaamste reden voor de afsluiting was veiligheid. Na
de watersnoodramp van 1953 (en nog een kleintje in het noorden een jaartje
later) kon Rijkswaterstaat kiezen om òf de dijken rond de Lauwerszee op
Deltahoogte te brengen (het ging om zo’n 32 km dijk) òf om de zeearm af te
sluiten (het plaatsen van een zeedijk van zo’n 13 km). De meningen waren
verdeeld: de Friezen wilden een afsluiting, de Groningers (met de vissers van
Zoutkamp voorop: zij zouden hun garnalenvloot naar Lauwersoog moeten
verplaatsen) wilden een open verbinding met de Waddenzee behouden. Hoewel een
stuk duurder, koos men uiteindelijk toch voor afsluiting; de Friezen zullen wel
de grootste bek hebben gehad. De overheid ging daarmee ook voorbij aan de
wensen van de natuurbeschermers: zij zagen liever niet een van de laatste
inhammen van de Waddenzee verdwijnen, inclusief zeehonden, eidereenden en meer
van dat spul dat groeit en bloeit en ons altijd weer boeit.In 1961 werd met het werk begonnen, één van de eerste activiteiten was het opspuiten van het werkeiland Lauwersoog. Dit werkeiland werd gebruikt voor de bouw van de afwateringssluizen, de schutsluis en de opslag van de caissons die de basis van de zeedijk zouden vormen. Daarnaast diende het eiland als verblijfplaats voor de ongeveer 150 arbeiders. Water en stroom moest via leidingen aangevoerd worden, telefoonverbindingen werden via een straalzender gerealiseerd. Ook kwam er een helicopterhaven. In 1969 was het gat dicht. Door de afdamming en de afwatering van het Reitdiep, de Dokkumer Ee en het Dokkumer Grootdiep werd het water van zout eerst brak en vervolgens zoet. De natuur veranderde hierin mee. Sinds 2003 heeft het gebied de naam Nationaal Park Lauwerszee en sinds kort is het officieel een Dark Sky Park. Een Dark Sky Park is een gebied waar het ’s nachts donker is en waar bezoekers welkom zijn om de duisternis te beleven en de sterrenhemel te zien. Nederland is één van de landen met de meeste lichtvervuiling ter wereld.
Vandaag een rondje Lauwerszee op de fiets dus, waarbij je goed moet bedenken
dat je in het noorden alleen bij Lauwersoog het water kunt oversteken en naar
het zuiden bekeken is Dokkumer Nieuwe Zijlen het eerste plekje met een brug.
Het rondje wordt dus al snel zo’n 50 kilometer.
Na vertrek uit Anjum kwamen we met gezwinde spoed bij Ezumazijl
aan, een piepklein gehucht met drie blikvangers: het gemaal (1931), de
karakteristieke ophaalbrug uit 1901 en de oude sluis uit 1671. Met W op de foto
is er zelfs sprake van vier blikvangers.
Aan de “andere kant” van het water (ruim een uur trappen
verder) ligt Zoutkamp, gesticht rond 1400 op de plek waar het Reitdiep in de Lauwerszee
mondde. In 1877 werd hier een grote sluis gebouwd die er voor zorgde dat de
plaatsen langs het Reitdiep (tot aan Groningen toe) geen last meer hadden van
eb en vloed. Het was erg druk in Zoutkamp en de viskraam was al van honderd
meter ver te ruiken. Dus hier even geen kibbeling-gebakken-in-afgewerkte-olie
nuttigen. Het is zondag, dus we mogen uit-eten, maar het moet wel verantwoord
blijven.
Je kunt er voor kiezen om laatste stuk voor Lauwersoog extra
mooi te maken door een ommetje van zo’n zes kilometer door een militair gebied
te fietsen (niet doen als ze schietoefeningen houden). We vonden beiden dit
stukje een van de mooiste delen van de route. Hierdoor misten we wel het
Activiteitencentrum de Bosschuur, zodat W niet met de wangen roodgeschminkt,
gekleed in puntmuts en gewapend met een plunjezak het kabouterpad kon lopen.
Volgende keer dan maar.In Lauwersoog leek het alsof ze de kibbeling gratis weggaven: een wachtrij van een half uur. Het is dan wel zondag, de dag dat we buiten de deur mogen eten, maar lang wachten is ook niet alles. Ook deze kibbeling ging aan onze neus voorbij. Eindelijk een eind buiten de bebouwde kom: een viskraam. Géén wachtrij, geen stinkende olie of frituurvet, een verantwoord geheel (niet het gevoel dat je in een oliebol hapt), gewoon lekkere stukjes vis in een krokant korstje. Culinair hoogstandje! Sausje erbij, meer hoeft het niet te zijn. Weer een fantastisch uit-eten-avontuur en
weer een mooie dag!