Had het in mijn eerste blog van dit jaar over doodgaan. Persoonlijk vind ik de omschrijving “een definitieve verhuiskaart versturen” veel sympathieker klinken. “De pijp uit gaan” is dan weer veel te grof, terwijl de oorsprong van die uitdrukking best mooi is: de “pijp” is eigenlijk een konijnenhol. Een konijn dat “de pijp uit gaat” (dus zijn hol verlaat) terwijl er jagers in de buurt zijn wordt afgeschoten en gaat dus dood. Er zijn nog meer uitdrukkingen met “pijp” die ongeveer hetzelfde betekenen: “zijn laatste pijp roken” en “de pijp aan Maarten geven”. Meestal is het “een Ander” die het overkomt, maar de Man met de Zeis komt steeds dichterbij. Het “laatste feestje” wordt al een stuk realistischer wanneer oud-collega's gaan hemelen en je zo met de neus op de feiten gedrukt wordt.
En altijd denken we dan dat alleen een ander dat overkomt. Mooie uitvinding “de Ander”, het is altijd een andere persoon dan jezelf. Complete theorieën kun je er op los laten: vergelijk “de Ander” maar eens met “het Zelf”. In het Engels bestaat er zelfs een werkwoord voor, “othering”, jawel: op basis van the other. Meestal heeft dat dan wel een negatieve klank. Je zet jezelf neer als sociale norm met alle toeters en bellen die daar bij horen, oftewel “ik ben de positieve sociale identiteit” en de ander.... en dan kan er van alles komen. Meestal is de ander anders, vreemd, hoort hij niet tot je eigen groep op basis van bijvoorbeeld ras, geslacht, etniciteit, sociale positie of ideologie. Kan bladzijden vol schrijven over ene DT die eigenlijk niks anders doet dan “othering gebruiken door bepaalde groepen zwart te maken. [….]Dit soort retoriek vergroot de kloof tussen "wij" en "zij", wat kenmerkend is voor othering. Het is een effectieve politieke strategie om een loyale achterban te mobiliseren, maar het draagt ook bij aan polarisatie en maatschappelijke verdeeldheid.” Het cursieve is deel is afkomstig van ChatGPT die ik de vraag stelde “doet Trump aan othering?” Heb een deel maar weggelaten om het verhaal leesbaar te houden. Conclusie: het wordt tijd dat Blondie gaat vertrekken en niet alleen vanwege zijn “othering”.
Even terug naar de titel van dit blogje voordat ik weer overstroomd wordt met appjes en mailtjes. “Het wordt voorjaar, de kwaliteit van de mandarijnen wordt minder” was een recente uitspraak van mijn wederhelft. Ik had ook al zoiets gedacht. Beiden kunnen we het weten: in de wintermaanden zijn mandarijnen onze vitaminenbommetjes. Naast pietamientjes levert een gemiddelde mandarijn (60 gram) 28 kcal energie en de volgende voedingsstoffen: 0,1 gram vet (waarvan 0 gram verzadigd vet), 5,9 gram koolhydraten (waarvan 4,9 gram suikers), 0,5 gram vezels, 0,4 gram eiwit en 0 gram zout (bron www.duurzamereten.nl, voordat je met andere cijfers aan komt zetten). Geloof dat ik soms dagen zijn dat ik vijf van die krengen verorber en dat is volgens dezelfde website helemaal fout, immers: “Een teveel aan vitamine C zal jouw lichaam via je urine verlaten, maar een teveel aan suiker uit fruitsoorten is niet goed voor je. Probeer daarom niet meer dan twee mandarijnen per dag te eten en vul dit aan met een andere fruitsoort.” En inderdaad, wat betreft het seizoen vertelde vriend Google het volgende: “De mandarijnen zijn tussen november en februari op hun zoetst en op dat moment vooral afkomstig uit landen rond de Middellandse Zee als Spanje, Marokko, Italië en Algerije”. En als de kwaliteit van de mandarijnen minder wordt, wordt het echt tijd om Puzzel uit de stal te bevrijden. Nog een kleine week en dan is het zover. Ja er zijn concrete plannen: woensdag of donderdag het beestje voor de dag halen en vrijdag (na afloop van alle vrijdagse vrijwillige verplichtingen) richting Twente om daar een restaurant uit te proberen dat door dagblad Tubantia wordt aanbevolen. Wordt vervolgd.
