Terwijl ik me aldoor zit te verheugen op Stroe, zegt W plotseling: “Waar haal je Stroe vandaan? Ik heb altijd gezegd dat we naar Soest gaan”. Hoofd route zal wel gelijk hebben en ik zal binnenkort mijn gehoorapparaten even naar Horen en Zien brengen, schijnt nodig te zijn. Stroe of Soest, scheelt maar een kleine 40 kilometer en dat niet eens hemelsbreed maar over de weg gemeten. Tegen elf uur konden we vertrekken. Nog een hele discussie in de bus over iets wat ik gisteren in een reisverslag heb gelezen: “Tegen ongeveer 10:14 hebben we de camper zover dat we kunnen vertrekken”. Al lezende denk ik: dat kan niet kloppen, dat ongeveer 10:14. Zegt W: “Tegen 10.14 kan ook een minuutje eerder zijn”. Een minuutje later kan ook, maar dan is het niet meer ongeveer 10:14 maar precies 10:15. Waarom zegt zo'n verhalenverteller niet: “rond kwart over tien”. Kun je alle kanten mee op. Ongetwijfeld maak ik ook van die rare bokkensprongen.
De post ging over die gele bloem die ik in mijn laatste blog postte en uitschold voor een of ander Kruiskruid. Vaste lezeres W te L vond dat het met een grote mate van waarschijnlijkheid handelt om de Guldenroede. Ik heb niet al te veel verstand van planten beste W te L, maar het is beslist geen Guldenroede. Vergelijk beide bloempjes maar eens; het gezochte plantje staat links, de Guldenroede hieronder.
vrijdag 21 augustus: @ soest
Al eerder in de geschiedenis geprobeerd dit rijksmonument
te vinden. De laatste keer (een tevergeefse poging) was het in 2020,
de tijd dat we nog met mondkapjes op overal naar binnen mochten. Wij
zaten toen op camperplaats Aan het dorp in Werkhoven, zie eventueel
https://berrynales.blogspot.com/2020/10/kromme-rijn-en-utrechtse-heuvelrug.html.
Vandaag de Pyramide (die eigenlijk een piramide is) wel kunnen
vinden. Och: je vindt het iets of je vindt het niets. Het ding staat
ergens achter een hele grote parkeerplaats en een nog groter
pretparkachtige speeltuin, alle met de naam pyramide of piramide. W
en ik waren alleen geïnteresseerd in het monument zelf, een met gras
beklede piramidevormige zandheuvel van 40 bij 40 meter en bovenop de
piramide een stenen obelisk. Het hele zootje is 33 meter. Wil je de
boel beklimmen, moet je de portemonnee open doen. Niet veel, 3 €
geloof ik. Voor die prijs mag je 81 trappen op. Wat doet dat ding
hier? Een paar eeuwen geleden, in 1804 om precies te zijn, had de
Franse generaal Auguse de Marmont hier een legerkamp opgericht (mooie
naam: Camp d'Utrecht). Hij ronselde overal soldaten om een krachtig
nieuw leger te smeden. Om verveling van de wachtende soldaten tegen
te gaan liet De Marmont hen in de herfst van dat jaar dit monument
bouwen. De Marmont was in Egypte geweest, dus je weet meteen waar hij
de ideeën voor de vorm van het monument heeft opgedaan.
Oorsponkelijke naam: Mont Marmont. En nu wordt het een beetje
ingewikkeld: in de zomer van 1805 vertrok De Marmont met zijn leger
naar Zuid-Duitsland en streed mee in de Coalitieoorlog die uitmondde
in de Slag bij Austerlitz, de slag waarin Napoleon de Russen en de
Oostenrijkers een lesje leerde. Nee: er werd niet in de buurt van
Amersfoort gevochten maar in Skavkov u Brna (Duitse vertaling:
Austerlitz), een stad in Zuid-Moravië, zo'n 20 kilometer ten oosten
van Brno. Tjechië dus. Lodewijk Napoleon (de broer van Nappie en op
dat moment koning van Nederland) veranderde de naam Marmontberg in
Pyramide van Austerlitz. Het bouwwerk werd in de loop der tijden een
paar keer gerestaureerd, de laatste restauratie dateert van 2012.
Iets soortgelijks staat in het Belgische Waterloo: spoedig na de Slag
bij Waterloo (1815) gaf koning Willem I opdracht voor het bouwen van
De Leeuw van Waterloo, een piramideheuvel op de plek waar Napoleon
verslagen werd.
