Een blog met veel plaatjes, speciaal voor vaste fotokijkster C te L. Dochterlief vroeg hoe het met mijn rug gesteld was, stuurde haar als antwoord “muggen hebben geen ruggen”. Is natuurlijk niet lief. Hier een korte update: kan sinds een paar dagen weer mijn eigen veters strikken. De voeten zitten nog wel een eind weg, maar het lukt. Schiet ik eigenlijk niks mee op, want inmiddels is het korte broeken- en sandalenweer. Volgens W heeft de wandeling in Bilbao helend gewerkt. Geloof er niet zoveel van: na 72 jaar ken ik mijn fragiele lijfje wel zo ongeveer en ik weet dat dat vroeger eens zo soepele lichaam steeds meer op dat van een aap gaat lijken. Las een tijd geleden in een blog van een reiziger (volgens mij was het Hans Koolmees, maar ben er niet zeker van) dat de mens is ontworpen om te lopen. Niet zozeer onze hersenen onderscheiden ons van de apen, maar onze voeten. Apen kunnen niet lopen. Toen ik dit met W doornam sprak ze: “Jij een aap? Probeer maar eens een tak met je voet van de grond op te rapen!”. En ja hoor, zoals gewoonlijk heeft ze weer eens gelijk. Vat ik mijn broodje-aap-verhaal samen met de woorden “ik heb een hekel aan lopen”, laat mij maar fietsen (en graag met ondersteuning).
Bij het verlaten van Santa Marta de Tormes moest ik even denken aan het boek dat ik aan het lezen ben, “het verhaal van de dienstmaagd” van Margaret Atwood. Beetje vreemd boek over de republiek Gilead (ergens in de voormalige Verenigde Staten) waar een christelijke beweging de macht heeft overgenomen. Eenieder hoort te leven naar de letter van het Oude Testament. Ga er niet meer over vertellen, alleen dat de “Dienstmaagden” (met als enige taak: zich voort te planten) rood dragen en de “Martha”s” (de dienstmeiden) groen. Het verhaal laat zien hoe het leven eruit kan zien als godsdienstfanaten de dienst uitmaken.
Onze tocht liep vrijdag vrij dicht langs de grens met Portugal. Alleen: de ene fado na de andere die uit de luidsprekers dreigde te komen werd door W weggeklikt. “Kan er vandaag niet tegen!” waren haar woorden. “Saudade!”, riep ik, “da’s nu pure saudade!”. Och je leest wel eens wat en komt dan wat interessants tegen. Volgende tekst is door ene A.F.G. Bell geschreven in 1912 en vat het innerlijk van een fado, namelijk het gevoel dat we “saudade” noemen samen: “De beroemde saudade van de Portugezen is een vaag en constant verlangen naar iets dat niet bestaat en waarschijnlijk ook niet kan bestaan, naar iets anders dan het heden, een wending naar het verleden of naar de toekomst; geen actieve ontevredenheid of aangrijpende droefheid maar een lui dromende weemoed.” En natuurlijk was het Amália Rodrigues die deze fado’s het mooist kon zingen (kon, want ze is in 1999 overleden). Amália wordt algemeen beschouwd als de belangrijkste en meest invloedrijke fadozangeres in de geschiedenis.
vrijdag 14 april: @ benquerencia
Benquerencia, tenminste: dat zegt mijn telefoon. Je zoekt het zo’n 25 kilometer ten zuiden van Cáceres in de Extramadura, richting Mérida. Hadden we gisteren al een fietsroute met de naam Ruta de la Plata, vandaag heette onze autovia zo. Je vertaalt het tot Zilverroute. Het is een oud handels- en pelgrimspad dat het westen van Spanje van noord naar zuid doorkruist en Mérida met Astorga verbindt. Er is overigens weinig “pad” meer over, de route wordt tegenwoordig gevormd door de moderne snelweg A-66 en de oudere nationale weg N-630. Algemeen wordt aangenomen dat de term Via (of Ruta) de la Plata is afgeleid van het Spaanse woord voor zilver. Volgens deskundigen is dit fout: de naam afkomstig te zijn van het Arabische woord al-balat, wat geplaveide bestrating betekent. Het beschrijft de weg zoals aangelegd door de Romeinen. Waar de naam ook vandaan komt: het blijven mooie wegen, de A-66 en de N-630, maar daarover later meer. Je kunt het ook een beetje “ruimer” bekijken en dan is de Via de la Plate de Romeinse weg die Asturië in het noorden van Spanje verbond met de haven van Cádiz in het zuiden.
En weer ruim 10 uur geslapen. Pas om negenen gingen de luikjes open en kon (beetje frisjes) aan het koffiezetgebeuren worden begonnen. Camping Regio rekende inderdaad € 19,00 per nacht all-in, best wel een redelijke prijs voor het gebodene. Vond de camping nog steeds een Oost-Duitse uitstraling hebben, zal wel komen door het vele beton.