Niet alleen aan de kwaliteit van de mandarijnen kun je zien dat het voorjaar wordt, de temperatuur is ook een goede graadmeter (goed gevonden die zin). Hele discussie met W of hier sprake is van een metafoor. Tegenwoordig laat ik daar ChatGPT op los (inderdaad niet alleen op DT). Het AI-programma kwam met het antwoord Ja, 'de temperatuur is ook een goede graadmeter' bevat een metafoor. Het woord "graadmeter" wordt hier figuurlijk gebruikt. Letterlijk is een graadmeter een instrument om graden (zoals temperatuur of druk) te meten, maar in deze zin betekent het "een indicatie" of "een maatstaf" voor iets anders. Dit maakt het een metafoor, omdat er een vergelijking wordt gemaakt zonder "als" of "zoals", waarbij temperatuur wordt gepresenteerd als een soort meetinstrument voor een breder concept. Terug naar die temperatuur! Maarten van Gestel heeft het op 29 maart 2025 in de Trouw over het verschuiven van “de Eerste Warme Dag” en merkt het volgende op: “Als klimaatjournalist weet ik dat deze eerste Warme Dag steeds eerder komt. Data van de afgelopen 123 jaar – de metingen in de Bilt gaan terug tot 1901 – laten zien dat de lente steeds eerder begint. Rond 1920 was het richting eind april voor het eerst 20 graden, tegenwoordig is dat begin april. We krijgen steeds méér ‘warme dagen’. Rond 1920 telden de jaren zo’n zestig á zeventig dagen van minstens 20 graden, nu zijn dat er ruim honderd. Onze zomers duren langer. De laatste dag met 20 graden werd rond 1920 nog weleens op 20 september gemeten, vorig jaar kwam die pas op 17 oktober. We krijgen, kortom, steeds meer het weer dat je vroeger in Frankrijk had”. Als bewijsstuk meegeleverd de weersverwachting voor de komende periode voor Lievelde (bron Buienradar).
We zijn tussen de bedrijven door een nieuwe “sport” aan het uitproberen: labcachen. Voorbereiding op het nakende camperbestaan inderdaad. Het idee achter labcachen is dat je met je telefoon (voorzien van de Adventure Lab-app) een bepaalde locatie gaat zoeken om een vraag te kunnen beantwoorden. De vraag krijg je niet eerder te zien dan wanneer je binnen een straal van zo'n 20 meter bij de cache bent. Op zo'n manier kun je een (deel van een) gebied ontdekken. De caches die we de afgelopen periode gedaan hebben waren op bekend terrein maar er zaten veel nieuwe dingen bij. In Bredevoort verkenden we onder meer het Sint Bernardus dat in de loop der tijden een woonhuis, een tuberculose-sanatorium en een bejaardentehuis is geweest. Het gebouw kenden we wel maar de mooie tuin maar voor een deel. Het theehuisje en de Lourdesgrot waren dan wel bekend terrein maar de tbc-kuurhuisjes hadden zowel W als ik nog nooit eerder gespot. Het was rustig aan de Grote Gracht in Bredevoort. In Aalten liet een labcache ons een vijftal oude steegjes zien.
Oerol had ik in het vorige blog al genoemd. Er staat nog meer "cultuur" op het programma deze zomer. Vorig jaar kreeg W als verjaardagscadeautje een voorstelling van het Vis-a-vis Theatergezelschap en wel SILO 8, een openluchtvoorstelling bij het Almeerderstrand. Eigenlijk een zwaar thema (wat doen we met onze oudjes) maar verpakt in een luchtige comedy met verbluffend spektakel. Dit jaar vertelt het programmaboekje het volgende: “BABY BLUE is een meeslepend theaterspektakel vol humor en onverwachte wendingen. In deze muzikale crime-comedy wordt met man en macht gebouwd aan een nieuwe wijk waarin niets is wat het lijkt. Duik in een wereld waar de mens het liefste alles in beton wil gieten, terwijl het leven voortdurend in de steigers staat”. We gaan eind juni naar Almere, waarschijnlijk maken we er een camperweekend van.
Dit is waarschijnlijk het laatste deel van de serie “het feest is nog niet begonnen”, binnenkort andere verhalen in dit theater maar dan met als uitgangspunt de avonturen van de blauwe bus. Tot vrijdag.