noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 28 april 2017

even over de grens 2

vrijdag 29 april: @ Raesfeld

De slotkerk vond om 7 uur vanochtend dat één van ons tweetjes er uit moest om de kachel aan te zetten: binnen was het 5 graden en buiten zal het ongetwijfeld gevroren hebben. W was nog bezig met een slaapinhaalslag, dus je hoeft niet te raden wie het knopje van de Truma een zwieper gaf.
Samen met nog vier andere campers de (rustige) nacht doorgebracht: 2 met een D op de kentekenplaat en de rest had een geel nummerbord. Het is tenslotte meivakantie is ons land. Iedereen had gisteravond gedonder met het vinden van de Astrasateliet, gelukkig hoeven wij aan die schoteldans niet mee te doen. Ons hotspotje levert voldoende power om “elementaire en noodzakelijke” uitzendingen op het tablet te kunnen zien. Zo heeft W de afgelopen weken de bronstige boeren kunnen volgen en hebben we samen kunnen zien dat de oudjes er bijna en toch ook helemaal waren (was het geen herhaling van 2015?). Af en toe een beetje journaal en Nieuwsuur maken het tv-feest compleet.

Tegen half elf was het ontbijt achter de kiezen en hadden we twee dingen op ons todolijstje staan: de Isselquelle en de Femeiche. We wisten toen nog niet dat het een heel avontuur zou worden.
Een foldertje met een aantal fietsroutes rond Raesfeld vormde de basis voor ons fietstochtje. De F7 (Tour durch den Dämmerwald) liet vooral bos zien. Het lijkt een beetje primitief: die geverfde aanduidingen op bodem en palen, maar het werkt fantastisch. Alles op ooghoogte dus geen paaltjes met een knooppuntnummertje-met-pijltje verstopt in een ruig begroeide berm. Wat opviel was de stilte in Staatsforst Dämmerwald: kilometers lang geen auto te horen, alleen het gefluit van de vogels en het gepiep van een van de fietsen, snakkend naar een drupje olie. De bonte specht die ons gisteren beloofd was liet zich vandaag zien.

We zitten in het stroomgebied van de Oude IJssel, in Duitsland Issel genoemd. De bron (Isselquelle) ligt iets ten noorden van Raesfeld op een hoogte van 55,5 meter. 82 Kilometer later mondt de rivier, aangevuld met het water van een paar zijriviertjes (waarvan de Bocholter Aa, ook Aa-strang genoemd, de belangrijkste is) bij Doesburg uit in de (Gelderse) IJssel.
 
 
 
Bij de Isselquelle (voorzien van parkeerplaats, picknickbank en infobord) sloeg het noodlot toe: ne platt’n. In gewoon Nederlands: een lekke band. Niet zo’n halfzachte die je elke kilometer nog op kunt pompen en waarmee je voorzichtig verder kunt rijden, nee: een echte platte, waarbij je na elke draai van het wiel het ventiel op de weg kunt horen bonken. Lopen dus naar Raesfeld naar de Werkstadt die op elke routekaart van de VVV reclame maakt (veel lekke banden in deze buurt?). Het werd een wandelingetje van 3,5 kilometer. Voor de liefhebbers: afstand = aantal_stappen x 0,71 meter, dus zeg maar 5.000 passen van de Quelle naar het centrum van Raesfeld; da’s dus de helft van het “dagelijkse moeten”. W had inmiddels de fietsenmaker voorbereid op de enorme klus die hem te wachten stond en terwijl de harde werker zijn arbeid verrichtte konden de uitgewerkten bij de Rewe genieten van de Kaffee-mit-Kuchen (en wat voor Kuchen!).



