We hebben nog die nadenkfoto van het vorige blog. Toevallig fietsten we hier maandag en kwamen we op onze tocht van dinsdag langs dezelfde plek. Het gaat om een bruggetje over het Afwateringskanaal vlak bij Sluis. Op maandag fietsten we over een vreselijk pad (Kanaalweg Noord, gemaakt van vies grind) en mochten via een smal bruggetje oversteken. Aan het eind van het bruggetje ging een steil trapje omhoog, niet lang maar wel hinderlijk. Vandaag van dat hinderlijke trapje een foto gemaakt. Nee, we hoefden niet nog een keer het kanaal over te steken, we konden op de Boomgaardweg (geasfalteerd) blijven.
Hoe het verder gaat met de fietssoap vroegen een aantal lezers die met ons meeleven. Ideeën en plannen genoeg, maar we vertellen meer als we een passende en bevredigende oplossing gevonden hebben. Tot die tijd is er op kapotte-fietsengebied radiostilte.
woensdag 27 augustus: @ sluis
Nadat we bij onze werkdagelijkse spellingtest de juiste schrijfwijze van “accelereren“ hadden geleerd (een ouder echtpaar noemde dat in een aflevering van “we zijn er bijna“ een uitstekende oefening om de hersenen scherp te houden, het moet niet gekker worden) en het oude brood verwerkt was in een pantosti (we zitten tenslotte in Zeeland en daar zijn ze zuinig) konden we wederom een nieuwe dag omarmen. Een dag waarvan Buienradar verwachtte dat het tijdens de fietsuren droog zou blijven.
Benieuwd naar het waarom van de titel van vandaag? Simpel: we gingen naar België en het Goede Doel (van Henk Westbroek) fabriekte daar in 1982 een leuk liedje over. Het laatste stukje luidt als volgt:
Ik heb getwijfeld over België
Omdat iedereen daar lacht
Ik heb getwijfeld over België
Want dat taaltje is zo zacht
Ik stond zelfs in dubio
Maar ik nam geen enkel risico
Ik heb getwijfeld over België, België, België, België, België
En in België waren we al snel. Fijn pad langs het Leopoldkanaal met onder meer Moerkerke aan de linkerhand. Het Leopoldkanaal met een lengte van 46 kilometer loopt van Boekhoute (bij de Nederlandse grens) tot in Heist-aan-Zee, waar het in de Noordzee uitmondt. Het werd gegraven in de 19e eeuw (1847–1854) in opdracht van koning Leopold I, naar wie het ook is genoemd. De voornaamste functie van het kanaal is het zorgen voor de afvoer van het water van het achterland (onder meer de diverse polders) naar zee. De regio is erg laaggelegen, waardoor afwatering cruciaal is om overstromingen te vermijden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde het kanaal een grote rol. In september 1944, tijdens de Slag om de Schelde, hielden Duitse troepen stand aan het Leopoldkanaal tegen de geallieerden (vooral de Canadezen en Poolse soldaten). De gevechten waren bijzonder zwaar en kostten veel slachtoffers. In 2020 werd deze slag verfilmd door Matthijn van Heijningen. Een draak van een film, heb ’m niet afgekeken. Moet wel bekennen dat ik één van de weinigen ben die de film slecht beoordeelt, het publiek geeft gemiddeld 4,5 van 5.
En aan dat Leopoldkanaal ligt Moerkerke. Moest heel lang nadenken over waar ik dat nu weer van kende. Duurde een tijdje maar toen kwam Paul De Wispelaere bovendrijven: het is zijn geboorteplaats, lange tijd ook zijn woonplaats en hij had iets te maken met een tv-serie over Vlaamse polders in de vroege middeleeuwen, waarbij het ging over de strijd tussen de adel en de gewone man. Volgens mij is het al een serie uit de vorige eeuw, toen ik nog regelmatig naar de televisie keek. Speelde zich in ieder geval in de polders rond Moerkerke af toen de plaats nog voornamelijk uit handelaars bestond.
