noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 10 augustus 2024

een tussendoortje 5b: een rondje rond het veluwemeer

Trouwe lezeres H te W uit het verre noorden van het land was gecharmeerd van de varkensfoto's in het vorige blog. Of ik daarover wat meer kon vertellen? Natuurlijk trouwe lezeres H te W. Het gaat om een biologische varkensboerderij in de buurt van Mariënvelde. Het bedrijf is van de families Rouwhorst en Hahné: pa, ma, dochter en schoonzoon (de laatste brengt de naam Hahné in). Beetje zoeken levert de volgende aantallen op: 270 zeugen en 500 vleesvarkens. Naast de biologische varkens heeft de maatschap ook 28 hectare biologische akkerbouw, waarbij het graan en stro als voer en strooisel voor de dieren wordt gebruikt. Als de boeren voor elke foto die van de varkens gemaakt wordt één euro vragen, worden ze binnen de kortste tijd schatrijk. Even terzijde voor mijn mailbox weer vol loopt met vragen in de trant van “ben je gecharmeerd VAN of DOOR iets?”: gecharmeerd VAN is standaardtaal in ons gehele Nederlandse taalgebied. De Belgen zijn gecharmeerd DOOR iets. Bron: https://taaladvies.net/gecharmeerd-door-of-van/.

zaterdag 10 augustus: @ nunspeet

Het Veluwemeer is een van de randmeren rond Flevoland. Zaten we in de voorgaande blogs aan het IJmeer en Gooimeer (op bijgaande kaart de nummers 1 en 2), deze keer aan het Veluwemeer (met cijfer 7 aangegeven). Na de drooglegging van de Wieringermeer en de Noordoostpolder (beide polders sluiten direct aan op het oude land) kwam men tot de ontdekking dat de waterhuishouding niet erg lekker liep: het “oude land” ligt hoger dan het “nieuwe land”. Voortschrijdend inzicht leverde op dat je door de aanleg van een randmeer van voldoende breedte de twee waterhuishoudens van elkaar kunt scheiden zodat je verdroging (in het oude land) en wateroverlast (nieuwe land) kunt voorkomen. Toen er goede ervaring was opgedaan met de randmeren bij Oostelijk en Zuidelijk Flevoland werd onderzocht of het wenselijk was achteraf ook bij de Noordoostpolder een strook water aan te leggen tussen de polder en het oude land van Friesland en Overijssel. Conclusie: wenselijk misschien wel, maar betaalbaar niet. Uiteindelijk heeft men in 2004 besloten ervan af te zien.

Het Veluwemeer dus, een langwerpig watertje dat de Veluwe scheidt van Flevoland en het ligt tussen het Wolderwijd (bij Harderwijk) en het Drontermeer (bij de brug van Elburg) in. Op de kaart in de vorige paragraaf de nummers 6 tot en met 8. Behalve het zorgen voor de waterhuishouding is het Veluwemeer erg belangrijk voor het toerisme, vooral water- en strandrecreatie. Er bevinden zich een groot aantal campings en jachthavens aan en in de buurt van het meer.

Om aan de andere kant van het Veluwemeer te komen gebruikten we het gelijknamige aquaduct bij Harderwijk. Mooi staaltje infrastructuur dat geopend werd in 2003: “De N302 of Knardijk bestaat uit twee keer twee rijstroken, daarnaast is er een dubbel fietspad in een aparte koker. Dagelijks passeren er ruim 30.000 voertuigen en tijdens de spits geldt een geslotenverklaring voor langzaam verkeer” leert Wikipedia ons. Op de plek waar nu het aquaduct ligt lag vroeger een sluizencomplex, de Hardersluis. Toen de sluis in 1954 in gebruik werd genomen was er sprake van “state of art”, maar aan het eind van de twintigste eeuw was het regelmatig een verkeersinfarct: de sluis raakte overbelast. De foto die ik in deze alinea gebruikt heb is van ene “alu909”, met mijn hartelijke dank. Als je het aquaduct “neemt” als fietser of automobilist is het totaal niet spectaculair: gewoon een tunneltje.