Toen we een (dure) buitenband, een (goedkope binnenband) en het werkzweet hadden afgerekend (een bedrag waarvoor de nodige kratjes bier kunnen worden aangeschaft) en de tocht wilden voortzetten, zakte W door haar zadel (schroef afgebroken, een vaker voorkomend probleem: (her)lees eventueel http://berrynales.blogspot.nl/2016/03/op-naar-de-zon-6-regen-en-zon-in-los.html). Deze reparatie had voor onze fietsenmaker wat minder voeten in de aarde en was ook een stuk portemonneevriendelijker. Wij konden fijn verder flanietsen (het woord komt van Suus van ElenEs, een website met leuke reisverslagen).
Restte nog één Raesfeldhoogtepunt: de Erler Femeiche, een van de oudste bomen van Duitsland. Schattingen over de leeftijd van het inmiddels holle boompje (al sinds een paar honderd jaar hol van binnen) lopen uiteen van 600 tot 1500 jaar. Gangbaar wordt aangenomen dat de boom even oud is als Karel de Grote nu zou zijn ware hij niet gestorven. Met je basisschoolkennis weet je nog net dat Kareltje iets voor 750 het levenslicht zag (het gekke is dat men wel dag en maand weet, maar het exacte jaartal niet; maar dit even geheel terzijde). Dus moet het boompje ruim 1250 jaar oud zijn. Hoe oud ook: zonder stut en steun staat de zomereik niet lang meer rechtop.


De naam Feme Eiche verwijst naar het feemrecht dat tot 1589 onder deze boom werd gehouden. Het feemrecht is een door Karel de Grote ingestelde volksrechtspraak die in de open lucht onder een boom (meestal een eik of een linde) plaats vond. Een Freiherr, geassisteerd door zes Schöffen (assistenten/schepenen), behandelde ernstige misdaden zoals moord, roof, brandstichting en mijneed. De veroordeelden konden het meestal niet lang navertellen: ze eindigden over het algemeen met een stukje touw (in de vorm van een lusje) om de nek aan een passend boompje. Het hoogtepunt van het feemrecht lag aan het einde van de middeleeuwen.


Het was (ondanks of misschien wel dankzij alle ellende) weer een fantastische dag vandaag. We hebben het droog gehouden tijdens onze schitterende fietstocht en binnenkort kun je ongetwijfeld nog meer “even over de grens”-jes lezen. Morgen nog eventjes een kleine 40 kilometer rijden. Tenslotte: of het bier ook warm is wordt op het bord niet vermeld:

 


 

 

donderdag 27 april 2017

even de grens over

donderdag 27 april: @ Raesfeld

Puzzeltje laten wassen: 2,5 man van Carwash Lichtenvoorde zijn er bijna een half uur mee bezig geweest, Puzzel mag namelijk niet in de wasstraat en wil dus graag helemaal met de hand gewassen worden. De jongens van Carwash fixen dat voor € 25,00. Een gewassen buscamper dus en even geen verplichtingen tot zaterdag, dat biedt perspectieven.
We hadden nog een belofte aan onszelf in te lossen: “Een algehele ongesteldheid van B zorgde er voor dat we wel even Raesfeld bezocht hebben, maar al snel weer in het Puzzeltje zaten met als eindbestemming “thuis” [….]. Raesfeld is één van onze eerste bestemmingen in het nieuwe jaar.”
 
 
 
 
 
(Her)Lees eventueel http://berrynales.blogspot.nl/2016/11/herfstkleuren-in-de-harz.html. Nu staan er al wel 46 overnachtingen in ons camperspreadsheet van 2017, maar vooruit: voor de gemiddelde Nederlander is het camperjaar pas begonnen.
Raesfeld dus: we hebben net de 65e verjaardag van de “stellvertretende Bürgermeister der Gemeinde Raesfeld, Hans-Dieter Strothmann” gemist (de 26e april), maar we hebben genoeg te stellen met andere jarigen. W heeft vandaag letterlijk de handen vol aan Willem-Alexander en zijn bezoek aan Tilburg: ik rij en W kijkt tv op haar smartphone, fijn zo’n onbeperkt internetabonnement van T-Mobile, wel een beetje “stotteren” bij de grens en niet overal een vlekkeloze verbinding in de Duitse binnenlanden, maar het is redelijk te volgen.

