noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 23 augustus 2024

nazomertocht 2024 – 2: drie familiecampertjes

Kwam in de bibliotheek van de camping het jubileumboek Zelhem 1200 tegen met ook wat achtergronden over de Meuhoek. Zelhem was tot 2005 een zelfstandige gemeente. Een van de vele verhalen in het jubileumboek handelt over een zonderlinge figuur die aan het einde van de achttiende eeuw in deze buurt woonde, Derk Jan Ten Brinke, een vreemde snuiter met de bijnaam de Spekvos. Over deze man deden vooral vroeger vele volksverhalen de ronde. Hij voorzag met geweld in zijn levensonderhoud en maakte strooptochten in de wijde omgeving. Op 27 maart 1790 is de Spekvos door een buurtbewoner neergeschoten.


Heb gisteren al verhaald over de zeer natte boel die het hier vroeger was. Halle ligt in een gebied dat in oude geschriften reeds wordt aangeduid als “het lage midden van de Achterhoek”. Een vlak land met hier en daar wat hogere zandruggen en zandbulten. Daartussen lagen ondiepe kommen met veenmoeras. Het water bleef daarin staan boven ondoordringbare lagen van leem en oer. De beekjes in dit gebied konden nauwelijks een bijdrage leveren aan de ontwatering. Een zeer verraderlijk en gevaarlijk gebied. Er waren maar een paar manieren om aan de andere kant van die ellende te komen. Een belangrijke doorgangsweg was de Halse rug, een zandrug die loopt van Aalten langs de Hallerdijksbulten en de Vennebulten naar Halle om vervolgens af te buigen richting Hengelo. Het was maar gering, misschien twee meter, maar toch was deze zandrug voor onze voorouders van levensbelang. In de loop der eeuwen zijn duizenden en duizenden mensen over deze rug getrokken. Op doortocht, op jacht en later ook om er een woonplek te zoeken. Onze camping ligt aan de Landstraat. Je kunt je niet voorstellen dat deze weg in vroeger tijden zo’n belangrijke functie had als verbindingsweg. Sterker nog: deze weg groeide uit tot een belangrijke handelsroute vanuit Duitsland in de richting van de Arnhem, de Veluwe en verder naar het westen van Holland. De Landstraat heette overigens in 1829 nog de “Groote weg van Zelhem naar Bocholt". Om je een idee te geven over de verbindingswegen (meestal niet meer dan een krakkemikkig karrenspoor) een afbeelding van een kaart van het Kwartier van Zutphen zoals dat er in 1757 uitzag.

vrijdag 23 augustus: @ halle

Stond er vanmorgen vroeg nog maar één familiecampertje op het terrein, in de loop van de middag werden dat er uiteindelijk drie. Kareltje (moet eigenlijk met een C) was gisteravond al bij ons langs geweest om zijn goudstukken te incasseren. We mochten contanten in zijn buidel werpen of (heel modern) een bedrag op zijn bankrekening overmaken. Kosten voor twee nachten € 52,00, inclusief stroom en geen verborgen bedragen voor douchen en/of afwas en zo. Voor een natuurkampeerterrein een gangbaar tarief.

Na het ochtendritueel, inclusief de afwas, konden we natuurlijk gaan wachten tot alle twaalf wielen verzameld waren. Deden we uiteindelijk toch maar niet: onze billen waren gisteren net gewend aan het zadel toen ze al weer in de ruststand mochten. Komoot en ik hadden dus weer een leuk tochtje gefabriekt. Werktitel: smalle gravelpaden rond Halle. We kwamen weer een aantal verrassende zaken tegen. Wat vind je bijvoorbeeld van “De Goede Herder Kapel” in het buurtschap Veldhoek, met het uiterlijk van een Scandinavisch kerkje? Het gebouwtje is gemaakt van hout dat zo'n tachtig jaar geleden vanuit de haven in Rotterdam naar de Veldhoek is gebracht. We leven dan ergens in het midden van de twintigste eeuw, het kerkje werd in 1951 ingewijd. Jarenlang hoefden de Veldhoekers niet naar Hengelo of naar Zelhem naar de kerk. Maar daar kwam een paar jaar geleden een einde aan. Bekende verhaal van hoge onderhoudskosten die door steeds minder kerkgangers opgebracht moeten worden. Een eenvoudige oplossing is dan het pandje in de verkoop zetten. Binnen een week dienden zich kopers aan. Inmiddels is het een woonhuis.


