noordpolderzijl

noordpolderzijl

donderdag 7 augustus 2025

bestemming (on)bekend - 8: we gaan naar duitsland

Lezer F te W vond het vreemd dat ik het woord “bunder“ gebruikte, of ik daarmee een hectare bedoelde (zie vorig blog). Ja F te W: het woord bunder is er bij mij ingeslepen. En inderdaad: bij de invoering van het metrieke stelsel (in 1816) werd de bunder gelijkgesteld aan de hectare oftewel 10.000 vierkante meter. Term is al heel lang officieel afgeschaft maar in de omgangstaal op het platteland wordt het nog veel gebruikt. Vóór 1800 was de omvang van een bunder niet overal gelijk: het verschilde van streek tot streek, net als de voet en de roede. In Drente heb je het natuurgebied dat “Vijftig Bunder” heet. De naam verwijst naar de oorspronkelijke omvang van circa 50 bunder, dat staat voor ongeveer 65 hectare. Op sommige websites wordt het gebied ook vermeld als ongeveer 75 hectare. Zullen we maar stoppen: ik dwaal weer eens verschrikkelijk af.

donderdag 7 augustus: @ roerdalen

Toen ik vanmorgen het routeboekje van de vierdaagse bestudeerde begon ik spontaan te zingen “ik ga naar Duitsland en kom nooit meer terug“. Hoorde plots een stem uit het slaapgedeelte die me probeerde duidelijk te maken dat ik een lied van de Amazing Stroopwafels uit 1984 aan het verkrachten was en dat die jongens naar Frankrijk gingen en absoluut niet naar Duitsland. Als ik dan zo nodig een liedje over Duitsland en reizen wilde zingen moest het maar een nummer van Marlene Dietrich zijn: Ich hab noch einen Koffer in Berlin (Deswegen muss ich nächstens wieder hin). Wordt ’m niet: doet me weer denken aan Godfried Bomans die het tijdens het uitreiken van de Edisons op het Grand Gala du Disque 1963 minstens een kwartier over de benen van Marlene zat te filosoferen. Er zijn nog beelden van, laat Google er maar eens op los. Berlijn is ook een beetje te ver voor één dag. Ik associeer een beetje veel, dus on topic: laten we het maar over de fietstocht van vandaag hebben.

Met de zon wilde het in eerste instantie niet zo lukken vandaag. Kondigde gisteren aan dat de hittegolf op 7 augustus zou beginnen in het Limburgse, maar het leek er in alle vroegte niet zo op. Ook de vlaggen wapperden niet zo hard als gisteren. Had je nog tegoed: de vlag van Limburg. Toen we eenmaal een afwasje dichter bij de dood waren gevorderd, begon het er op te lijken en warempel toen we eenmaal op de fiets zaten ging het echt richting begin hittegolf.

Soms komt de naam van een natuurgebied je heel bekend voor, vaak ook zegt het je helemaal niks. Zowel W als ik hadden nog nooit gehoord van Nationaal Park de Meinweg, beheerd door Staatsbosbeheer. Deze nationale parken zijn aangewezen gebieden met bijzondere natuurwaarden, waar bescherming van natuur, recreatie en educatie centraal staan. Als je de gemiddelde Nederlander vraagt naar de naam van een nationaal park dan krijg je ongetwijfeld als eerste te horen “Nationaal Park de Hoge Veluwe“. In de categorie “Rang is alleen Rang als er Rang op staat“ vroeg ik me af wie er bepaalt wanneer een gebied de status van Nationaal Park krijgt. Google: “Tot 2011 lag de formele aanwijzing van een Nationaal Park bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Sinds de decentralisatie in 2011 ligt de verantwoordelijkheid grotendeels bij de provincies. Zij nemen het initiatief voor het instellen van een Nationaal Park, begeleiden het proces en zorgen voor het beheer, vaak samen met terreinbeheerders en andere betrokken partijen“. Toch maar eens gaan lobbyen: de Achterhoek heeft op dit moment geen officieel Nationaal Park. Volgens mij zijn er een tijdje geleden initiatieven geweest om het gebied rondom Winterswijk dat stempeltje te geven of ben ik nu in de war met het begrip "Nationaal Landschap"? Wordt tijd dat het weer eens langdurig gaat regenen: heb heel veel om uit te zoeken.