Raesfeld: eerste vermelding dateert uit 889. Het serieuze “slotje-bouwen” begon rond 1100. Rond 1650 werd de burcht omgebouwd tot Residenzschloss in de Renaissancestijl. Het is een Wasserburg, hetgeen wil zeggen dat het kasteelcomplex direct is omgeven door een brede gracht. De buitenmuren zijn meteen de belangrijkste verdedigingswerken.
We staan op camperplaats “Graf Alexander” (code Campercontact 41182): 8 plaatsen, 8 € per nacht en 1 € voor 12 uur stroom (er zijn overigens mensen die zeuren over het feit dat ze hier moeten betalen, terwijl je alle voorzieningen hebt, inclusief toilet). De camperplaats heeft zijn naam te danken aan Alexander II von Velen (1599 – 1675), graaf van het Heilige Roomse Rijk, Baron van Raesfeld en Bretzenheim, Heer van enz. enz. (info uit het foldertje “historische gegevens over de burcht Raesfeld). Hij was het dus die de burcht ingrijpend heeft laten verbouwen en er ook een Tiergarten heeft laten aanleggen, maar daarover direct meer.

Volgens W heb je een stappenteller niet voor niets en nadat we door de aardige juffrouw van het FremdenVerkehrsAmt waren voorzien van het nodige foldermateriaal – en ik even een snelle blik had geworpen op een tentoonstelling over elektriciteitsleidingen (zowel boven- als ondergronds) – op pad voor een route rood-blauw-groen-geel (samen “ausgeschildert” met de code A1) dwars door de Historischer Tiergarten achter het slot. We verwachten in eerste instantie nog even giraffen, olifanten en misschien een verdwaalde neushoorn aan te treffen, maar dat was helemaal mis gedacht: “Nehmen Sie einen Fotoapparat mit. Nicht selten begegnen Ihnen – je nach Jahreszeit – Rotwild, Specht, Reiher (reiger), Blindschleiche (hazelworm), Ente oder auch ein Eisvogel!”. Tja: “nicht selten”, nur vandaag niet. Een eekhoorn wipte nog even over de weg en een zwart-wit eendje (een Nonnetje volgens W) dobberde op het water, maar de rest van het beloofde gespuis was niet te bekennen. En beesten als giraffen hebben hier nooit geleefd. Het is/was een park voor reeën en herten, de wilde zwijnen hebben ze afgeschoten, want ze maakten teveel stuk. Weiden, meertjes, bossen en heidevelden en de “Wellbrockquelle” maakten het feest compleet. Het was wel een schitterende wandeling. Net over de grens, een kleine 40 kilometer van ons huis vandaan, maar nog nooit gezien. Als het weer zo blijft als vandaag wordt het morgen fietsen rundum Raesfeld.


 
 

zondag 23 april 2017

bentelo en appelscha

donderdag 20 april: @ bentelo

Even twee daagjes alleen er tussenuit: W heeft teveel verplichtingen met teveel vriendinnen (mijn woorden, niet de hare). Kan ik kennismaken met twee relatief nieuwe camperplaatsen. Gasflessen (laten) vullen – 16 kg opgestookt in zes weken, valt toch mee? – en op naar Bentelo. De route ging vlak langs Mariaparochie, waarbij opgemerkt moet worden dat dat gehucht er eerder was dan Herman Finkers maar dat even geheel terzijde.
https://www.youtube.com/watch?v=-tfbS0kO2pU
 
En als je dan denkt dat je "Kroamschudd'n in Mariaparochie echt kent, volgt hier de test:
http://www.upcoming.nl/kim/15420/hoe-goed-ken-jij-het-twentse-kroamschuddn-in-mariaparochie.

