Kwam een artikel op de site van de Volkskrant tegen met de titel “Een échte Limburgse vlaai moet écht dagvers zijn, besluit de minister“. (Gepubliceerd op 7 augustus 2025). Da’s zo’n tekst die je nieuwsgierig maakt, vooral als je in Limburg (geweest) bent en een paar dagen geluncht hebt met koffie en vlaai. Vraag me dan ook af wat die minister daarover te vertellen heeft. Wat blijkt? In Nederlands en Belgisch Limburg is de strijd van de kleine ambachtsman versus de grootindustrie gewonnen door de eerste: de vlaaienbakker-om-de-hoek. De ambachtelijke bakkers van Limburgse vlaai, een sinds vorig jaar Europees erkend streekproduct, vonden demissionair landbouwminister Femke Wiersma aan hun zijde in hun claim dat ‘dagvers’ betekent dat een echte Limburgse vlaai één dag vers is.Limburgse vlaai mag alleen zo heten als het binnen een dag na het bakken te koop is. Met dat besluit van Landbouwminister Femke Wiersma hebben de industriële vlaaienbakkers het nakijken. Die wilden de term ‘dagvers’ oprekken naar zes dagen. Bron: Robert Giebels (regioverslaggever Zuid-Nederland van de Volkskrant). Las in hetzelfde artikel ook dat er vastomschreven regels zijn voor een Limburgse vlaai: “een Limburgse vlaai […] heeft officieel een diameter van minstens 10 en hooguit 30 centimeter, een maximaal 1 centimeter dikke bodem zonder kunstmatige smaakstoffen, een meegebakken vulling van fruit, rijstpudding of custard en kent geen nabewerking of extra versiering na het bakken“. Hadden we moeten weten vóór we aan de fietsvierdaagse begonnen en vlaai als lunch tot ons namen.
zaterdag 9 augustus: @ zeeland
De titel van dit blog is “Zeeland ligt niet in Zeeland“ en daar is geen woord van gelogen. Zeeland is een dorp in de gemeente Maashorst en de naam heeft helemaal niks met de provincie Zeeland te maken. De naam komt uit de Frankische tijd en als je goed tijdens de geschiedenislessen hebt opgelet, plaats je dat op de tijdlijn van 600 tot 900 (na Christus wel te verstaan). De een zegt dat het uit Oudhoogduits "selilant" komt, een ander geeft aan dat het te maken heeft met het Latijnse "terra salica". Beide betekenen hetzelfde "land bij een zaalhof". Er wordt dan een zaalboerderij bedoeld, waarbij de “zaal“ een grote, open ruimte is binnen de boerderij. Oorspronelijk bedoeld voor het dorsen van graan, tegenwoordig vaak multifunctioneel ingezet (denk aan feesten en partijen). We waren hier al eens eerder in de buurt, namelijk een NKC- evenement: Luchtmachtdagen Volkel in juni 2019. Volgens mij de laatste luchtmachtdagen daar. Heb toen nog een heel mooie foto gemaakt van de camping in de mist waar we toen stonden. Maar even bijgevoegd voor de mooi.
Zeeland heeft een boeiende geschiedenis, waarvan ik de periode waarin het deel uitmaakte van “het land van Ravenstein“ het meest interessant vind, omdat dat gebied tot 1795 een apart staatje was in wat nu Noordoost-Brabant is geweest. Het bijzondere is dat het eeuwenlang een katholieke enclave was binnen de hoofdzakelijk protestantse Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Dat kwam omdat het officieel bij het hertogdom Kleef (later Pruisen) hoorde en niet bij de Republiek. Daardoor mochten katholieken er vrij hun geloof uitoefenen, terwijl dat in de omliggende gebieden streng werd beperkt. Dat gaf de streek een eigen identiteit en een soort “buitenlandse“ status tot het in 1814 officieel bij Nederland werd gevoegd doordat het onderdeel ging uitmaken van de provincie Noord-Brabant. Wil je nog meer weten? Bijvoorbeeld dat in Zeeland in 1905 de straatverlichting op brandolie ingevoerd werd? Of dat in 1910 Stoomzuivelfabriek "Sint-Jacobus" het licht zag? Misschien wil je weten dat de eerste aansluitingen op het elektriciteitsnet er in 1931 kwamen? Voor al dat soort wetenswaardigheden moet je vandaag niet bij mij zijn.