Aan de andere kant van het water kwamen we zowaar weer de Knardijk tegen. Vanuit Almere waren we die al fietsend een paar weken geleden ook al tegengekomen (zie eventueel de beschrijving van 28 juli). De Knardijk (met een lengte van 18 kilometer) dankt zijn naam aan de vroegere ondiepte met de mooie naam de Knar in de Zuiderzee. En toen fietsten we zowaar door Oostelijk Flevoland. De polder is aangelegd tussen 1950 en 1957 en heeft een grootte van 540 km2 met als grote plaatsen Lelystad, Biddinghuizen, Dronten en Swifterbant. Direct in het nieuwe land bij Harderhaven een sluis waartegen je “u” moet zeggen, eentje met een verval van 5,2 meter: de Blauwe Dromer. Overigens is de naam van de sluis te danken aan een kunstwerk. Kwam er later pas achter dat dat kunstwerk bij gemaal Lovink er was. En dan ga je googlen en kom je het volgende tegen: “De functionele omgeving van het gemaal staat in scherp contrast met de nutteloze dromer die lui achterover in het water ligt. De naam verwijst naar de drie soorten dijknamen. De waker is de buitendijk die het water tegenhoudt. De slaper is de binnendijk en de dromer is de dijk die landinwaarts ligt.”



Flevoland: de eerste keer dat ik er kwam was tijdens een bezoek aan de Flevohof, zeg maar de voorloper van het huidige Walibi. Heel apart park: een agrarisch themapark met “educatieve attracties rondom het thema landbouw en veeteelt”. Geopend in 1971 en failliet twintig jaar later. Het weinige wat ik me ervan herinner is de immens grote afstanden die je (te voet) moest afleggen, maar ik weet niet of dat wel strookt met de oppervlakte van het park: 150 hectare.
Bezoekers kregen er van alles te zien en te horen over de landbouw en veeteelt. Van kaasmaken tot hoe een aardappel groeit. Een tijd lang was de Flevohof een van de grootste toeristische trekpleisters van ons land. Maar de jeugd van toen wilde na twintig jaar wel iets anders dan informatie over aardappelen en als je attractieaanbod niet modern genoeg is blijven bezoekers weg. De Flevohof werd overgenomen door de Walibi Group, die in 1994 Walibi Flevo opende.


Lange tijd fietsten we door het Harderbos, we mochten lusjes rijden zodat we zo'n beetje alle bomen, moerassen, graslanden en plassen hebben gezien. Heb het idee dat we het kanaal dat door het bos loopt (de Hoge Dwarsvaart) ook minstens tien keer zijn overgestoken. Volgens W kan ik niet tellen. De eerste populieren van het bos werden in 1968 geplant. Op de voedselrijke, zeeklei van Flevoland wilden die krengen wel groeien.
Dode bomen liet men liggen en deze vormden daardoor een voedselbron en woonplek voor planten, paddenstoelen en insecten. Gewoon een beetje laten verwilderen dus. Schijnt verantwoord en modern bosbeheer te zijn.

Na de brug van Elburg reden we de “pittoreske hanzehaven Elburg” in, “prachtig gelegen aan de randzeeën”. De tekst is van de plaatselijke VVV en die jongens moeten natuurlijk hun stadje promoten. Neem van mij aan dat het een ramp was: je kon over de koppen lopen. Wel scoorden we een paar bakjes kibbeling, we waren aan wat eetbaars toe. Bij de strandpaviljoens aan het Veluwemeer aan de Flevokant mocht je eerst een tijdje wachten voor er een plekje voor je vrijkwam en we waren niet in wachtstemming. Gezien het ontbreken van mensen op de foto is bijgaande  poort van Elburg (de Vischpoort) dan ook niet door ons gefotografeerd maar door Mario Hass (zeer waarschijnlijk 's morgens om zeven uur of zo; oeps: kan niet klokkijken!).


Het was nog te vroeg om naar de camper te gaan, dus besloten om een extra lusje aan onze tocht te knopen. Nu ja lusje? Het werd meer een heen-en-weertje. Eerst misten we een fietsknooppunt, vervolgens één of meer bordjes en kwamen uiteindelijk in een mountainbikebos terecht (het rondje rechts op het kaartje). Toen het zand te mul werd om te fietsen en we onze velootjes een paar honderd meter hadden vooruitgeschoven zei W: “we zijn de weg kwijt”, waarop ik antwoordde “nee, we hebben een andere routevariant genomen”. Iets met perceptie en zo. In ieder geval: na 71,7 kilometer kwamen we weer op camperplaats de Zwaan aan. Bijna vijf uur, dus tijd voor de middagstand. Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. Volgens het bevoegd gezag gaan we verhuizen. Je hoort van ons.