Een paar kilometer buiten Bentelo ligt CamperCamping Bentelosche Esch (code Campercontact 50505), een plek waarvan je zegt “Daar klopt alles!”, ofwel: gewoon een topplek. Wifi, toiletten, douches, afwasplekken, kantine en keuken: perfect in orde en gloednieuw. Uitstekend uitgangspunt om te fietsen en te wandelen. Tijdelijke aanbieding 12 € all-in. En Bentelo zelf? Daar valt niet veel meer over te vertellen dat er op 18-11-2016 een mannenoverschot was (865 mannen tegen 860 vrouwen); bron: Wikipedia. Mooi weer, dus stoeltje buiten en e-reader aan, net als de vijf andere campers.
vrijdag 21 april: @ appelscha

Met schaamrood op de kaken moet ik bekennen dat ik Appelscha in de verkeerde provincie geplaatst heb: ik twijfelde nog tussen Groningen en Drenthe, maar koos voor Groningen. W vond dat de plaats bij Drenthe hoorde. Beiden fout: hier wappert fier de Friese vlag (Friesche Vlag is wat anders maar ziet er hetzelfde uit). Het misverstand is overigens verklaarbaar: aan de Friese kant waar zo ongeveer de grenzen van de genoemde drie provincies elkaar raken horen we Appelscha te situeren.
Appelscha: bekend van bezoekerscentrum Drents-Friese Wold van Staatsbosbeheer en attractiepark Duinen Zathe (waar deze winter het oude verkeerscircuit van Assen is opgebouwd; Verkeerspark Assen heeft dus een tweede leven gekregen).

Ik kwam echter voor het bezoekerscentrum noch voor Duinen Zathe, maar voor Camperplaats Appelscha (code 49872) en zal er ongetwijfeld nog een keer terugkomen, maar dan samen met W: aan de ene kant het Drents-Friese Wold (dus wandelen en fietsen) en aan de andere kant de dorpskern, waar je echt niet van honger of dorst hoeft om te komen. Erik (de eigenaar) is nog druk om eigenhandig het sanitair aan te leggen. Op zijn Haags: de schijthuispijpleidingen liggen er al, nu de dozen nog een plekkie geven. Uniek is overigens dat je op de website (http://www.camperplaats-appelscha.nl/) kunt zien hoeveel van de 10 plekken er bezet zijn, sensoren op de stroompaal tasten de camperplek af. Toen ik er was klopte het precies: vijf van de 10 plekken waren bezet en de juiste nummers werden op de website weergegeven. Overigens voor de jongens met een hele grote: op plaats 9 en 10 zal je camper niet passen (wat aan de korte kant). In mijn eentje 11 € (inclusief stroom).
In de middag begon het te regenen en dan ga je nadenken over alle vreemde dingen in deze wereld. Vandaag waren rare woorden aan de beurt: volledig, bitterzoet, waterland, gasolie, traplift, huurkoop, waterijs. Het kostte behoorlijk wat moeite om het geleerde op de oude kweekschool weer boven water te toveren: basaltwoorden, woorden die een innerlijke tegenstrijdigheid hebben (afgeleid van bas-alt). Bijna net zo’n nutteloze informatie als het weetje dat de Italiaan Pellegrino Turi in 1808 een houten schrijfmachine bouwde voor zijn blinde vriendin (ooit moeten leren om het Staatsdiploma Leraar Machineschrijven te kunnen halen). Waartoe regendruppels op het camperdak al niet kunnen leiden. (Leiden – lijden, weiden – wijden; tijd voor een nieuwe regenbui èn een nieuw campertripje).

