noordpolderzijl

noordpolderzijl

donderdag 14 maart 2024

met één werkend oog naar het zuiden – 2: maastricht op de fiets

Je gebruikte het woord 'uitwisselbaar', moet dan niet 'inwisselbaar' zijn?” was een vraag van vaste lezeres W te L toen ze het blog van gisteren gelezen had. Heb eigenlijk geen flauw idee, beste W te L, dus heb ik het maar opgezocht. En nee, ik weet het nog steeds niet: diverse sites spreken elkaar tegen. Volgens de een moet het uitwisselbaar zijn. Www.woorden.org vertelt dat uitwisselbaar inhoudt dat je iets kunt vervangen door wat anders en geeft als voorbeeld: “Jouw fototoestel heeft verschillende, uitwisselbare lenzen”. Synoniem zou kunnen zijn “verwisselbaar”. Mijnwoordenboek.nl geeft de volgende opsomming van andere woorden voor “inwisselbaar”: inruilbaar, omwisselbaar, ruilbaar, verwisselbaar en wisselbaar en geeft aan dat je “inwisselbaar” gebruikt als je iets of iemand kunt ruilen voor iets anders of als iemand of iets lijkt op iemand of iets anders. Die laatste opmerking zou dan weer betekenen dat je de variant “inwisselbaar” moet gebruiken. Deze discussie doet me denken aan de wijze woorden van mijn leraar Nederlands op de kweekschool (ruim 50 jaar geleden): “'Vermijden' en 'mijden' betekenen hetzelfde, maar dat betekent niet dat ze inwisselbaar zijn”.

donderdag 14 maart: @ maastricht

Toen ik vanmorgen om acht uur de ogen open deed, deed de zon haar best ons busje te verwarmen. W was al een kwartiertje wakker en deed ijverig pogingen zich stil te houden, want bijna tien uur slapen: zo'n jongen zal dat wel nodig hebben. Toch nog maar even de kachel aan, want 10 graden binnentemperatuur is het ook niet helemaal. Koffiewater wordt bij ons ook op gas kokend, dus voor je het weet is het een aangename 20 graden in het busje. “Of wat daar nog van over is”, volgens W. Ze heeft een beetje gelijk: gisteren nam een verduisteringsgordijn spontaan een andere, niet geheel authentieke, vorm aan; een uitzethoudertje van een buitenraam is afgeknapt en het lampje boven het gasfornuis gaat af en toe aan twee draadjes bungelen. Toen gisteren ook nog een pak fruitwater lekte en de dinettebank doorweekte (was een pak van 1,5 liter en uiteindelijk helemaal leeg) dacht is even “het is maar behelpen in zo'n busje, wat doe ik hier?” Die vlaag van verstandsverbijstering duurde maar 2,24 seconden. Toen vond ik het geurende fruitwater wel een positieve bijdrage leveren aan de leefkwaliteit van ons huisje-op-vier-wielen (ook een voorbeeld van cognitieve resonantiereductie?). En vanmorgen aan de koffie, me voorbereidend op de dag van vandaag door naar een filmpje te kijken van de gerenoveerde waterburcht van Pietersheim (https://www.youtube.com/watch?v=TjN8cEfNVtM) – ja die waar ik me gisteren voor moest schamen – stond ik weer 125 procent positief in het leven en was blij dat mijn fiets een onderhoudsbeurt heeft ondergaan zodat ik geen last meer heb van onder meer mijn “zadel-te-laag-fietsspieren”. Je moet toch ergens aan denken op zo'n ochtend? En al die kleine ongemakken in ons campertje? Macgyveren maar! Bijgaand plaatje is een screenshot van dat filmpje over Waterburcht Pietersheim.

Op de fiets, tochtje gisteren in elkaar gefabriekt met Komoot. Eerst naar Lanaken voor dat kasteel-waterburchtwerk. Uit het foldertje: “Snuif het verleden op in de gerenoveerde waterburcht van Pietersheim die tot 1971 eigendom was van de familie Merode. De 12de eeuwse waterburcht is de stille getuige van de roemrijke en woelige veldslagen van de Heren van Pietersheim. Van het middeleeuwse slot kun je nog de ringvormige weermuren en poorttoren zien. Ook de 16de eeuwse kapelzaal bleef bewaard en werd volledig gerenoveerd. Via een zwevend looppad (ook bereikbaar voor mensen met een beperking) kun je als bezoeker op alle verborgen plekjes van de burcht komen. Bij wijze van verwelkoming kan iedere bezoeker op het nieuwe platform in het poortgebouw genieten van een prachtig uitzicht over het burchtplein en het omliggende park. In de grote ‘kijkdoos op poten’ naast de kapel krijgen bezoekers het complete verhaal van de burcht te zien in een film. Aan de hand van 3D-animaties met historisch beeldmateriaal herrijst de waterburcht in haar volle glorie. In de kijkdoos zijn enkele archeologische vondsten tentoongesteld die getuigen van de rijkdom die hier ooit heerste. Jonge bezoekers kunnen zich uitleven via diverse interactieve spelen. Afgesloten wordt met een bezoekje in de shop waar zowel kinderen als volwassenen hun eigen souvenir kunnen kopen. Wat dacht je van je eigen ridderhelm of zwaard?” 


