Gisteravond nog even naar “Ik vertrek” gekeken en wel naar de uitzending van de mensen waarbij we nu in hun kasteeltuin staan. Wanneer je het nog niet gezien hebben: kijken! Binnen vijf minuten weet je dat je zoiets alleen moet doen als je heel veel doorzettingsvermogen hebt: https://npo.nl/start/serie/ik-vertrek/seizoen-25_4/familie-jansen-chambres-d-hotes-frankrijk/afspelen. Let op: slapen bij is wat anders dan slapen in een kasteel. Toen W nevenstaande foto zag zei ze: "Je hebt de documentatiemap op zijn kop gefotografeerd". Mijn antwoord: "Dat is het nieuwe modern in Frankrijk, alle teksten op zijn kop".
zondag 17 maart: @ marcigny
Een rustig plekje: een kinderhand is snel gevuld. Stroom is fijn maar alleen nodig wanneer de fietsaccu's leeg zijn, een toilet is prettig, douche na een paar dagen ook. No necesitamos nada más. Eigenlijk kunnen we helemaal zonder (zoals de nacht van vrijdag op zaterdag), maar een beetje comfort is niet weg. Een oase van rust op het Franse platteland. W vindt het wel een veilig idee dat in de avond het hek gesloten wordt, maar heeft ook uitstekend geslapen toen we aan de openbare weg stonden. We zitten nog steeds op Marraycourt in het plaatsje Marcigny dat je zoekt in het departement Saône-et-Loire. Wist tot voor gisteren ook niet waar ik de plaats moest zoeken: nu weet ik dat het op de speldenprik ligt op bijgaande kaart. Mooie plek om te staan: je loopt zo het dorpje in waar je heerlijk een hapje kunt eten of ontbijten met verse croissants van de lokale bakker. We zijn hartelijk ontvangen door Ray en Margriet die aan het klussen waren met een mandje met toeristische informatie, een tweetal eitjes, een flesje water, fietsroutes en twee zakjes thee. Heel lief en ik heb maar niet hardop uitgesproken dat thee iets is voor zieke mensen en ik me nog steeds opperbest voel. Ruwe prijsberekening: € 25,00 per nacht en da's een beetje veel voor het gebodene (of had ik dat al verteld?). Maar enthousiasme moet ook een beetje gestimuleerd worden.
Gisteren memoreerde ik dat het in deze omgeving stikte van de kerken, kapelletjes en chateaux. Oorzaak van de vele kerken is het klooster van Cluny (hier zo'n 70 autokilometers vandaan). Cluny met zijn spirituele ontwikkelingen zorgde er voor dat de regio langzaam bedekt weren met kerken in zuivere romaanse stijl. Natuurlijk heeft de toeristische dienst daar een soort slaatje uitgeslagen: een roadtrip met de mooie naam “Chemins du Roman”, compleet gewijd aan romaanse kunst. De oude romaanse kerk van Anzy-le-Duc hebben we gisteren gezien, vandaag knoopten we er een aantal aan elkaar met Komoot, waardoor we weer een prettig fietstochtje kregen. Cluny, we waren er in september 2021.
De geschiedenis van de stad Cluny begint met de stichting van de abdij in 910 (misschien was het zelfs een jaartje eerder) door ene Bernon en Willem de Vrome die de grond beschikbaar stelde. Dat de toestromende monniken Benedictijners werden is minder belangrijk dan dat het klooster een immuunabdij werd: direct onder het gezag van de paus geplaatst, dus daardoor onafhankelijk van de bisschop en de heren van de regio.
Even ruim elf eeuwen verder in de tijd: we maakten een zeer traag begin aan de dag. Mijn ogen gingen pas tegen half negen open en toen had W al in alle stilte bijna een uur digitaal contact gelegd met de buitenwereld, lang leve het 4G-netwerk van Orange F. Mijn eigen provider zet daar dan stiekem KPN achter, maar ik denk niet dat ze aandelen bezitten in dit oorspronkelijk Engelse bedrijf. Een netwerktest gaf dan vanmorgen maar een score van 38 % (vraag me altijd af: procenten waarvan?) maar we hebben gisteren zonder stotteren (officiële term buffering) kunnen kijken naar de derde aflevering van “de Joodse Raad” via NPOstartPlus. Niet mopperen dus. De koffie al snel bruin (sinds een jaar of twee niet meer van K&G maar goudmerk van de Lidl), de kachel mocht even snorren (beetje koud vanmorgen met de blote poten op het koude zeil, oeps: nepparket), de broodjes bakten zich lekker af in het Omnia-oventje, de eitjes van de vreselijk brutale terreinkippen werden zachtgekookt en een tevreden B kon voor het ontbijt nog de fietsroute voor vandaag voorbereiden terwijl een nog tevredener W de telefoon weglegde en de e-reader pakte (nog steeds onder de lapjes). Een mooie zondagochtend toch? En dat allemaal op een paar honderd meter afstand van de Loire.
Kerken dus, onder meer. Vooruit: zal er een paar noemen. Allereerst die van de Heilige Sint Nicolaas in Marcigny zelf, een romaanse kerk (twaalfde eeuw), het laatste overblijfsel van een enorm klooster gelieerd aan Cluny.
Langs de tweede kerk zijn we gisteren ook al gefietst, zij het dat we toen van tegenovergestelde richting kwamen: het mooie kerkje van Baugy, gemaakt van zeer mooie gele kalksteen (volgens de folder). Schijnt een van de oudste kerken te zijn in dit gebied dat de naam Bionnais draagt. Ook deze kerk werd rond 1100 gebouwd onder het beschermheerschap van Cluny.
De laatste kerk die we op de kiek gezet hebben was de Saint-Sylvestre-kerk van L'Hôpital-le-Mercier. Weet niet of er veel romaans aan te bewonderen is, was gewoon een mooie kerk.
Was eigenlijk meer geïnteresseerd in de koeien die schijnbaar voor het eerst na de winter naar buiten mochten. Veel stront aan de kont, zagen dat ze in een soort potstal de winter mogen doorbrengen. Blijkt om het ras Charolaise te gaan, speciaal geselecteerd voor de consumptie van hun vlees. Door goed fokwerk zijn de beesten groot van formaat, effen wit van kleur, soms neigend naar crème. Vond vooral de stieren indrukwekkend. Dat ze vroeger werden gebruikt voor het betere trekwerk kun je je ongetwijfeld voorstellen. Aan de groene bomen kun je zien dat de koeienfoto's gejat zijn.
Nog even een laatste foto: Tour du Moulin, net om de hoek van onze camper. Bevat tegenwoordig een museum met het bekende “verzamelwerk” van beelden, schilderijen, keramiek en lokale geschiedenis. Niet interessant want onze museumkaart is in Frankrijk niet geldig en nog belangrijker: blijkbaar pas vanaf 1 april geopend. Gebouw is wel mooi, vandaar de foto.
Een mooie dag vandaag, temperatuur oplopend naar zo'n 18 graden, weinig wind, af en toe een voorzichtig zonnetje: ideaal fietsweer. Als je naar het kaartje met de gefietste route kijkt zie je een lange streep: dat is de voie verte die langs Marcigny loopt en die we voor een deel afgetrapt hebben. Net geen 50 km, maar wel pijn aan de billen. En morgen? Morgen is er weer een dag. Het ziet er naar uit dat we nog even hier blijven en een dagje naar het zuiden fietsen. We hebben Roanne nog nooit gezien. Wordt dan wel een tocht van 75 kilometer of zo.