noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 21 april 2023

voorjaarstocht 2023 – 10: de bron van de taag

Vraagje van L te D: “Zie nooit dat jullie een kerk of een paleis van binnen bezoeken, klopt dat?” Redelijk ingeschat L te D. Een kasteeltje in Nederland willen we nog wel eens meepikken, zo hebben we de afgelopen jaren Loevestein, Doorwerth en kasteel De Haar in Haarzuilen met een bezoek vereerd. De laatste kerk die we bezocht hebben is de kerk van Kranenburg, eigenlijk geen kerk meer maar een museum voor Heiligenbeelden. Oeps ik jok: heb onlangs nog een paar uur doorgebracht in de Sint-Martinusbasiliek in Venlo, tot 2018 aangeduid als Grote of Sint-Martinuskerk. Mocht daar vanuit Almelo een orgel naar toebrengen, de Johannespassion bijwonen en vervolgens weer met dat orgel onder de arm naar Almelo terug. Om kerken te bezoeken, vooral beroemde en buitenlandse, moet je tegenwoordig betalen. In principe vertikken we dat. De allerlaatste uitzondering was geloof ik de kathedraal van Burgos. Krijg meestal de kriebels bij roomse te betalen kerken. Vorig jaar waren we in Murcia bij de kerk in de tijd van de Semana Santa. W en ik keken om beurten even naar binnen; klein stukje, want dan mag je niet verder: alleen als je betaalt en ook nog mondkapje voor! Mochten wel een kaarsje aansteken. Aansteken? In deze kathedraal wordt niks aangestoken! Niks niet lucifers, niks niet aansteker en al helemaal geen aansteeklont. Een knopje omzetten en dan gaat er zo’n zielig ledkaarsje aan. Even afrekenen? Heb me later laten vertellen dat een kaarsje “aansteken” al kan voor € 5,00. Wil je echt de kerk sponsoren dan ga je voor de dure versie: € 19,00 voor een tweedehands ledkaarsje (want ongetwijfeld al eens eerder gebruikt)! Ben ik nu gek of alleen een zuinige Nederlander? Google maar eens op “nepkaarsen” en er gaat een complete wereld voor je open. Uit een foldertje: “De elektrische kaarsen zijn gemaakt van paraffine, waardoor ze bijna niet van echt te onderscheiden zijn. daarnaast zijn ze zo ontworpen dat ze hetzelfde licht afgeven als echte kaarsen. De realistische, flikkerende vlam zorgt voor een extra natuurlijk effect.”

Mijn hekel aan betalen voor kerken komt misschien ook omdat ik rooms opgevoed ben in een periode dat je neus- en keelamandelen op twee verschillende manieren verwijderd konden worden: de rooms-katholieke en de algemene methode. Je had immers twee “smaken” ziekenhuizen. Heb me altijd afgevraagd of een protestantse chirurg op een andere manier amandelen verwijderde. . Maar misschien zit er nog steeds wel wat katholieks in me, vind namelijk de uitvinding van het eeuwige leven prachtig. Heb niks met hel en verdoemenis, maar met het eeuwig leven, een leven na de dood, zou ik best kunnen leven. Weet dat het helemaal nergens op slaat, maar stiekem zou ik het toch wel willen.

En ja hoor, de eerste vakantiepost is binnen. Vaste lezer en vriendelijke buurman H te L die ons huis en de post in het oog houdt bij onze afwezigheid meldde de komst van een officieel uitziend Duits poststuk. Omdat hij mijn stukjes leest, vermoedde hij dat het die ene Duitse bekeuring moest zijn. Na ons verzoek om het stuk van de omslag te ontdoen bleek het inderdaad te gaan om een foto (mooie man, lelijke opname) met het dringende verzoek € 40,00 te betalen (en dat graag binnen een week). Tja, 81 rijden op een plek waar je maar 70 mag. “Je hebt gewoon te hard gereden”, volgens W, “dus vooral niet mekkeren”. Even een foto maken van de QR-code en de betaling was ook geregeld.

vrijdag 21 april: @ albarracín

Een rustig nachtje op Camping International Aranjuez. De camping ligt aan de rand van het stadje dus theoretisch kun je te voet naar het koninklijk paleis en de beroemde tuinen. We betaalden met ons Acsi-kaartje € 23,00 voor een ruime plek. Douche gaf een lekkere straal, het water op de afwasplek was warm en de wc’s kon je doortrekken. Wat wil een mens nog meer voor dat geld? Misschien dat het zwembad open zou zijn?


