noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 22 april 2023

voorjaarsreis 2023 – 11: la ruta del silencio

Stel je hebt een oude, slecht onderhouden weg en je hebt een paar half leeggelopen dorpen ergens in een onbekende streek somewhere in het noorden van Spanje. Hoe hou je het hoofd boven water? Eigenlijk heel simpel: verbeter de weg een beetje, druk er allereerst een mooi nummertje op (A-1702) en verkoop het als “panoramische weg”, maar vooral: vraag subsidie aan bij de Europese Unie, er zal ongetwijfeld nog wel ergens een potje zijn. De rest komt vanzelf: de afstand van ongeveer 60 kilometer krijgt de naam “la ruta del silencio”, in het Engels Silent Pass Route. Er komt een website met schitterende foto’s (https://thesilentroute.com) en de touristenstroom wordt elk jaar groter. Later kreeg de weg zelfs een mascotte: "Silencioso", een geinige geit. Kort samengevat: dit was ons voornaamste doel vandaag, maar daarover later meer.

zaterdag 22 april: @ caspe

De wereld zag er vanmorgen anders uit dan de afgelopen twee weken. Na dagen van volop zon waren nu wolken de baas. Afgelopen nacht al een paar keer wat spetters horen vallen op het dak. W had gisteren bij het inschrijven meteen afgerekend op Camping Ciudad de Albarracín. € 19,00 all-in; het leuke van Spaanse campings die een ACSI-kaart accepteren is dat er bij zo’n geadverteerde prijs nooit een cent bijkomt, dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland waar ze altijd nog leuke postjes weten te vinden als toeristen- en milieubelasting. Vier jaar geleden stonden we op deze camping op de bovenste “verdieping” met ruime plekken. Helaas: die bovenverdieping was nu vol, dus we moesten genoegen nemen met een plekje onder de platanen. Beetje krapjes op de benedenverdieping, zo krapjes dat het dak van de bus bij het inparkeren ruzie kreeg met één van de bomen. Schade valt mee, met een beetje poetswerk lijkt de kras me goed wegwerkbaar en anders komt er zo’n leuk spuitbusje van Autobedrijf Gunnewiek aan te pas. Zo zie je maar weer: alles gaat met passen en meten.



Het had dus vanmorgen vroeg nogal wat voeten in de aarde om met Puzzel weer uit dat smalle gat wat ze kampeerplaats noemden te komen. Vervolgens via een lieflijk weggetje naar Teruel, dat we ook deze keer alleen vanaf de onderkant gezien hebben. Voor die tijd zagen we wat anders: Teruel Airport. Vier jaar geleden was het mij ook al opgevallen, deze keer zijn we even naar de ingang gereden. De luchthaven is niet uitgerust om passagiersverkeer af te handelen. Het wordt gebruikt om vliegtuigen langdurig op te slaan. Het droge klimaat maakt de luchthaven hier uiterst geschikt voor. Tijdens de COVID-19-pandemie stonden daar ongeveer 100 vliegtuigen geparkeerd. Er is plek voor 250. Op het terrein bevinden zich drie grote hangars voor onderhoud en gedeeltelijke sloop van Boeings en Airbussen. Je zou het dus een aircraft boneyard (vliegtuigkerkhof) kunnen noemen. Daarnaast wordt op de luchthaven de technologie van lanceervoertuigen getest door PLD Space.