zaterdag 22 april: @ home
V: 91.196 (donderdag); A: 91.503 (zaterdag)

dolen 10: dat was het weer

dinsdag 18 april: @ home

Eventjes uitgedoold. De laatste 175 kilometers (van Delft naar huis) verliepen als de andere 6.513 die we sinds 7 maart op de teller hebben staan: vlotjes. Het voorjaarsreisje kwam door een sterfgeval in iets ander vaarwater terecht dan de beoogde ankerplekken, zes weken Spanje kreeg een iets andere invulling: eventjes een paar mooie weekjes Frankrijk en Spanje (Ebrodelta, Fallas in Valencia), snel terug, handjes schudden en daarna Duitsland in, om tenslotte de “grote voorjaarstocht” in Nederland af te sluiten. Ondanks de snelle route-aanpassingen en de temperatuurverschillen (het kwik komt in Spaanse thermometers gewoonlijk hoger te staan dan in die apparaatjes die in Duitsland en Nederland hangen), eigenlijk een heel geslaagde reis. W heeft geen blauw oog, ik heb (bijna) al mijn tanden nog en er is geen sprake van een flitsscheiding. En dat alles op een paar vierkante meter waar we in het gangpad tijdens het passeren de Schokkerdans moeten uitvoeren. Voor wie niet op de hoogte is van dit stukje cultureel erfgoed: https://www.youtube.com/watch?v=nEZ0XGMAFdU.

“En wat hebben jullie dan in Duitsland gedaan?” vroeg junior mij. Toen ik antwoordde met “Luther achternalopen”, keek hij me zeer verbaasd aan. Wel gehoord van de man, op school ongetwijfeld genoemd, maar tegenwoordig andere interesses. Ach, laten we maar zeggen dat hij van de generatie is die denkt dat Michiel de Ruyter de uitvinder is van de chocoladevlokken.

De wereld ziet er anders uit dan zes weken geleden, zo ook de achtertuin.


 
Even een paar dagen mantelzorgen en vrijwilligerswerk, dan kunnen we weer tegeltjeswijsheden semi-intellectueel onderbouwen, ofwel: op stap, ervaringen op- en frustraties van ons afschrijven, maar dan in een beperkte cirkel rundumhause.

V: 91.021; A: 91.196

maandag 17 april 2017

dolen 9: pasen in delft

vrijdag 14 tot en met maandag 17 april: @ Delft

Een uitnodiging voor een brunch op Tweede Paasdag in een leuke strandtent bracht ons naar Delft: in de buurt van dochterlief (en schoonzoon en kleinkind), altijd leuk. Vooral als je weet dat je op camping Abtwoudsehoeve van harte welkom bent. En om W tevreden te stellen: voldoende (onbekend en bekend) programma of we verzinnen wel wat. En met een "vaasje" bloemen op tafel (gekregen van kleinzoon) ziet de wereld er meteen een stuk zonniger uit.

 
vrijdag 14 april
Op zich vreemd om in Weesp te zitten, naar Delft te moeten en dan in Muiden een Lidl op te zoeken. Ome Tom is met al die werkzaamheden aan de A-weetikveel even helemaal de kluts kwijt en na het negeren van voorgesteld zwemgedrag, viaduct-afspring-suggesties, veertien keer “keer om!” en meer van dat leuks kwamen we dan toch bij onze vaste vakantiesuper aan om de koelkast en zo weer voor een paar dagen te vullen. Nog voor de middag konden we ons installeren op een leuk veldje met superuitzicht, alleen had men ook vandaag vergeten de buitenkachel aan te steken. Lunchen met dochterlief en kleinzoon en met een slingerend kind (ik ben vier en kan al zelf fietsen) naar een speeltuin annex terras in het Delftse Hout getogen.

