Ik hoorde van onze campingburen de opmerking “Bredene bestaat niet”. Hij heeft daar wel een beetje gelijk in: Bredene bestaat namelijk uit drie kernen: Dorp, Sas en Duinen. Tegen dat laatste deel (ook genoemd Bredene-Bad of Bredene-aan-Zee) schurken wij aan, samen met nog duizenden andere toeristen geclusterd op zo'n twintig campings/huisjesparken/chaletparken. Wij bivakkeren op 't Minnepark, uitgekozen omdat er nog plek was. 30 € per nacht, exclusief douchen; voor deze omgeving een koopje: we zitten hier niet op het goedkoopste gedeelte van België. Sanitair prima in orde en een heel behulpzame eigenaar. Eigenlijk stelt die Belgische kust niet zo veel voor, wanneer je het over de lengte hebt: 65 kilometers telt het van Nederland (Zeeuws-Vlaanderen) tot Frankrijk (Opaalkust). Zandstrand, duingordel maar meestal met een zeedijk. Eigenlijk foeilelijk want in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw werden grote delen van de kust volgebouwd met appartementsgebouwen. Dat dit ten koste ging van de natuur (grote delen duingebied gingen verloren) was niet belangrijk. Hoogbouw ten koste van duinen leverde geen problemen op in België. Het kusttoerisme ontstond aan het einde van de 19de eeuw, de periode die bekend stond als de Belle époque. Mensen gingen (door de toenemende economische welvaart) meer en meer op reis om puur recreatieve redenen, nou ja: de wat meer welgestelden dan. De kust kende grote aantrekking bij deze toeristen die doorgaans slechts één of twee dagen ter plaatse verbleven. Meer en meer mensen trokken naar de zee en dit had zichtbare gevolgen voor de plaatselijke dorpen, die stilaan groter en groter werden. En toen begon de ellende: er werden nieuwe woningen, restaurants, casino's en hotels gebouwd; veel, heel veel. De kustlijn veranderde ook. Tussen de duinen werden luxueuze villa's gezet en her en der werden hele dijken aangelegd met bijpassende bebouwing met als hoogtepunt de jaren zestig van de vorige eeuw toen de kust ging bestaan uit één lang lint van bouwwerken. Twee dipjes konden de pret niet drukken: WO I en II gooiden even roet in het eten, maar na beide oorlogen bloeide het toerisme weer op. Fileleed, afvalproblemen, parkeermoeilijkheden, geluidsoverlast kreeg de kust er gratis bij. Aan de andere kant waren er ook voordelen te bespeuren, ik las ergens “Hoewel het esthetische aspect van de kust onherroepelijk verloren was gegaan door de hoge muren van flats ging het er financieel op vooruit”. Foto geleend van HLN (Het Laatste Nieuws). Het kaartje hieronder is getekende door ene Alabasterstein, zal ongetwijfeld een Duitser zijn of iemand moet een O vergeten hebben.
vrijdag 30 augustus: @ bredene
De dag begon niet al te best: slechts een score van 50 % bij de Spellingtest. Vergat dat piccolootje en kannibaal beide met een dubbele medeklinker geschreven moeten worden. Kom ik ook wel overheen, maar moeilijker is het te verkroppen dat de andere helft van ons gezinsrestant de test foutloos maakte. Een blik in de glazen bol die we Buienradar.nl noemen leerde ons dat het vandaag een uitgelezen dag was om de kust met de tram te bewonderen.
Was bij de beschrijving van de Belgische kust misschien wel erg negatief, maar één ding vind ik hier geweldig: de kusttram, een tramlijn die begint in Knokke (nabij de grens met Nederland) en eindigt in Adinkerke (vlak bij de grens met Frankrijk). Schijnt de langste tramlijn ter wereld te zijn (of te zijn geweest, dat soort dingen verandert met de dag). In ieder geval is de lengte 67 kilometer. Boekdelen kun je vullen met dit onderwerp. Alleen het doorlezen van de Wikipedia-artikelen vergt al een dag. Begin maar met https://nl.wikipedia.org/wiki/Kusttram en ga vervolgens verder met de officiële website https://www.delijn.be/nl/content/kusttram/.
Heb ooit, in de begintijd van het groene monster, de hele kustlijn als een heen- en weertje gereden; moet zo'n kleine twintig jaar geleden geweest zijn. Altijd de behoefte gehad om het nog eens over te doen en wat in het vat zit verzuurt niet. Vandaag dus samen met W. Niet alleen omdat het leuk is, maar ook om een paar verafgelegen plaatsen aan de Triënnale Beaufort aan zee te bereiken. Te ver van Bredene om te fietsen en zoals De Lijn schrijft “Met de Kusttram en een dagticket reis je vlot en voordelig van het ene naar het andere kunstwerk. In de buurt van 16 haltes zijn er nieuwe kunstwerken”. Vandaag gingen we naar het noorden: eindpunt Knokke. W stuurde bijgaande foto naar dochterlief die onmiddellijk reageerde met "En mam, verveel je je al?"
Even de kustlijn in een notendop: het begon allemaal in 1885 toen er een buurttramlijn (met stoomtractie) werd aangelegd tussen Oostende en Nieuwpoort-Stad. Een jaar later volgde het stuk Oostende – Bredene Dorp – De Haan – Blankenberge. Als ik het goed gelezen heb was in 1929 de hele Kusttramlijn (op ongeveer de huidige route) klaar en ook nog eens geëlektrificeerd. Een paar keer hing het voortbestaan van de tramlijn aan een zijden draadje: in 1946 na WO II (er was in de oorlogsjaren aardig wat gesloopt aan en van de sporen en bovenleidingen) gingen er stemmen op om de lijn op te heffen, de gemeentebesturen wilden liever bussen. De NMVB (Nationale Maatschappij Van Buurtspoorwegen) weigerde. Later wilden de gemeentes nog twee keer van de lijn af, de laatste keer was dat in 1970. De oliecrisis van 1973 zorgde er echter voor dat men definitief anders ging denken over de kusttramlijn. En daar plukken we nu de vruchten van. We kunnen nu (zomerdienstregeling overdag) zes keer per uur elke kant op. De tram doet er ongeveer 2 uur en 25 minuten over om de volledige afstand af te leggen, afhankelijk van de drukte en het eventueel omrijden te Zeebrugge.
We gingen dus vandaag met de tram naar het noorden: eindpunt Knokke station. Geen vlekkeloos verlopen tocht: we mochten een klein half uur wachten op wat ze hier een “wieleromloop” noemen. Alleen was het geen rondje maar een heuse etappe van de Reniwitour. Vandaag 185 kilometer van Blankenberge naar Ardooie. En ze gooien in België dan echt alles dicht: er kwam geen auto en zelfs geen tram vooruit. Oke, in Lichtenvoorde sluiten ze het hele dorp een paar uur af voor het bloemencorso, eigenlijk net zoiets.
We kwamen toch in Knokke, rondje van een kleine drie kilometer gewandeld (W) en gewandeld en gestrompeld (ik). Een paar kunstwerken gezien op de boulevard en pas tegen half drie weer terug bij de tram. Besloten dat Panne een tram te ver zou zijn (2,5 uur heen en dan ook nog eens 1,5 uur terug) en dus de fiets maar gepakt bij ons eindstation Bredere Renbaan. Leuk stukje gepedaleerd richting Oostende en via de binnenlanden terug. Het weer stortte echter tegen half vijf in, dus de laatste kilometers waren we blij dat er een trui in de fietstas zat. De A op de kaart is het station en de B onze camping.