noordpolderzijl

noordpolderzijl

dinsdag 11 juli 2023

de alve stêden – 6: ijlst en sneek

Het was mooi in Friesland: ruimte en geen gebrek aan water. Friesland bestaat voor ongeveer een derde uit water. De provincie wordt niet voor niets internationaal geroemd om haar vele meren, waterwegen en open landschap. Met de vele prachtige dorpen en steden tussen al die waterwegen in, is het een geliefde plek voor watersporters. Drijfveer achter de aanlegplaatsen is Marrekrite. Volgens de website van het samenwerkingsorgaan van de Provincie Friesland en een groot aantal gemeenten kunnen elke dag meer dan 3.500 schepen een vrije aanlegplaats vinden op bijna 300 locaties. Schepen mogen dan maximaal 3 dagen gratis aanleggen (op dezelfde plek). Doel van de Marrekrite (dat al bestaat sinds 1957) is “het Friese waterland recreatief/toeristisch zo goed mogelijk laten functioneren, waarbij tevens rekening gehouden wordt met de belangen van landschap en natuur”. Naast het beheren en onderhouden van vrije ligplaatsen hoort ook maaien, snoeien en het afvoeren van recreatieafval tot de taken evenals het uitvoeren van kleinschalig baggerwerk om de ligplaatsen bereikbaar en toegankelijk te houden. Bijgaande foto stamt uit 2001. Even wat anders: we zagen een prachtige motorboot met aan een touwtje dobberend zo'n opblaasbaar bijbootgeval. Naam: Rubbertje.

Dan nog een ding: tijdens onze fietstochten kwamen we regelmatig een spoorlijntje tegen. Als je naar bijgaande kaart kijkt moet dat stom toeval geweest zijn, immers: er zijn maar een paar spoorlijnen in Friesland te bekennen. Natuurlijk heb je de lijn die Leeuwarden met Zwolle verbindt, onderdeel van Staatslijn A (Arnhem – Leeuwarden), gereed 1868. Dan heb je Leeuwarden – Stavoren. Hier heb ik al eerder over geschreven toen ik het had over de veerdienst Stavoren – Enkhuizen (klikkerdeklik). Voornaamste reden voor de aanleg van dat lijntje was de verbinding met Amsterdam. En dan heb je nog Harlingen – Leeuwarden – Groningen, dit traject maakte oorspronkelijk deel uit van de staatslijn B, een lijn die conform de Wet op de Aanleg van Staatsspoorwegen van 18 augustus 1860 door de staat werd aangelegd tussen Harlingen (Haven) en Nieuweschans. De spoorlijn werd later doorgetrokken naar de Duitse stad Leer. Staatslijn B is nooit zo'n groot succes geweest. De bedoeling was dat er een goede verbinding tussen Engeland en Noord-Duitsland werd gecreëerd. Harlingen was rond het midden van de negentiende eeuw als haven over zee beter bereikbaar dan Amsterdam en Rotterdam, maar de politiek koos voor het westen en het geld rolde daarna ook die richting uit. “Schakel tussen Engeland en Eurazië” is Harlingen dus nooit geworden. Wat wel bleef is een spoorlijn, tegenwoordig wel verknipt in een aantal delen: een paar keer overstappen dus als je van het westen van Friesland naar het oosten van Groningen wilt. 

dinsdag 11 juli: @ home

De laatste twee steden vandaag op weg naar ons stenen huis. Opgebroken in Leeuwarden (kijk nog even naar de foto's van onze camperplaats; ziet er onbewoond uit, maar op maandagavond volle bak!), de bus geparkeerd in Irnsum op een stil parkeerterrein bij een nog stiller voetbalveld en de afsluitende etappe Sneek – IJlst gefietst.


Sneek, of Snits: we zijn weer terug in de gemeente Súdwest-Fryslân (bekend van de twee accenten én het koppelteken). Grootste plaats van deze gemeente en derde van de provincie. Zeg je Sneek, dan zeg je Sneekweek, Skûtsjesielen en Waterpoort. Slechts weinigen weten dat Sneek gedurende anderhalf jaar (augustus 1498 tot maart 1500) de officiële hoofdstad van Friesland was. Eigenlijk verdient Sneek het niet om er snel doorheen te fietsen, maar deze keer kan het niet anders. Schrale troost: we zijn er vaker geweest en komen ongetwijfeld nog een keertje terug. De fontein van Fortuna volgens VisitFriesland:
Op een gouden bol midden in het water staat een man met een Hoorn des Overvloeds. Het beeld verwijst naar Fortuna, de godin van het geluk en de schutsvrouwe van steden, families en volkeren. De overvloeiende hoorn symboliseert de materiële welstand van de gelukkige die ermee in aanraking komt. Maar de gouden bol draait voortdurend om zijn as, zodat het water, net als de toestroom van het fortuin, een onberekenbare kracht wordt. De overvloed die zich toevallig over ons uitstort, kan ons door het lot even snel weer worden ontnomen. De wisselvallige aard van de Hoorn des Overvloeds weerspiegelt zich in de ambivalente gezichtsuitdrukking en neutrale kleding van de man. Je kunt er geen duidelijke gevoelstoestand of iets persoonlijks in ontdekken. Zijn onbestemdheid maakt dat wij de fontein van Fortuna ervaren als een tegenpool die de mens met zichzelf confronteert. Hij roept de vraag op wat we nu eigenlijk waarnemen en wat leven betekent. Tegelijk beseffen we dat geen enkel antwoord definitief kan zijn”. Stephan Balkenhol heeft het kunstwerk gemaakt.