Voor we de poort van Camping de Peelrand passeerden hadden we er al een halve dag opzitten. Zes nachten op dezelfde plek (camperplaats Roerdalen) is voor ons doen wel vrij lang maar het was goed vol te houden. Voor de prijs hoef je het ook niet te laten: € 15,00 per nacht. Daar kwam nog € 15,00 stroom bij volgens de meter, die ik elke morgen mocht voorzien van een muntstukje. Had goedkoper gekund, maar het ging soms wat mis bij de stroomzuil zodat ik mijn buren twee keer gesponsord heb. Ja weet het: een 4 is niet moeilijk te onderscheiden van een 5 of een 6, maar was er twee keer met mijn hoofd niet bij. Was er in het begin van de week nog plexat, bij ons vertrek was het overvol en dringen geblazen. Vertrekt er iemand dan staat binnen de dertig seconden een bewoner van het “overloopveld“ op het vrijgekomen plekje. Nog één keer buiten ontbijten op ons grote grasterras, beetje poetsen en vervolgens anroet. Een kleine honderd kilometer en doe maar ruig: snelwegvermijdend en via een Lidl, ben je zo weer een paar uur verder.
Op naar Zeeland dat bij Uden ligt. Opvallend dat zo’n klein plaatsje bijna 60 kilometer vantevoren wordt aangekondigd. Misschien omdat het bijna aan het einde van de provinciale weg 277 ligt (de N277 loopt van Kessel naar Ravestein). Een deel staat bekend als de Midden-Peelweg en ander deel als de Peelweg. Boodschappen bij de Lidl in Deurne; wel iets buiten de route, maar had W de opdracht gegeven een Lidl te zoeken met een prettige parkeerplaats. Missie geslaagd. Camping de Peelrand ligt vlak naast natuurgebied de Maashorst. Wel zo’n camping “aan het einde van de wereld“, je krijgt een mail met een waarschuwing: als je je navigatie volgt word je over (onverharde) bospaden geleid. Je wordt geadviseerd een bepaald adres in te voeren en vanaf daar de bruine wegwijzerborden naar de camping te volgen. Iedereen is vol lof over de camping en roemt de rustige en ontspannen sfeer. Die is er inderdaad: we werden twee minuten na aankomst uitgenodigd voor een vakantieborrel op het veldje waar we een plaats gekregen hebben. Is me eigenlijk net te kneuterig af. Camping staat ook erg vol, vooral met oude of iets nieuwere stacaravans. Had in eerste instantie het idee dat men geprobeerd had zoveel mogelijk caravans op een beperkt aantal vierkante meters te proppen. Zag het een paar uur later al wat ruimer en was toen vooral blij dat we een mooie schaduwplek hadden gekregen. Zoek plek A26 op bovenstaande plattegrond maar op.
Toch niet aan de inloopborrel meegedaan maar de omgeving verkend. Een oriënterend rondje Maashorst, een schitterend natuurgebied. De naam Maashorst is gekozen vanwege het feit dat de Maas hier ongeveer 125.000 jaar geleden stroomde. Door allerlei geologische processen is de loop van de Maas in steeds oostelijker richting geschoven. Zal het er de komende dagen ongetwijfeld nog over hebben. Het ging ons om het fietsen over de bloeiende heidevelden, wat vocht bij het bezoekerscentrum en een blik op Uden, een heel rooms aandoend stadje.
En midden in dat roomse stadje staat een joekel van een kerk, je mag er basiliek tegen zeggen. Officiële naam: “de Sint-Petrus' Stoel van Antiochiëkerk“, kun je dat niet onthouden dan zeg je gewoon “Sint-Petruskerk“. Om een lang verhaal kort te maken: het is een opvolger van de oorspronkelijke kerk uit 1300. Doordat de parochiekerk in 1886 afbrandde, werd er vanuit het bisdom besloten om het restant te slopen en een nieuwe kerk te bouwen. Genoeg over oude stenen.
En ook genoeg voor vandaag. Al weer een mooie dag. V: 217.099; A: 217.192. Rijtemperatuur: 23 tot 25 graad. Later op de fiets kwam er nog een graadje bij. Vrij zonnig. Wind noordwest 2 tot 3. Zon op/onder: 06:11/21:12 (gegevens Zeeland). En morgen? Morgen is er weer een dag, we blijven nog een dagje hier. Sterker nog: we blijven hier tot dinsdag.