Het duurde nog wel een tijdje voor we bij het beginpunt van de Ruta del Silencio (Puerto de Cuarto pelado, nabij Cantavieja) waren. W had eerst haar eigen stille weg, de A-226. Deze weg begint aan de noordkant van de stad Teruel op een aansluiting met de A-23. De weg stijgt door een kaal berglandschap en bereikt dan de 1.602 meter hoge Puerto de Cabigordo. De A-226 legt een flinke afstand af door dunbevolkt berggebied, met kale bergen en lange valleien. Er liggen slechts een paar kleine dorpjes op de route. De weg is wel adequaat uitgebouwd met een brede rijbaan en klimstroken op hellingen. Tussen Teruel en Cantavieja voert de A-226 over vier bergpassen waarvan de Puerto de Villarroya met 1.700 meter de hoogste is. Het landschap is spectaculair. Onze laatste stop op de A-226 was de Mirador de las Dehesas. Mag je raden wat we te zien kregen! W had inmiddels om mijn verzoek een hoogtemeterapp op haar smartphone geïnstalleerd en kon trots melden dat de Puerto de Cuarto pelado inderdaad op 1.657 meter lag). Dat soort apps: daar heb je nog eens wat aan!

En toen dus die “stille route”. Jammer dat wereld niet strakblauw was vandaag: juist bij het rijden van zo’n panoramaweg verhoogt een zonnetje de feestvreugde. Je kunt niet alles hebben in dit leven, dus we waren al blij dat we zonder regen de bochten, de dorpen, de ravijnen en de buitengewone landschappen konden ervaren. Toch gek dat een eens zo onbekende weg met een slechte reputatie in een paar jaar is uitgegroeid tot een toeristisch product dat elk jaar meer bezoekers trekt. Oorspronkelijk reden vooral motorrijders de route, later kwamen er fietsers bij en sinds een paar jaar ontbreken de campers ook niet. Vandaag was het echt stil op de weg: een paar plukjes motorrijders (het kan ook steeds hetzelfde plukje geweest zijn, want ze stopten regelmatig), ongeveer 15 auto’s en in totaal twee fietsers. Ik heb het dan over het totale verkeer in beide richtingen. Laten de foto’s het beschrijvende werk maar doen en laat ik volstaan met een mooi stukje Spaanse tekst, maar dan door Google vertaalt in het Nederlands: De weg loopt als een oude rimpel door de huid van een land gekenmerkt door stilte en mysterie dat op het eerste gezicht een ruig en ruig gebied lijkt, maar al snel voor de bezoeker verschijnt als een betoverend Eden: eenzame boerderijen, smalle paadjes die paden openen in de stenen, fragiele en verweesde rivieren, bergen die oprijzen en de hemel raken, boomgaarden die de loop van rivieren en ravijnen bedekken, steden die als een mantel naar de hellingen klimmen of die duizelingwekkend uitkijken over de afgrond, paleizen, torens, hermitages, weefgetouwen , molens…. Een landschap van evenwicht tussen natuur en geschiedenis in een nauwelijks getransformeerde omgeving.”






Na de A-1702 kon het gas er weer op en was het uit met “slow driving”. Tegen half drie kwamen we aan bij het eindpunt van deze dag: Camping Lake Caspe, gelegen aan het “Mar de Aragón”, een stuwmeer in de rivier de Ebro. De officiële naam van het stuwmeer is “Embalse de Mequinenza”. Voornaamste doelstelling van het stuwmeer: opwekken van elektriciteit. Eén van de opvallende kenmerken van dit deel van de rivier de Ebro (en het meer) is de reeks grote meanders (zie bijgaande kaart). We hebben een stuk langs het meer gefietst (nu ja: gemountainbiked), niet de grote route maar de “ruta pequeño”, een kleine 16 kilometer. Als je weet dat we er anderhalf uur over gedaan hebben, dan kun je je een voorstelling van de conditie van het pad maken. Overigens: 10 kilometer ging over het pad van de GR99, de Sendero de Ebro, een lange-afstandswandeling langs de Ebro.




V: 192.512; A:192.680; rijtemperatuur 11 – 23 graden, later op de camping oplopend tot 24. Wisselend bewolkt, later in de middag een paar spetters. Zon deed tijdens onze fietstocht even goed zijn best, maar kon toch niet echt winnen van de wolken. Zon op/onder: 07:10/20:47. Een heel mooie dag! En morgen? Morgen is er weer een dag, we hopen de Middellandse Zee te bereiken. Maar vanavond eerst eens kijken hoe het restaurant op de camping is.