Tja, dat kan dan in deze periode alleen in het weekend. De poort stond weliswaar open, zodat we even een blik konden werpen op het plein, maar daar hield het dan mee op. “Is ook wel genoeg”, zei W, die niet zo van dit soort moderne restauraties (met veel roestvrij staal) houdt. De strip “Jan van Pietersheim” die een eeuwig aandenken moest blijven aan de burcht konden we wel in de etalage van het winkeltje zien liggen, maar kopen was er niet bij. Het landhuis dat later bij de restanten van de waterburcht werden gebouwd zag er wel prima uit.

Lange tijd ging onze tocht over de jaagpaden (in België kom je ook de term trekpaden tegen) van het Albertkaal, in het Franstalige deel dat zo maar ergens begon heet de grote sloot Canal Albert. Een watertje van 130 kilometer lang tussen Luik (aan de Maas) en Antwerpen (aan de Schelde, zodat je gezellig de Noordzee op kunt varen). Vernoemd naar Albert I, Koning der Belgen. Het kanaal werd met handkracht, kranen en graafmachines gegraven tussen 1930 en 1939, voor een deel dwars door gezellige bergen van mergel. De voornaamste opzet was om een verbinding tot stand te brengen tussen de Vlaamse en Waalse ijzer- en staalindustrie en de Limburgse kolenmijnen. Bijgaande kaart dateert uit 1922 en laat de kanaalplannen van de regering (met name minister Van Caenegem) zien.


Het hoogtepunt van het Albertkanaal vormde voor ons het sluizencomplex van Ternaaien, eigenlijk een foute naam want we zitten op Franstalig grondgebied en dus moeten we het hebben over
Les écluses de Lanaye. Eigenlijk is het een knooppunt van kanalen en rivieren, jarenlang een flessenhals (Bouchon de Lanaye) die het verkeer tussen Luik en Rotterdam niet aankon. Wat doe je dan? Je gaat praten, gaat de kosten verdelen, ook Nederland droeg haar steentje bij en vervolgens ga je knutselen. W heeft nog geprobeerd het uiteindelijke knutselwerk op de foto te zetten, maar de zon werkte niet mee. Heb er eentje op internet kunnen vinden. Paul Hermans vindt het vast niet erg dat ik zijn plaatje leen; dank Paul.






Een paar kilometer verderop moesten we de
barrage de Lixhe over, in het Nederlands vertaald met de stuw van Lieze. Het is een dam over de Maas, zijdelings aan de rechteroever van het Albertkanaal en wordt gebruikt om het waterpeil van de Maas (en van de verschillende kanalen in de buurt) te regelen.


Aan het klontertje bij Maastricht (op de routekaart) kun je zien dat we nog een beetje stad bekeken hebben. Zonnetje scheen, alle terrasjes vol. W bood me nog een stoel-tafel-Jupiler aan maar het was me veel te druk: Achterhoekse boer in de stad scheen ook al een paar keer door rood gefietst te zijn. Tegen drieën terug en bij het busje wachtte een Steenbrugge Tripel, ook lekker. Fietstocht: 02:55 werkelijke fietstijd; 49,4 km; gemiddeld 17,0 km/h; 280 meter klimmen en 270 meter dalen en toch weer voor de schuifdeur van Puzzel terugkomen. Laten we het maar op afrondingsmeters houden. 

Een mooie dag, veel zon en zo'n 15 graden. Later op de middag wat meer bewolking. En morgen? Morgen is er weer een dag. We gaan hier vertrekken want het wordt slechter weer. Eigenlijk jammer: het is hier bijna net zo mooi als in Noordpolderzijl. Kreeg van een vroeger zeilvriendje het verhaal van Bob Dylan en Noordpolderzijl toegestuurd. Fietsend vanuit Groningen strijkt de muzikant in 1995 neer in het noordelijkste café van Groningen, ’t Zielhoes. Naderhand herinnert hij zich die plek nog als hij naar een kennis mailt: ’’We drank coffee in a café, with a strange owner. He just sat there. But you know, I liked it, because it was the first place where people didn’t gaze at me.’’ Tja, in Noorpolderzijl kennen ze alleen schapen, geen popmuzikanten.