Toeristisch terug via de Ackerdijkse Plassen (een mooi vogelgebied langs de A13) en we konden ons weer overgeven aan het avondprogramma, waarin ik me onder meer verdiept heb in het schitterende lied

Aan de oevers van de Rotte
Tussen Delft en Overschie
Zat een kikvors luid te wenen
Met een zuig’ling op haar knie.
Hoe het verhaal afloopt is afhankelijk van de versie van het lied dat je hanteert: soms delft de ooievaar het onderspit, soms is de jonge kikvors een smakelijk hapje, een enkele keer (de studentenversie) wordt het ronduit goor, maar dat even geheel terzijde. Het gaat erom dat de Rotte helemaal niet loopt tussen Delft en Overschie, daar loopt de Delftse Schie. Twee fietsroutes zullen hieromtrent de komende dagen duidelijkheid moeten scheppen.

 


V: 90.927; A: 91.021
zaterdag 15 april: over vier verschillende Schieën

De kikvors en de ooievaar waren er de oorzaak van: een fietstocht naar Rotterdam, Delfhaven en Schiedam en W wat later op de dag nog even naar Delft. Alle vier hebben ze nadrukkelijk met de Schie te maken. Het motto: als het nodig is graven we er gewoon een kanaaltje bij. Maar ter zake: de Schie begon ooit als een natuurlijk zijriviertje van wat nu de Nieuwe Maas heet, maar ooit de Merwede was. Het stroomde bij het huidige Schiedam in de grote rivier. Delft lag aan de Schie. Vanaf 1250 werd langs de Merwede de Schielands Hoge Zeedijk aangelegd. Door de buitendijkse inpoldering die erop volgde schoof de monding van de Schie op naar het zuiden. Dammetje in het water om het water van de grote rivier tegen te houden en voilà: Schiedam ontstaat. Met een dammetje waarbij goederen moeten worden “overgeslagen” is het goed tol heffen en iedereen die de Schie wilde gebruiken van of naar Delft en/of Rotterdam mocht de beurs trekken. Rotterdam had hier al snel veel moeite mee en groef (1343) een kanaal vanaf Overschie om de macht van Schiedam over het scheepvaartverkeer te breken. “Wat Rotterdam kan, kunnen wij ook”, dachten de heren in Delft en met een beetje geploeter kwam er een volgend geultje (rond 1390). Aan de monding daarvan ontstond de nederzetting Delfshaven dat overigens door Delft behoorlijk kort werd gehouden: het mocht in geen geval de moederstad overvleugelen.
Door de rivaliteit van de drie steden omtrent de tolrechten hebben we sinds eind 14e eeuw vier stukken Schie:
1. Delftse Schie
2. Schiedamse Schie
3. Delfhavense Schie
4. Rotterdamse Schie (grotendeels gedemd).
De Schie vormde een belangrijke verbinding in Zuid-Holland: met trekschuiten werden tussen Delft en Rotterdam in de 17e eeuw jaarlijks meer dan 300.000 passagiers vervoerd over de Schie (alleen al stroomafwaarts).





Overigens ging het stuk vanaf Overschie naar het noorden (tot aan Leiden) in 1893 flink op de schop: met behoorlijk wat graafwerk werden Delftse Schie, Delftsche Vliet, Trekvliet en Vliet omgebouwd tot het Rijn-Schiekanaal.



 
zondag 15 april: langs de oevers van de Rotte

Onze dag begon met een paasbrunch op de camping samen met zo’n 40 andere smikkelaars. Uitstekend verzorgd en lekker. Daarna de zwartepietenhandschoenen aan (want behoorlijk frisjes) en op de fiets ontdekken dat de Rotte echt niet loopt tussen Delft en Overschie. Het is een slingerend watertje van zo’n 18 kilometer lang ten noorden van Rotterdam. In de loop der tijden heeft de rivier diverse verandering ondergaan, nu eens kronkelde het linksom, dan weer rechtsom. Hoe dan ook: in de middeleeuwen vormde zich aan de monding van de Rotte de nederzetting Rotta. Het was er echter niet fijn wonen: er vonden regelmatig overstromingen plaats. In 1270 legde men een dammetje van zo’n 400 meter aan om het Maaswater (was het niet Merwedewater?) buiten te houden. Het Rottewater kon via sluizen in de dam vrij uitstromen en ziet: Rotterdam was geboren. Het gebied is lekker toeristisch met veel wandel- en fietspaden. Als je de borden mag geloven kun je ook kanovaren, maar dat zou ik wel op de Rotte zelf doen en niet op het fietspad. Soms een beetje overkill, al die bordjes.