Minder beton had onze huissuper die een vestiging heeft in Santa Marta de Tormes. Aardbeien in de aanbieding: een pond voor € 1,59. Weet al wat ons toetje vanavond wordt. Een mooie route: eerst hoogvlakte, de Meseta, maar om een of andere reden zag deze er vandaag anders uit dan een paar dagen geleden. Net voor Plasencia moest Puzzel behoorlijk klimmen, we kwamen door het Castiliaans Scheidingsgebergte, ik heb me laten vertellen dat het plaatselijk Sistema Central genoemd wordt. Geloof het meteen, staat op de kaart onder deze alinea. Zo’n 40 kilometer vóór Cáceres stelde ik voor om de snelweg te verlaten en de parallelle N-630 (zeg maar de oude weg) te volgen. Was een goed plan, want we reden nu kilometers langs (en over bruggen over) de Taag en zijrivieren. Alleen jammer dat ze in Spanje vaak niet aan parkeerplekken langs de weg doen, tenminste hier niet: geen foto’s kunnen maken. Nu kun je je wel gedragen als een doorgewinterde Spanjaard: auto stopzetten midden op de weg, alarm aan, uitgebreid foto’s maken en wanneer een ander wijst op het feit dat dit gedrag eigenlijk wat asociaal is, steek je minimaal één middelvinger op. Ik mocht niet van W! Dit gedeelte van de Via de la Plata wordt intensief gebruikt als route uit het zuiden door pelgrims die lopen of fietsen naar Santiago de Compostella, weer eens wat anders dan de wegen die uit Frankrijk komen. Grote delen schijnen min of meer hetzelfde te zijn als tweeduizend jaar geleden.
Santiago
de Compostella. Heb er vroeger veel van gedroomd en
koesterde lang de wens om deze marteltocht
van zelfbeproeving en inkeer eens te lopen. Helaas: toen
het lijf dat nog goed aankon ontbrak het aan tijd, toen er tijd was
was het lijf al te ver aan slijtage onderhevig. Overigens lagen aan
deze wens géén religieuze gedachten ten grondslag, puur de
confrontatie met jezelf aangaan. En
fietsend naar Santiago? Dat vind ik wel knap, maar is niet echt zoals het hoort.
Uiteindelijk kwamen we op Camping Las Grullas uit, een naturistencamping in het hart van Extremadura, waar we niet veel meer gedaan hebben dan ons installeren en blijven zitten. Dit is een terrein waar je komt voor de rust, de prachtige natuur en vooral voor de vogels. Geen schreeuwende kinderen (normaal zijn die er al niet in deze tijd van het jaar), minimum leeftijd 16 jaar. Morgen meer over dit plekje.
V: 191.610; A: 191.859. Rijtemperatuur 11 tot 21 graden. Somber begin, later zonnig; om 17:00 uur 21 graden en half bewolkt. Een mooie dag! En morgen? Morgen is er weer een dag, we blijven nog even hier en we gaan fietsen! Bijna vergeten: zon op/onder: 07:48/21:00 (gegevens Benquerencia). Oeps verkeerd campertje op een verkeerd moment bijgevoegd.
Valt er veel te zeggen over onze fietstocht? Eigenlijk niet: vooral autoluwe wegen en plaatsjes waar het inwoneraantal elk jaar weer een stuk keldert: Valdefuentes, Albalá en Torremachocha gleden onder onze wielen door. Benquerencia was de laatste plaats op onze tocht, gisteren ook al vier keer doorkruist. Benquerecia telt tegenwoordig zo’n 70 inwoners, in 1950 waren dat er nog 505.
Uiteindelijk kwamen we op Camping Las Grullas uit, een naturistencamping in het hart van Extremadura, waar we niet veel meer gedaan hebben dan ons installeren en blijven zitten. Dit is een terrein waar je komt voor de rust, de prachtige natuur en vooral voor de vogels. Geen schreeuwende kinderen (normaal zijn die er al niet in deze tijd van het jaar), minimum leeftijd 16 jaar. Morgen meer over dit plekje.