En opnieuw kwamen we een kanaal tegen, nu het Boudewijnkanaal, och we kijken niet op een koning meer of minder. Het kanaal, oorspronkelijk bekend als Kanaal Brugge-Zeebrugge, werd aangelegd tussen 1896 en 1905 en toen koning Boudewijn er in de jaren vijftig van de vorige eeuw op visite ging hebben ze het watertje maar hernoemd. Niet veel eer voor Boudewijn: het is maar zo’n twaalf kilometer lang. De ruïnes van de Atlantikwall, de enorme verdedigingslinie die de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog langs de West-Europese kust bouwden, lagen er nog te liggen en zo te zien zijn ze voorlopig ook niet weg. Vroeg me af waarom nu juist langs het Boudewijnkanaal, maar zag op een bord dat het kanaal een belangrijke toegang voor scheepvaart naar de haven van Brugge-Zeebrugge was (en nog steeds is). Voor de Duitse bezetter was het cruciaal om deze toegang te beveiligen tegen geallieerde aanvallen.
Fietsen over de boulevard heeft wel wat, maar wanneer je iets meer richting binnenland gaat zie je veel meer. Neem nu de polyestersculptuur die in Knokke staat: "twee figuren die elkaar lijken te begroeten op het plein waar het verkeer uit het binnenland en dat van de kustweg elkaar kruist, hebben een overduidelijke symboolwaarde. Op deze stedenbouwkundig weinig aantrekkelijke plaats brengen die beelden door hun kleur en hun monumentaliteit hier toch een zekere warmte en generositeit. Onwezenlijk, en toch fascinerend; provocerend, en intussen toch een herkenbaar baken in de gemeente". Kan het zelf niet verzinnen, maar het gaat om een beeld van Joep van Lieshout (een Nederlander) met de naam "Twee groetende mannen".
Even een hapje eten? Kan sinds kort in de glazen koepel of de zeeëgel (moet volgens mij zee-egel zijn, maar dat woord komt ongetwijfel een keer in de spellingtest), zoals de inwoners
van Knokke het stulpje op het Albertplein noemen. Kost een paar cent maar dan zit je aan de binnenkant van 2.211 glasraampjes in een ambiance waarvan alleen de inrichting al 1,25 miljoen heeft gekost.
Reserveren? Zoek maar op: restaurant The Sphere. Heb niet naar de prijslijst gekeken maar schat dat een broodje kroket niet over de toonbank gaat voor minder dan € 25,00, vooropgesteld dat ze al broodjes kroket serveren.
En dan uiteindelijk het Zwin, dat natuurgebied op de grens van België en Nederland. Al vaker befietst en beschreven. Even in het kort: Ooit was het Zwin een brede zeearm die in de 12de eeuw ontstond na zware stormvloeden. Die natuurlijke doorbraak in de kustlijn verbond de Noordzee met het achterland. Hierdoor ontwikkelde zich een getijdengeul die zowel economische als ecologische betekenis kreeg. In de middeleeuwen speelde het Zwin een cruciale rol in de internationale handel. Via deze zeearm konden schepen Brugge bereiken, dat uitgroeide tot een belangrijk handelscentrum van Europa. Havens zoals Damme, Sluis en Brugge floreerden dankzij deze toegang tot de zee. Maar vanaf de 15de eeuw begon de verzanding: de getijdengeul slibde langzaam dicht en Brugge verloor zijn directe verbinding met de Noordzee. Dit betekende het einde van Brugges rol als toonaangevende zeehaven.
Tegenwoordig is het Zwin een natuurgebied van ongeveer 158 hectare tussen Knokke-Heist en Cadzand-Bad. Het grootste gedeelte van het gebied (ongeveer 125 ha) ligt in België. Als je kunt rekenen blijft er dan 33 ha voor Nederland over. Lengte (gemeten langs de kust) pak-’m-beet 2,3 km en het natuurgebied omvat achter de duinen slikken en schorren die bij vloed onderlopen via een geul die nog steeds met de zee verbonden is.
Op de terugweg nog even een paar kleine boodschappen bij de Jumbo in Sluis (bij het eten hoort toch een toetje en bij een aflevering van Narcos een toastje schimmelkaas?). 60,8 kilometer stond er op de fietsteller, dus pijnlijke kontjes. Wind uit een zuidelijke hoek, kracht 2 toen we om 10:30 uur vertrokken en kracht 3 toen we om 15:15 weer bij het busje waren. Inderdaad: laatste stuk van Sluis tot aan de camping de inmiddels warme (want 23 graden) wind pal op de kop. Een mooie dag. Een bijzondere dag want België is een heel ander land dan Nederland. Rommeliger, minder aangeharkt (behalve het strand) en natuurlijk is de kust totaal anders dan die van Zeeuws-Vlaanderen. En morgen? Morgen is er weer een dag. Hadden we dit weekend niet een familiereünie?