Volgende highlight: Rijkswerkkamp De Wittebrink. Nog nooit van gehoord.
Het Rijkswerkkamp De Wittebrink werd in 1937 in gebruik genomen in het kader van de werkverschaffing tijdens de crisis van de jaren 30. Verspreid over heel Nederland werden in die tijd kampen uit de grond gestampt om werklozen onder te brengen die tewerkgesteld werden bij het het ontginnen van delen van de heide. Ook op landgoed Enghuizen werden slaapbarakken, een kantine en nog een paar schamele gebouwen neergezet door de Rijksgebouwendienst. De Heidemij had uiteindelijke leiding. We hebben het al eerder gezien bij die werkkampen: in de oorlogsjaren (hier in Enghuizen in augustus 1942) werden de werklozen heengezonden om plaats te maken voor Joodse dwangarbeiders, die begin oktober werden weggevoerd die via Kamp Westerbork in de vernietigingskampen terecht kwamen. Na de bevrijding werden in het kamp voormalige NSB'ers en SS'ers geïnterneerd. Ook sloten de geallieerden er Duitse krijgsgevangenen op. Uiteindelijk is de hele handel gesloopt met uitzondering van de beheerdersbarak, deze is in gebruik als woning. Eigenlijk is er van het hele kamp niets meer te zien. Gelukkig heeft de gemeente Bronkhorst in 2014 nog een potje gevonden om een gedenkbord bij het voormalige kamp te plaatsen. Maar waarom zo'n lullig bord nog 1.000 euro moet kosten is mij een raadsel. Neem aan dat het kunstwerk van oud ijzer niet bij dat bedrag inbegrepen zat.

Bladzijden vol kun je schrijven over de dingen die we tegenkomen. Lyrische verhalen vallen te vertellen over het Achterhoekse coulisselandschap en smalle gravelpaadjes die zich een weg banen door velden met Engels Raaigras links en Zuid-Amerikaans maïs rechts en soms ook omgekeerd. Een tijdlang hadden we een variant: rechts maïs en links de Veengoot (zie foto's). Ik beperk me tot nog één highlight, namelijk de Kruisbergse bossen. Niet omdat in dit bosgebied ten noordwesten van Doetinchem rond het begin van onze jaartelling Romeinen hebben gebivakkeerd, maar omdat het een “aardkundig monument” is. De bossen bevinden zich op een complex van rivierduinen dat zo’n 10.000 jaar geleden door de wind is gevormd uit eerder afgezet rivierzand. Door de aanwezigheid van die rivierduinen zijn er veel hoogteverschillen te vinden zijn. Het hoogste punt ligt op ongeveer 30 meter boven NAP. Hier en daar zijn vennetjes te vinden. De vele sloten zijn in het verleden gegraven door boeren om overtollig water af te voeren. Ben je een beetje kreupel? Geen probleem! Er zijn door het bos verharde paden aangelegd die een route van ongeveer vier kilometer vormen. Dit om rolstoelafhankelijken van het verpleeghuis Den Ooiman en (in mindere mate) het Slingelandziekenhuis te faciliteren. Overigens mag je er ook komen als je wat meer valide bent.


Via onder meer het Lettinkpad (foto van Komoot, duidelijk in een ander jaargetijde gemaakt) ging het camperwaarts, over een paar dagen zeggen we huiswaarts wanneer we het over de camper hebben. Het pad is in 2014 aangelegd. Mooi stukje fietsen: je komt het tegen wanneer je van knooppunt 3 naar 41 fietst (of omgekeerd), je komt langs de Heidenhoekse Vloed en door een natuurgebied dat in 2006 op voormalige landbouwgrond is ontwikkeld en eindigt aan de Nijmansedijk. In dat nieuwe natuurgebied hebben buurtbewoners het Boelekeerlspad aangelegd, een pad van ongeveer zes kilometer lang langs watergangen (zoals de Halsche Vloed) poelen, landerijen, oude en nieuw aangelegde natuur.
Het pad is vernoemd naar de "boelekeerl", een boeman waarmee in vroeger tijden kinderen angst werd aangejaagd om ze op die manier bij putten, sloten en poelen vandaan te houden: “De boelekeerl zit onder ’t vlonder, doarumme meug i-j nooit dichte bi-j ’t water of bi-j de kolk kommen” (in de variant Achterhoeks die men in Halle bezigt). Onderstaande foto heeft in 2019 in het tijdschrift Noaber gestaan. Het bijbehorende artikel kun je vinden op https://www.naober.nl/eropuit/wandelen/wandelen-rond-zelhem-op-het-boelekeerlspad/.


En toen we op Hessenoord terugkwamen stonden daar drie campertjes op ons te wachten (zie foto aan het begin van dit verhaal) en konden we beginnen aan een ingelaste (spontane) familiereünie en werd het tijd voor het weekendsapje (vrijdag hoort toch bij het weekend?) En al snel werd het onrustig op de camping, ook omdat broertje-zonder-camper met zijn wederhelft een vorkje kwam meeprikken. Wat een kabaal: o
udejaarsavond in Lichtenvoorde is er maar een klappertjespistooltje bij. En dat op een natuurterreincamping. Foei! Maar over het barbecuegebeuren morgen meer. Een mooie dag, niet het allermooiste weer want regelmatig een paar spetters, maar goed te doen. En morgen? Morgen is er weer een dag. We gaan richting Zeeuws-Vlaanderen, maar waarschijnlijk doen we daar twee dagen over en stoppen we morgen “ergens halverwege”.