V: 191.610; A: 191.859. Rijtemperatuur 11 tot 21 graden. Somber begin, later zonnig; om 17:00 uur 21 graden en half bewolkt. Een mooie dag! En morgen? Morgen is er weer een dag, we blijven nog even hier en we gaan fietsen! Bijna vergeten: zon op/onder: 07:48/21:00 (gegevens Benquerencia). Oeps verkeerd campertje op een verkeerd moment bijgevoegd.
zaterdag 15 april: @ benquerencia
Soms moet je wassen. We zijn al bijna twee weken onderweg: de onderbroeken raken op. Dat was één van de redenen om camping Las Grullas op te zoeken. Ook waren we gecharmeerd van de volgende tekst op de campingwebsite: “Als u rust zoekt, vogels wilt spotten of ’s avonds wilt genieten van een schitterend firmament, kom dan eens bij ons langs”. Doel van Nederlandse uitbaters: blije gasten in een rustige en mooie omgeving. Je koopt als Nederlands stel een finca (zeg maar boerderij) tussen steeneiken en granietformaties “ergens buitenaf”, maakt in de boerderij leuke sanitaire voorzieningen, maakt een deel van je 2,6 hectare groot landje een beetje vlak, legt wat elektriciteitspalen (max. 4 amp) aan en voor je het weet heb je 30 kampeerplekken. Oeps: vergeet het zwembad te vermelden, maar het water was nog een beetje (te) frisjes. Kon W nog een nieuw woord Spaans leren: las grullas = de kraanvogels. Heb haar even laten zweten op de vertaling van de volgende zin: “Las grullas son las que suenan como si se estuvieran riendo”. Maak er maar “Kraanvogels maken een geluid dat op lachen lijkt” van (of zoiets). “Route aanpassen!” was de opdracht van hoofd route, “Er is een of ander paardenfeest in Salvatierra de Santiago”. Route hoefde alleen maar omgedraaid te worden. Wel even zes kilometer voor niks (dubbel dus) gereden, want: vergeten de petjes op te zetten. Het blijft Spanje: soms zwaait de politie vriendelijk, soms doen ze er moeilijk over. Denk dat het stippellijntje op de kaart moet aangeven dat we dat stukje weg meerdere keren gereden hebben (een heen-en-weertje voor de petjes weet je wel?). Was een mooie fietstocht door de Extremadura en inderdaad een of andere paardentocht gezien in Salvatierra de Santiago: een honderdtal paardrijders en een stuk of twintig koetsachtige voertuigen (getrokken door paarden). Bijzonderheden? Apart landschap, kijk maar naar de foto’s. Twee soorten bordjes: “coto social de caza” en “coto privado de caza”. Coto de caza is jachtgebied/jachtgrond; de rest kun je er wel bij verzinnen, toch? En ja hoor: de mountibikepiste zat op het eind! 45 Kilometer op de teller staan. Niks mis mee.
Een mooie dag! Om zeven uur ‘s avonds nog 27 graden, hele dag zon. En morgen? Morgen is er weer een dag. We blijven nog eventjes. Hoofd routes vroeg of Komoot nog zo’n leuk tochtje kon fabrieken? Tuurlijk! Er werd één voorwaarde gesteld: alleen asfalt s.v.p.
zondag 16 april: @ benquerencia
Another day in paradise. Niet dat de camping nu zo'n paradijselijke uitstraling heeft, behalve dan dat clothing optional is, er
een groot zwembad is (helaas is de watertemperatuur nog maar 19
graden) en wij ons kunnen podderen in perfect sanitair. Nee, bedoel
meer omgeving: in het hart van de Extremadura, temidden van
steen- en kurkeiken, olijfbomen, vijgen en granietformaties. De
camping is 2,6 ha groot en ligt aan een klein weggetje met weinig
verkeer. De doorgaande weg loopt op een kleine drie kilometer
afstand.
Valt er veel te zeggen over onze fietstocht? Eigenlijk niet: vooral autoluwe wegen en plaatsjes waar het inwoneraantal elk jaar weer een stuk keldert: Valdefuentes, Albalá en Torremachocha gleden onder onze wielen door. Benquerencia was de laatste plaats op onze tocht, gisteren ook al vier keer doorkruist. Benquerecia telt tegenwoordig zo’n 70 inwoners, in 1950 waren dat er nog 505.
"Vier
plaatsjes gezien”, zei W. “Niet waar”, was mijn antwoord, "één
plus één plus één plus één is geen vier. Elke één blijft
uniek. Je kunt ze onmogelijk
samenvoegen. Ze zijn onverwisselbaar. Ze kunnen elkaars plaats niet
innemen.” Vrij
naar Margaret
Altwood,
het verhaal van de dienstmaagd. Tja,
soms lees je eens wat en blijft er wat hangen. De koffie/een frisje plus twee maal een ensalada de bacalao werd geserveerd op een terrasje in Albalá (€ 3,20 totaal) en het sterke spul (een caña en een vino blanco) in Benquerencia (€ 3,60), maar toen zaten we al bijna op het eind van de tocht.
Een mooie dag! Weer een kleine 40 kilometer op de fietsteller (en inderdaad: alleen asfalt vandaag!). Mooie uitzichten, veel roofvogels. En morgen? Morgen is er weer een dag. We gaan een klein eindje terug, naar de Monfraguë. Gisteren tijdens ons fietsritje vijftig gieren zien zweven, dat smaakt naar meer en daarvoor moet je in de Monfraguë zijn.