Fietsen is niet altijd een pretje: voor de derde keer deze dag (er kwamen er nog meer - momenten, geen dagen) moesten we schuilgedrag vertonen. Gelukkig was er een uitgebreide dienstregeling om te bestuderen. Ben alleen vergeten van welke buslijn deze nuttige abri deel uitmaakt.


 
Ook de derde nacht viel ons de lichtvervuiling op. Je hebt op de camping echt geen zaklantaarn nodig. Volgens Wikipedia is de definitie van lichtvervuiling:  “verhoogde helderheid van de nachtelijke omgeving door het gebruik van kunstlicht”. Lichthinder is de hinder die mensen en dieren daarvan ondervinden. Tijdens een studiedag in mijn werkzame leven heb ik ooit een lezing van André Kuipers bijgewoond. Hij heeft tijdens zijn ISS-tochtje duizenden foto’s gemaakt en die zijn later aan elkaar geknutseld tot één grote foto van NL bij nacht. Hij heeft er toentertijd een leuk praatje over gehouden. Opmerkelijk is dat onze vorige overnachtingsplaatsjes niet alleen vanuit de camper maar ook vanuit de lucht er donkerder uitzien dan de omgeving van Rotterdam


maandag 16 april: Hoek van Holland en de Tweede Maasvlakte

We kunnen dit weekend ook het weekend van de paasbrunches noemen: vanmorgen werden we opgehaald door dochterlief (en schoonzoon en kleinkind) en meegenomen naar Hoek van Holland waar we in een strandtent (gelukkig wel binnen) aan konden schuiven aan een fantastisch buffet. Het was weer smikkelen geblazen. Na een uitwaaisessie (of uitlaatsessie van kleinzoon, je mag kiezen) even een rondje Maasvlakte 2. Na ons voorlaatste bezoek (fietstochtje in 2012 vanuit Hoek van Holland en met het fietspontje overgestoken) is er veel veranderd: zo is nu onder meer de grote containerterminal vlak bij Futureland volop in bedrijf. Er lag een immens groot schip aan de kade. Zo’n volgeladen containerschip is echt een olifant in een porceleinkast. Ook het informatiecentrum zelf zag er uitgebreider uit, maar dat kan ook alleen een kwestie van gevoel zijn. Pas in 2033 kunnen we zeggen dat Maasvlakte 2 helemaal “af” is. Overigens is er op de 2.000 ha grote Maasvlakte 2 ook plek voor recreatie: er zijn een groot aantal stranden te vinden.

 

donderdag 13 april 2017

dolen 8: oostvaardersplassen en utrechtse vecht

 
donderdag 13 april: @ Weesp

Langzaamaan richting Delft waar we de paasdagen willen doorbrengen. Weesp ligt dan zo ongeveer halverwege. Daar heeft W namelijk een camperplek gespot met de naam “Vecht en Weide”, ongeveer 4 km buiten de oude vestingstad en met een geweldig uitzicht over de weilanden. Code Campercontact 42.269, 12 € all-in en lovende kritieken. Op naar Weesp, maar dan wel via de Oostvaardersplassen, het moet leuk blijven.