Terug naar af: we waren bezig met het Nationaal Park de Meinweg. Wederom Staatsbosbeheer. Het gaat in dit gebied om een terrassenlandschap met
steile overgangen tussen deze terrassen. Dit unieke landschap is in de loop van tienduizend jaren ontstaan door inschuring van het water van de Maas en de Rijn in combinatie met drie breukvlakken in de aarde die door het nationaal park lopen. Moet ik alleen nog iets over de oorsprong van de naam “Meinweg“ vertellen. "Mein" of eigenlijk “gemeijn“ betekent gemeenschappelijk: het gebied was in eigendom en gebruik van de omliggende veertien dorpen. De bewoners gebruikten het om hout te kappen, vee te hoeden, plaggen te steken en ook strooisel (voor de stallen) en eikels te verzamelen. Gevolg: het bos verdween langzaam maar zeker. Al vóór de Middeleeuwen ontstond zo een heidelandschap met enkele struiken en bomen. In de tijd van Napoleon werd het gemeenschappelijk gebied verdeeld in lange, smalle stroken. De opvallende rechthoekige grens met Duitsland is hiervan het gevolg.

Een groot deel van de route ging door het Swalmdal. De Swalm (in Duitsland drukken ze er een ch tusssen: Schwalm) is een kleine zijrivier van de Maas. Is maar een kort watertje: 45 kilometer lang, waarvan 12,2 op het Nederlandse grondgebied. Als de Schwalm Swalm wordt heeft het Wasser er dus al 33 kilometer opzitten. We zullen de Schwalm vandaag ongetwijfeld gezien hebben, maar ik heb er geen actieve herinnering aan. Automobilisten kennen de Swalm vooral van de Swalmentunnel, een verkeerstunnel in de A73 bij Swalmen, een dorp ten noorden van Roermond waar je die andere tunnel in rijksweg 73 aantreft; inderdaad: de Roertunnel. Het Nederlandse deel (en gedeeltelijk ook de bovenloop van de Swalm) heeft zijn natuurlijke, meanderende loop behouden of teruggekregen. Het beekdal maakt deel uit van het Grenspark Maas-Swalm-Nette. Als je een gedetailleerde site met schitterende foto’s van het Swalmdal wilt bekijken moet je even hier klikken. Staatsbosbeheer is de baas in het Nederlandse deel van het Swalmdal. Dan nog even een teleurstelling behandelen. We waren graag naar Brüggen gefietst, maar dat was een brug te ver. Kwam alleen de 60-kilometerroute. Moet een interessant plaatsje zijn. Bij de enige doorwaadbare plaats in de Schwalm werd Brüggen gesticht en wel bij de kruising van twee handelswegen tussen de Rijn en de Maas. Wegen die al tijdens de Romeinse tijd in gebruik waren. Om die plek goed in de gaten te houden werd er in de dertiende eeuw een kasteel neergepoot. Een klooster, een kerk en een Latijnse school volgden al snel en tot de Franse tijd was Brüggen een sterke grensvesting van het hertogdom Gulik. Het kasteel is een waterburcht. Helaas: we hebben het alleen van horen zeggen.


De pauzeplek in Brüggen bij Eiscafé Venezia was dus ook niet voor ons bestemd. We kregen wel een (gratis) ijsje in Melick bij een beeld van de fietsvierdaagse de Roerstreek. Waterijsje van de Lidl, maar je mag een gegeven paard niet in de bek kijken; we krijgen tenslotte ook elke ochtend al ieder een appel.

 

Een mooie route, met uitzondering van een stuk langs de Duitse A52. De routemaker had wel voor afwisseling gezorgd: eerst een paar kilometer aan de rechterkant, toen een viaduct over en vervolgens nog een paar gravelkilometers aan de linkerkant van de autosnelweg. Ook met  aanduidingen in de routebeschrijving als “steil de berg op“ en “korte, steile hellingen“ waren we niet echt blij, maar toegegeven: over het algemeen mooie paden, ook op de kilometerslange rechte grenzen met Nederland met een pad aan de Duitse en een pad aan de Nederlandse kant van de grens.

 

Na 45 routekilometers zagen we de vlag van Roerdalen weer boven het multifuncionele centrum van Sint Odiliënberg hangen: einde van de tocht voor vandaag. Even naar de camper voor een fruithapje en het inzamelen van het “Leergut“, boodschappen doen en eindelijk om vier uur languit liggend (W) en ik rechtop zittend aan mijn dagverslag. Totaal op de fietsteller 51 kilometer. Een mooie dag. Wind zuidwest 2, wisselend bewolkt, temperatuur oplopend naar 27 graden. Zon op/onder: 06:09/21:13 (gegevens Sint Odiliënberg). En morgen? Morgen is er weer een dag. We maken de vierdaagse hier af.