Nog even voldoen aan een verzoekje: buuf C heeft volgende week een huisje gehuurd in de buurt van Sneek. Of we even willen kijken of het wat is. Tuurlijk buuf C. We doen ons best, maar resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Telt toch ook voor de tekst op bijgaand tegeltje?

IJlst een stad? Jazeker, al zou je niet snel stad zeggen tegen het ruim 3000 inwoners tellende plaatsje. Maar je weet het: een stad is alleen stad als er stad op staat, of zoiets. Eigenlijk is het historische gedeelte van IJlst een lange gracht, met daarlangs meest lage huizen met mooie oude geveltjes. Telde twee kerken, een gereformeerde en nog een waarvan ik de gezindheid niet meer weet. En een rare fabrieksschoorsteen, maar daarover zo meer. Opvallend zijn de tuinen die aan weerszijden van de Eegracht liggen, zogenoemde overtuinen. Ze horen bij de huizen, maar de straat ligt ertussen. De bewoners moeten oversteken om op een bankje aan het water te gaan zitten. Dat ongemak wordt aan de achterkant ruimschoots gecompenseerd. Diepe tuinen komen uit bij de vroegere verdedigingsgracht die rondom het oude stadje ligt, daarachter strekken zich tot aan de horizon de weilanden uit. Lekker wonen hier, als je van ruimte houdt. Voor W is het absoluut geen woonomgeving: ze houdt van bossen. Ik vind de omgeving schitterend, maar spreek geen Fries. 

Hoewel IJlst niet de bekendste Friese stad is, kent bijna iedere Nederlander van zekere leeftijd de naam IJlst, vanwege de producten die hier ooit vandaan kwamen. Vaak zijn zijn/haar/anders eerste paar schaatsen, de bekende ‘houtjes’, door de IJlster firma Nooitgedagt gemaakt. Ja, de mijne ook, al heb ik er geen prettige herinneringen aan: ze zaten altijd dwars onder mijn voeten. Mijn schoonvader zweerde bij een ander product uit IJlst: een beitel van Nooitgedagt, je bent timmerman of niet. Een erg groot exemplaar siert de rotonde bij het station van Ariva (zie foto bij de vorige alinea). Prima kwaliteit dat spul uit IJlst, maar dat mocht niet baten: Nooitgedagt overleefde de 20ste eeuw ternauwernood, maar in 2003 sloten de deuren definitief. Van de productiehallen die ooit in het hartje van IJlst stonden, rest er nog eentje. De schoorsteen van de stoommachine die de machines aandreef is er ook nog, een kunstenaar bracht hem weer op de oude hoogte met een transparante stalen constructie.

Rest ons een laatste fontein: De Onsterfelijke Bloemen – Rikka in IJlst. (Nee: weet ook niet wat Rikka met die bloemen te maken heeft).  VisitFriesland aan het woord:Volgens Shinji Ohmaki vormt cultuur zich, net als de natuur, laag op laag. Nieuwe generaties bouwen steeds weer voort op een grote onderlaag die niet verdwijnt. Precies zoals ook de stad IJlst is ontstaan. De oude, grotendeels verwilderde stinsenplanten zijn tekens van die onzichtbare onderlaag en van de rol van de mens bij de ontwikkeling daarvan. De fontein ‘Onsterfelijke bloemen - Rikka’ verbindt bloeiende stinzenplanten als element uit de Friese natuur met een oude vorm van Japanse bloemschikkunst, Ikebana. Hij symboliseert de eeuwige verbintenis tussen mens, cultuur en natuur.”

Elf fonteinen in de elf Friese steden, ontworpen door elf kunstenaars uit elf verschillende landen. 11Fountains is een internationaal kunstproject voor Leeuwarden-Fryslân 2018, culturele hoofdstad van Europa. En met IJlst hadden we ook alle elf steden gehad. Mooie steden die al eeuwenlang bestaan, maar pas echt wereldberoemd werden door de Alvestêdetocht, de Elfstedentocht. De tweehonderd kilometer lange schaatstocht over natuurijs wordt georganiseerd door de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden. Vanwege de afstand en vanwege het heroïsche karakter wordt de Elfstedentocht ook wel "De Tocht der Tochten" genoemd. Voor het eerst (officieel) in 1909 gereden, kan hij alleen georganiseerd worden als er genoeg ijs ligt. In totaal is de tocht tot nu toe vijftien keer verreden. De laatste keer was in 1997. Gezien de opwarming van de aarde zal dat waarschijnlijk ook de laatste keer zijn geweest. Wij hebben het met de camper gedaan én met de fiets. Was een leuke tocht, een aanrader! Vijf “rondjes” gefietst en toch alle elf steden (en de fonteinen) bezocht. Ons laatste rondje was iets minder dan 50 kilometer.


Een jaar geleden zouden we zeggen “det var en annan stor dag”, maar toen zaten we in Zweden. Vandaag zeggen we "It wie in moaie dei". Nu een paar dagen een pas op de plaats. Woensdag komen deze dames optreden op het museum, moet ik toch bij zijn? V: 196.928; A: 197.143. Rijtemperatuur: 's morgens naar Irnsum 21, later naar de Achterhoek oplopend tot 30 graden. Zon op/onder: 05:26/21:51 (gegevens Lichtenvoorde).