Wat bezielt een mens om de bron van een rivier iets op te zoeken? Kreeg plotseling de onbedwingbare neiging om op zoek te gaan naar de “Nacimiento del Rio Tajo” in de bergen van de Sierre de Albarracín in de provincie Teruel. W kent mijn afwijkingen en gaat daarin (vaak) mee. Voor we de bron konden bezoeken mochten we eerst een tijdlang autosnelwegen afjakkeren tot het vlak voor Cuenca echt interessant begon te worden. Toen ik gisteren voorlas “Cuenca is een stad in de bergen van Oost-centraal Spanje. Het is gesticht door Moren en heeft zijn historische ommuurde stad met steile geplaveide straatjes en middeleeuwse kasteelruïnes behouden”, zei W: “Stop maar, weet al genoeg. Volkomen uitwisselbaar!” Gebruikte ik niet eerder het woord “stedenmoe”? Vlak voor Cuenca gingen we de CM-2105 op en toen werd de wereld erg mooi. Leuke klimmetjes (tot 10 procent), fijne haarspeldbochten, prachtige rivierdalen. Vooruit: een stuwmeer erbij! Het Embalse de la Toba is één van de belangrijkste waterreserves in de regio. In de zomer schijn je er lekker te kunnen zwemmen. Leek me nu nog een beetje te koud. Weet niet wat de temperatuur van het water was, maar de thermometer gaf als buitentemperatuur boven in de bergen 18 graden aan.

Weet je zeker dat je de goede bron in je telefoon geprogrammeerd hebt?” vroeg W op een bepaald moment. Het bleek dat we al een uur de route aan het volgen waren naar “Nacimiento del rio Cuervo”. Op het moment dat ik ernstig begon te twijfelen aan mijn verstandelijke vermogens en de CM-2105 inmiddels was opgegaan in de CM-2106, ging de route naar de bron van de Cuervo rechtdoor en mochten wij de weg naar Teruel inslaan. Werd de bron van de Cuervo al op kilometers afstand aangegeven, de route naar bron van de Taag werd gemarkeerd door één bordje op 200 meter afstand. De eigenlijke bron wordt geïdentificeerd door een stenen paaltje met het jaartal 1877, Als je goed kijkt zie je ook nog “Arroyo de Fuente Garcia” staan, al is dat niet op bijgaande foto te zien.

Dom paaltje, zullen ze in de jaren zeventig van de vorige eeuw gedacht hebben en een paar hoge omes gaven opdracht aan José Gozalvo Vives om een monument te maken dat werd onthuld in 1974. Vind het een vreselijk ding! Het moet nog wat voorstellen ook: de rivier de Tajo wordt weergegeven als een pater en het water van de bovenloop van de Taag loopt door de drie provincies Teruel (een stier met een ster), Cuenca (een vaas met de Graal) en Guadalajara (een ridder in pantser met helm en speer). “Ongetwijfeld een allegorie”, sprak W en zij kan het weten, want ze heeft er voor doorgeleerd.


We vervolgden onze weg naar Albarracín, een oude stad in de heuvels boven een bocht in de rivier de Guadalaviar. We hebben in een grijs verleden Albarracín al eens bezocht en zijn het eens met de bewering dat het een van de mooiste dorpen van Spanje is. W is na installatie op de camping nog even naar het stadje gewandeld. Ik voelde nog de spieren van 2019 toen we de stad uitgebreid te voet verkend hebben (zie: https://berrynales.blogspot.com/2019/10/najaarstocht-2019-9-albarracín.html) en mocht van het bevoegd gezag een middagje rust nemen. Ik vond haar dapper!


V: 192.250; A: 192.512. Rijtemperatuur: 10 – 23 graden (bij de bron van de Taag een dipje: 18 graad). Later op de camping 26 graden. Zon op/onder: 07:19/20:50, Een heel mooie dag! Nou ja: klein krasje erbij, een plataan wilde niet wijken bij het indraaien, maar geen dut. En morgen? Morgen is er weer een dag! We gaan nog een bergroute doen: de Silent Route.