W heeft wat met de Oostvaardersplassen, maar kon toentertijd niet lang naar “de nieuwe wildernis” kijken (je weet wel: die natuurfilm uit 2013 van Mark Verkerk en Ruben Smit, ook in drie delen door de Vara op de tv uitgezonden), want heel saai. Het uitzicht over de steppe werd vandaag vanaf de Praambult (zie kaartje) nog verlevendigd door voorbijrazende treinen. Afwisselend overigens: dubbeldekkers en Sprinters, de helft ging naar links (Almere), de andere helft naar rechts (Lelystad). Misschien is het wel de laatste keer dat we de grote grazers gezien hebben. Als het aan de SGP en VVD ligt moet er meer toerisme in het gebied komen, waarvoor de grazers moeten wijken, immers: de toerist wil geen kale vlaktes, maar bomen zien en teveel grazers vreten de bomen op. Volgens deskundigen stort op deze manier het hele ecologische systeem in elkaar: minder grazers -> minder ganzen -> meer riet -> alles groeit vol -> geen ruimte voor flora en fauna. We zullen het blijven volgen.
Buiten is het 9 graden, maar binnen zit ...
Opvallend hoe de opvolgers van de Noordoostpolder (oostelijk Flevoland en zuidelijk Flevoland) een totaal andere look-and-feel hebben dan dat stuk drooggevallen landbouwgrond: het ziet er allemaal veel afwisselender en verzorgder uit. Kwestie van voortschrijdend inzicht?

Op de camperplek in Weesp aangekomen was onze eerste reactie: “Veel te veel voor één dag!” Onze trouwe volgers weten inmiddels dat vooral W van “een programma” houdt. Weesp en omgeving biedt een scala aan mogelijkheden, dus een van de verslagen in de nabije toekomst zal ongetwijfeld over Weesp (en omgeving) gaan. Vandaag beperken we ons tot de Vecht (de Utrechtse Vecht om deze te onderscheiden van de Vecht die door Overijssel loopt, waarbij opgemerkt moet worden dat de Utrechtse Vecht ook door Noord-Holland kronkelt, maar om het ding nu de Utrechtse en Noord-Hollandse Vecht te noemen is teveel van het goede). Het watertje is maar zo’n 42 kilometer lang en komt uiteindelijk uit bij Muiden in het IJmeer.
 
In de Middeleeuwen was de Vecht een zeer belangrijke scheepvaartverbinding tussen (de voorloper van) de Zuiderzee en de Rijn. Vooral Dorestad (Wijk bij Duurstede) heeft er een paar centen aan overgehouden. Tegenwoordig gaat de commerciële vaart over het Amsterdam-Rijnkanaal en probeert men de watersporters op de Vecht te laten dobberen. De Vecht moest dus bewaakt worden en daarom werden er op strategische plekken kastelen gebouwd (Nijenrode en het Muiderslot bijvoorbeeld). De Vecht maakte ook onderdeel uit van de Hollandse Waterlinie.

Ons fietstochtje (langs de Vecht en andere watertjes) begon onder het motto “ook al is het geen weekend schat, ik heb echt wel zin in dat” (vrij naar Robert Long), dus kreeg ik in Nederhorst den Berg een bakje kibbeling (niet zo lekker als het bakkie van zondag want nu een keertje opgebakken om weer warm te worden). We vergaapten ons aan de stulpjes langs het water. Nu weten we dat er in de Gouden Eeuw veel buitenplaatsen gebouwd werden door rijke Amsterdamse stinkerds (letterlijk) om in de zomermaanden de stank, de drukte en de pest van en in de stad te ontlopen, maar in recente tijden is er ook leuk stenen-gestapeld. Het werd een leuk tochtje waar we een blik mochten werpen op Vreeland, Loenen aan de Vecht, Oud-Loosdrecht en Ankeveen (en natuurlijk de bijbehorende plassen). Je kunt bijna zien dat spaarcenten op de bank niets meer opbrengen: overal wordt getimmerd, gemetseld, geschilderd, geknutseld.
 
buitenplaatsen langs de Vecht
 
 
doorkijkje in Loenen aan de Vecht
 
 
 
Het zonnetje werkte mee, nu de kachel buiten nog aan.

V: 90.833; A: 90.927