Als je “onder de rook” van het kasteel van Tarascon staat moet er genoeg stof zijn om te vertellen en weet je: dat is er ook! Het kasteel werd in de vijftiende eeuw na Christus gebouwd in opdracht van René de Eerste aan de oever van de rivier de Rhône. De fundamenten van een fort konden worden gebruikt, lekker gemakkelijk. De locatie waarop het kasteel gebouwd werd was strategisch gezien zeer belangrijk, vanwege de vele belangrijke handelsroutes in de nabije omgeving. Het beheerste de toegang tot de Provence en de Languedoc. Eigenlijk was het dus een monumentale wachtpost. Omdat juist die Provence na de vijftiende eeuw na Christus officieel tot Frankrijk toebehoorde, verloor het kasteel van Tarascon zijn strategische waarde. En wat moet je dan met zo'n stapel stenen die kenners rangschikken “tussen gotiek en renaissance”? Maak er maar een gevangenis van, zou W zeggen en dat is dan ook gebeurd. Telepathische krachten? Na de Franse Revolutie raakte het kasteel in verval, want niemand meer om gevangen te zetten. Vanaf de negentiende eeuw kwam regelmatig het idee bovendrijven om het vervallen kasteel in zijn geheel te slopen, maar deze plannen zijn nooit concreet gemaakt. In 1932 begon men met de restauratie van het ooit zo imposante kasteel en die restauratie duurde jaren en jaren. Na al dat vertimmeren staat nu het stulpje te pronken aan de oevers van de Rhône. En onder dat kasteel, zeg maar aan de voet, staat een busje. Vond op internet een mooie afbeelding van het kasteel in de herfst. Foto is van ene Wolfgang Staudt en als ik zeg dat hij best mooie plaatjes schiet, vindt hij het niet erg dat ik deze leen.
donderdag 21 maart: @ tarascon
Vaste prik de laatste dagen: bij het opstaan 's morgens even de Truma aan. Overigens was het vannacht niet zo koud: 11 graden binnentemperatuur om 7:35. Al snel is dan de 20 graden bereikt en is het wachten op de zon die de rest van de dag gas bespaart. Een rustig begin van de dag, we hebben maar één echte activiteit. Je raadt het al: een eindje fietsen, vandaag richting noord. Uitgebreid en uitgesteld ontbijten. Onze camper staat pal aan de Rhône en af en toe tuft er zo'n zonnebloemboot voorbij. Wel binnen eten met de deur op een voorzichtige kier. Tot een uur of 11 frisjes buiten.
Ooit puften de stoomlocs op het lijntje van Alès via Nîmes naar Beaucaire. Van het midden van de 19e tot het midden van de 20e eeuw was Alès het centrum van de kolenwinning in de Gard, die begon te bloeien na de aanleg van deze spoorlijn. Pas in 1958 nam de steenkoolproductie weer sterk af. In 1995 werd de laatste mijnsite gesloten. Dan blijf je dan zitten met een oude spoorlijn. Maar niet lang: moderne toeristen willen fietsen. Rails en bielsen weg en asfalteren maar. Je krijgt zo heel snel een prachtig fietspad. Noem het maar een voie verte. En als je helemaal volledig wilt zijn gebruik je de officiële naam “Voie Verte du Martinet”. Even voor de duidelijkheid: we hebben alleen het stuk van Beaucaire naar de Pont du Gard gefietst (de gehele route gaat nog een tiental kilometers verder), maar: we moesten ook nog terug!
En als je dan in een foldertje leest “Van de majestueuze Pont du Gard tot het charmante stadje Uzès, elke pedaalslag combineert het plezier van inspanning en verwondering over de bewaard gebleven schoonheid van de plek” dan krijg je toch helemaal een natte droom? Mijn bed bleef droog: laten we nu net dit stuk niet gefietst hebben!
Strak fietspad met enkele hoogtepunten die ik je niet wil onthouden. Wat vind je “tunnels cyclable avec jeux de lumière”? Bij het rijden door de tunnel veroorzaakt de beweging een lichtspel met een afwisseling van rood en groen knipperende LED-lichtstrips; ben je er weer uit: niet achterom kijken want achter je verdwijnt de tunnel weer in het donker.
Even later kwamen we lang het “ancienne gare de Meynes-Montfrin”, nixniemeer treinstation maar een prachtig gerestaureerd woonhuis. Om het sprookje compleet te maken ligt er in de voortuin nog een klein stukje spoor.
Ons einddoel was zoals gezegd Le Pont du Gard, een Romeinse brug en een aquaduct die over de rivier de Gardon zijn gebouwd. Kwam ook de term aquaductbrug tegen, maar dat lijkt me dubbelop: je noemt het een aquaduct of een brug. In dit geval is er sprake van een aquaduct én een brug. Het hele zootje werd kort rond onze jaartelling gebouwd (de geleerden spreken elkaar tegen: de een heeft het over na 0 en de ander voor). Een knap staaltje werk om het aquaduct van Nîmes (dat bijna 50 km lang is) de rivier de Gardon te laten oversteken. Een UNESCO-werelderfgoedlocatie, maar dat had je natuurlijk wel verwacht.
Op de terugweg even stilgestaan bij de “veux pont de Remoulins”. Beetje plaatjes schieten vanaf de oude brug en genieten van het uitzicht over de rivier en het omringende landschap. Dat een nieuwe brug een beetje detoneert in het landschap nemen we dan maar voor lief. Je kunt er “omheen” fotograferen.
Na 50 kilometer even uitpuffen op de camping, een broodje in man en vrouw, een nieuwe accu in de fiets en vervolgens een kort rondje van 25 kilometer om een studie te maken van de Barrage de Vallabrègues et le petite centrale hydroélectrique et passe à poissons de Vallabrègues. Om het feest compleet te maken: er is ook nog een sluis voor de zonnebloemboten.