Als je de naam “Utrechtse Heuvelrug” hoort kan het gaan om de gemeente met die naam of om een grote zandrug in het landschap ruwweg tussen Huizen en Rhenen. De Utrechtse Heuvelrug heeft meerdere “toppen” boven de 50 meter. Kampioen is de Amerongse Berg die 69,2 boven het zeewater uitsteekt. De Grebbeberg mag je ook tot de Heuvelrug rekenen. Bos, heide en enkele stuifzanden, in totaal ongeveer 23.000 hectare. Een deel daarvan, zo'n 10.000 hectare, vormt het Nationaal Park de Utrechtse Heuvelrug. En het ontstaan? Eigenlijk net zoals alle stuwwallen in Nederland ontstaan zijn: 150.000 jaar geleden, voorlaatste ijstijd (het Saalien), bulldozereffect van gletsjers en smeltend ijs dat voor ijssmeltwaterdalen zorgde. Een beetje wind in de volgende (en laatste) ijstijd zorgde voor een aantal prettige zandverstuivingen. Archeologen hebben in de buurt van Doorn sporen gevonden van een jagersnederzetting uit omstreeks 5.000 vC.
Echt grote veranderingen in het landschap werden aangebracht tijdens de Middeleeuwen. De ontbossingen begonnen al in de vroege Middeleeuwen door het winnen van hout. In de 18de eeuw was de Heuvelrug nagenoeg één groot heideveld geworden. Ook was een groot deel van het gebied sinds de 13de eeuw ontgonnen voor turfwinning. Van dit nieuwe landschap werd in de 17de en 18de eeuw goed gebruik gemaakt door de aanleg van nieuwe buitenplaatsen. Sommige van deze buitenplaatsen zijn nog steeds bewoond of te bezichtigen. Eind 19de eeuw werden de eerste villaparken opgericht; dit leidde samen met het grote aanbod van heide en bossen tot een flinke stroom toeristen naar de Heuvelrug. Ook keizer Wilhelm II van Duitsland leefde zijn laatste jaren in het mooie kasteel Huis Doorn.
Vervolgens kwamen we op een landgoed terecht met de naam “Den Treek-Henschoten”. Beetje apart natuurgebied, want de 2000 hectare zijn geheel in particuliere handen. De dubbelnaam komt voort uit het samengaan van twee landgoederen in 1935. Je raadt het al: Den Treek (eigendom van de familie De Beaufort) en Henschoten (familie Van Asch van Wijck). In 1973 werd een nieuwe besloten vennootschap opgericht. Het doel van de BV werd omschreven als “de instandhouding van de familiegoederen Den Treek en Henschoten met hun landerijen en opstallen, hun bossen, beplantingen en woeste gronden, hun wegen en wateringen, met bijzondere zorg voor het behoud en de ontwikkeling van het aan die landgoederen eigen natuur- en landschapsschoon en hun recreatieve waarden alsmede voor het behoud en herstel van de naar hun aard op de landgoederen thuishorende flora en fauna.”
Een paar kilometer verderop, ergens in de Zeister bossen tussen Austerlitz en Soesterberg kwamen we het gedenkteken van Rijwielpadvereniging UMO tegen. De obelisk is een herinnering aan het vijftigjarig bestaan van rijlwiepadvereniging Utrecht Met Omstreken. Niks bijzonders dat monument, alleen toen we na bezichtiging wilden wegrijden hoorden we een keiharde knal. Van binnen- en buitenband van het kleine Chinese Wonder Op Twee Wielen was niet veel meer over en voor W werd het 3 kilometer schuivend lopen naar de dichtstbijzijnde fietsenmaker in Soesterberg. Ik had de vrouw van de fietsenmaker al emotioneel voorbereid op de mega-order die in het verschiet lag, maar het mens bleef rustig: laten we eerst maar eens kijken of we de juiste bandenmaat in huis hebben. Kort samengevat: anderhalf uur na het exploderen van de banden, een boodschappenrondje bij de plaatselijke Plus en een terrasje kon W (na afdracht van € 42,00) het stalen rosje weer bestijgen en konden we al snel op de camping met de familie van W (dus ook familie van mij, want aangetrouwd) aan de borrel en daarna aan de bbq. Een ieder vond de aangeboden artikelen in de vorm van spijs en drank goed binnen te houden.
V:197.546; A: 197.655. Rijtemperatuur: 21 graden, wisselend bewolkt. Later op de dag wat frisser met aanvankelijk een paar spetters. Zon op/onder: 05:44/21:45 (gegevens Soest). Een mooie dag vol fietsenmakersavonturen, we hadden ze al een paar weken gemist. En morgen? Morgen is er weer een dag en veel delen van de Utrechtse Heuvelrug zijn ons nog onbekend.